Twee contrasterende visies op de stad van de toekomst en de plaats van de auto erin

Debat over de toekomst van mobiliteit.

Twee contrasterende visies op de stad van de toekomst en de plaats van de auto erin
Photo by Ivan Diaz / Unsplash

Vorig najaar woonde ik in Brussel een debat bij over de toekomst van mobiliteit. Naast enkele vertegenwoordigers uit de ‘sharing economy’ (BlaBlaCar, CarAmigo en Uber) namen ook Roger Kesteloot en Els Ampe deel aan de rondetafel. De eerste is algemeen directeur van De Lijn, de andere Brussels schepen voor Mobiliteit, Openbare Werken en Wagenpark. Het korte debat tussen beiden schetst een mooi beeld van de contrasterende visies op de stad van de toekomst en de plaats van de auto erin. Je kan het debat onderaan deze post bekijken (vanaf 6m20 tot 12m20).

Hoewel Ampe op het einde van het debat herhaaldelijk benadrukt dat ze het volledig met elkaar eens zijn, verschillen ze eigenlijk fundamenteel van mening over zowat alle aspecten van (auto)mobiliteit. Laten we de twee visies eens naast elkaar te leggen.

De wagen van de toekomst is een zegen

Het debat vond plaats vlak nadat Oslo bekend maakte dat ze tegen 2019 een volledig autovrij stadscentrum willen. De analyse van Ampe daaromtrent is veelzeggend. Steden zoals Oslo, Madrid, Helsinki, Parijs en Hamburg kiezen volgens haar voor een autovrij/luw centrum omdat de wagen van vandaag vervuilend, ongezond en gevaarlijk is. Vanuit Ampes perspectief is de beslissing om zo drastisch autovrij te gaan op langere termijn dan ook onbegrijpelijk, omdat de elektrische, zelfsturende wagens van de toekomst  properder, gezonder en veiliger zullen zijn.

Meer nog! Die futuristische wagens zullen een ongelooflijke meerwaarde zijn omdat de gebruiker tijdens de verplaatsing tijd nuttig kan spenderen. Je kan bijvoorbeeld een boek lezen, telefoneren, babbelen, Facebook checken of je haar wassen. Die auto van de toekomst is zelfs beter dan openbaar vervoer, want daar verlies je de helft van je tijd omdat je continu moet overstappen.

In Ampes ideale wereld is de auto nog meer dan vandaag de koning van de mobiliteit. Openbaar vervoer is een marginaal verschijnsel, zeker op het platteland. De auto zal niet langer een obstakel zijn, maar een waardevol gebruiksmiddel dat je extra tijd geeft, terwijl openbaar vervoer nog even inefficiënt en tijdrovend zal zijn. Een evidente keuze dus.

It’s the space, stupid!

Na het betoog van Els Ampe eiste Roger Kesteloot de microfoon. “Ik ga niet helemaal akkoord” fluistert hij. De fundamentele reden waarom volgens Kesteloot steden vandaag én morgen zullen kiezen voor minder wagens is duidelijk: ruimte. De beschikbare ruimte beter invullen om de leefbaarheid van de stad te vergroten, is de uitdaging. En het is net de wagen die verantwoordelijk is voor de grootste verspilling van open ruimte in onze steden. Zelfs met alle technologische vooruitgang blijft een file van elektrische wagens nog steeds een file. In tegenstelling tot de totale dominantie van de auto als mobiliteitsoplossing, zal de toekomst er veel meer ‘blurred’ uitzien. Alle verschillende vormen van mobiliteit zullen gemengd worden. Eigenaarschap zal opgaan in een systeem van deeleconomie.

Ampe reageert dat ook zij voor de creatie van open ruimte is. Ze verwijst naar de hele Brusselse binnenstad die nu autovrij is. “Dat is toch geen jaren 50-idee.” opperde Ampe recent nog op Twitter. Spijtig genoeg is ruimte voor de voetgangers en fietsers in Brussel geen kwestie van leefbaarheid, maar een opportuniteit voor toeristen om te genieten van het Brusselse patrimonium. In die zin is de huidige voetgangerszone niet meer dan een vorm van mobiliteit-caritas. Een aalmoes die structureel niets verandert aan het DNA van de stad. “Je maakt pas ruimte voor mensen wanneer er te weinig plaats is.” zegt Ampe tenslotte in het debat. “Dus om nu overal de auto te gaan verbannen, dat is een stap te ver.”

Paradigma’s aan de basis van huidig beleid

Tijdens het verdere debat komen ook andere stemmen aan bod die wijzen op de veranderende dynamiek in het mobiliteitsdebat. Sharing wordt meer en meer de norm. De auto is een onderdeel van het antwoord, maar het klassieke eigenaarsmodel – zeker in de stad – zal meer en meer verdwijnen.

De visie van Ampe is in die zin compleet anders. Ik zie drie grote paradigma’s in haar betoog die allemaal een enorme impact hebben op haar mobiliteitsbeleid. Ten eerste koestert ze een (overdreven) technologisch optimisme. Ten tweede onderschat ze de ruimtelijk en sociale impact van auto’s enorm. En ten derde is haar visie op de toekomstige rol van openbaar vervoer te klassiek.

Deze drie ‘waarheden’ leiden volgens mij tot twee cruciale tekortkomingen :

  1. Haar enorm inbeeldingsvermogen als het aankomt op de auto van de toekomst staat in schril contrast met haar negatieve kijk op openbaar vervoer, nu en in de toekomst.
  2. Haar oplossingen zijn zó autocentrisch, dat ze de mens in het verhaal vergeet.

Deze twee misvattingen zorgen ervoor dat Ampe’s verhaal leidt tot een pro-wagenbeleid waar op lange termijn de mens het slachtoffer van zal worden. Wat is het nut om te investeren in openbaar vervoer als de wagen van de toekomst een veelvoud beter is? En waarom zou je nu infrastructuurwerken gaat betalen als de problemen die je wil oplossen in de toekomst zich niet meer voordoen? De combinatie van die twee verklaart het Brusselse mobiliteitsbeleid ten voeten uit. Een klein autoluw centrum voor toeristen (want daar is het druk) en een zeer drukke autoperiferie waar extra parkings aangelegd worden.

Stad als ontmoetingsplek

De stad is voor mij in de eerste plek een ontmoetingsplek. Een plaats waar mensen elkaar in de ogen kijken en met elkaar in gesprek gaan. Ontmoeting en dialoog moet je creëren door beleid. Daar spelen evenementen uiteraard een grote rol in, maar even goed de ruimtelijke ordening van je stad. Mensen worden van nature aangetrokken tot plekken waar het leuk is om te vertoeven, zoals plaatsen met groen, propere lucht en ruimte om te ontspannen. De logica dat je pas auto’s moet elimineren wanneer het te druk is, is natuurlijk totaal verkeerd. Je moet auto’s elimineren opdat het druk wordt.

Je kan verschillen van mening over de richting waar de stad naartoe gaat, maar als je elkaars argumenten en fundamentele paradigma’s niet begrijpt, zal er nooit een dialoog zijn. Het is dan alsof iedereen in zijn eigen zelfsturende wagen rondtuft in plaats van op een gezellig plein met elkaar in gesprek gaat.