“Tegen 2025 is er een eerste meting rond circulaire economie van de havens”
Gesprek met Professor Elvira Haezendonck (VUB) over circulaire economie en de havens.
Naar aanleiding van de publicatie van de Circular Port Monitor – Explorative Research: Toward First Actionable Insights spraken we met Professor Dr. Elvira Haezendonck (VUB, Social Sciences & Solvay Business School). Ze maakte deel uit van een team dat een verkennend onderzoek uitvoerde naar een methode om de voortgang van de circulaire economie in onze havens te monitoren. Het belang daarvan is groot, want hoe kunnen we weten dat we op het juiste spoor zitten van die circulaire transitie in de havens, als we het niet kunnen meten? “De havens en hun bedrijven krijgen heel wat maatschappelijke steun om hun impact naar een hoger niveau te tillen maar van de reële impact kom je maar weinig te weten. Stilaan geraken we daar als maatschappij toch wel in geïnteresseerd”, stelt Professor Haezendonck.
Ongeveer de helft van onze broeikasgasemissies zijn gerelateerd aan materialen die worden geproduceerd en/of gebruikt in onze economie. De circulaire economie biedt een antwoord op deze immense uitdaging om veel efficiënter om te gaan met grondstoffen. De havens spelen in de ontwikkeling van die circulaire economie een cruciale rol want het zijn bij uitstek de hubs voor de in- en uitvoer van materialen maar tegelijk ook voor industriële clusters, afvalverwerkende bedrijven en logistieke terreinen waar materialen worden verwerkt en opgeslagen.
De Port of Antwerp Bruges bijvoorbeeld drukt daarom ook haar belangrijke ambities uit op het vlak van circulaire economie: “We willen nieuwe spelers aantrekken en de bestaande industrie in de haven stimuleren om de transitie naar een circulaire economie te maken. Daarvoor creëren we de benodigde ruimte, ontwikkelen we de benodigde infrastructuur en stimuleren we innovatie.” In de jaarcijfers van de haven vind je vooralsnog geen cijfermateriaal terug met betrekking tot die ambitie. Hoe moeten we de vooruitgang op dat vlak dan meten? Die verkenning van een Circular Port Monitor kan een eerste aanzet zijn om hierop een antwoord te vinden.
12 Indicatoren
“Op dit moment hebben we 12 indicatoren weerhouden uit een langere lijst van potentiële indicatoren”, zegt drs. Lynn Faut, die in het team van prof. Haezendonck doctoreert op het thema, over de verkenning van een Circular Port Monitor. “Dat lijkt misschien weinig en sommige indicatoren komen vertrouwd voor, maar met de indicatoren die we hebben weerhouden kunnen de havens meteen aan de slag. We hebben namelijk ook meteen de haalbaarheid getoetst. Eens de havens een baseline berekenen – iets waar we hen kunnen bij ondersteunen – kunnen ze jaar na jaar de vooruitgang meten. Het wordt trouwens urgent voor de havens om daar werk van te maken. Op die manier kunnen zij de daad bij het woord voegen en transparantie creëren in de wijze waarop ze hun ambities ook daadwerkelijk omzetten in acties en reële impact.”
Energiecrisis zet circulaire economie in de schaduw
Vandaag beroert de energiecrisis iedereen, ook de havens. Tijdens de Vlaams-Nederlandse Havendag 2022 in Rotterdam overheerste dit thema dan ook alle gesprekken. Logisch vindt ook Professor Haezendonck. “De urgentie van de geopolitiek en van de beleidsmaatregelen die nu worden getroffen zetten misschien een beetje de langetermijnvisie en de diepgaande transitie van het economische systeem in de schaduw. Die wissel in energievorm of -drager is uiteraard acuut vandaag. De bedrijven zijn daarvan afhankelijk: de prijs, de leveringsvoorwaarden en leveringszekerheid enz. Maar eens we walstroom en voldoende hernieuwbare energie hebben, dan kan de haven weer verder aan eenzelfde tempo.”
Een circulaire economie is een fundamenteel nieuw economisch systeem
Alleen wacht dan nog steeds de fundamentelere hervorming van onze economie. “Een circulaire economie is een fundamenteel nieuw economisch systeem met nieuwe flows”, aldus Professor Haezendonck. “Daarom is het voor de havens ook zo belangrijk. Eens de huidige crisis van de baan is, blijft de vraag: wat gaan we produceren? Hoe gaan bedrijven in ons land, voor onze welvaart, toegevoegde waarde creëren en hoe gaan ze zich verhouden tot die nieuwe waardeketens. De waardeketens moeten helemaal worden uitgekleed en weer in elkaar geweven. Dat zet het hele verdienmodel van de havens ook mee onder druk. Hun klanten veranderen, dus moeten zij ook hun rol fundamenteel herdenken.”
Grondstoffenmijnen en de ‘license to operate’
“De havens, in dichtbevolkte regio’s zoals de onze, zijn de grondstoffenmijnen, vandaag en in de toekomst”, stelt professor Elvira Haezendonck. “Havens hebben een license-to-operate voor overslag van goederen, en de verwerking ervan. Heel wat havens in onze Vlaams-Nederlandse Delta huisvesten veel industriële activiteit en dat is aanvaard. Er is nog weinig mogelijkheid andere grote zones voor industriële activiteit te ontwikkelen. Die secundaire materialen verzamelen en produceren, daar heb je hubs voor nodig met een license-to-operate. Vandaar dat de havens, door de ruimte waarover ze nog beschikken maar ook door de partijen die zij verbinden in hun waardeketen, de uitgelezen locatie om nu nu in te zetten op de circulaire economie. Ze kunnen de hotspots worden om diverse bronnen aan secundaire materialen aan te boren.”
Door het beginnen meten van de impact, moeten we nu inzage krijgen in de vooruitgang
“Havens zijn prima gelinkt met de verschillende partijen en fungeren als aanspreekpunt. Zij kunnen partijen bijeen brengen. Een aantal jaren geleden heeft men daarom al ingezien dat havenautoriteiten een achterhaalde term is. Ze zijn niet louter een huisbaas maar eerder matchmakers en ontwikkelaars van ecosystemen, zogenaamde Port Managing Bodies, en dat komt in deze transitie net heel goed van pas. Ze ambiëren die rol. We mogen hen er dan ook verantwoordelijk voor achten. Daar komt het nu op aan. Door het beginnen meten van de impact, moeten we nu inzage krijgen in de vooruitgang op dit vlak.”
Praktisch probleem: reverse logistics
Een groot probleem voor de business development van de havens met betrekking tot de circulaire economie, zijn de reverse logistics. Als alle materialen opnieuw moeten kunnen worden ingezet, dan moeten de logistieke ketens van de gebruikers terug naar de haven ook vlot kunnen werken. “In de plaats van materialen uit één grote mijn te laten aankomen in de haven en de overslag te organiseren, is de hele maatschappij nu de mijn aan het worden”, legt Professor Haezendonck uit. “Dat gaat gepaard met gefragmenteerde, kleine volumes die her en der moeten worden opgehaald. Dat is best gecompliceerd. Zonder de nodige kritische massa’s, stijgt de kost aanzienlijk. Elk bedrijf moet bereid zijn om die stap te zetten naar duurzamere producten, duurzamere productieprocessen. Tegelijk zal moeten worden ingezet op minder en betere vormen van consumptie. Dat is een zeer geleidelijk proces.”
Geloofwaardigheid en ambitie
Welke rol kan een Circular Port Monitor daarin spelen? “Ten eerste geeft de monitor de responsabilisering van de havens en de geloofwaardigheid van hun duurzame strategie, handen en voeten. Want zonder indicatoren kan je niet geloofwaardig zeggen dat je de circulaire transitie opvolgt en waarmaakt”, aldus Professor Haezendonck.
Havens halen de pers met hun duurzaamheidsbeleid. Ze mogen, in hun eigen belang, niet te snel denken dat ze al op schema zitten om de langetermijndoelen te halen.
“Ten tweede is de monitor ook een incentive om hun ambitieniveau op te krikken. Havens halen de pers met hun duurzaamheidsbeleid. Ze mogen, in hun eigen belang, niet te snel denken dat ze al op schema zitten om de langetermijndoelen te halen. Elke haven denkt op de één of andere manier wel dat ze goed bezig zijn met het risico om een beetje zelfgenoegzaam te worden. Ze hebben er overigens alle belang bij om als eerste de vruchten te plukken van zo’n transitie van het economisch systeem”
“De monitor is niet alleen een hulpmiddel maar doet tegelijkertijd ook beseffen dat het hierbij niet stopt. We verwachten nog aangepaste en ook andere soorten indicatoren in de toekomst. De Port Management Bodies moeten dat niet allemaal zelf doen maar er tenminste een stimulans toe geven. Met het concessiebeleid bijvoorbeeld, kan je al heel wat doen door de juiste bedrijven met de juiste circulaire mindset aan te trekken. Je kan ook extra incentives inbouwen met een bonus-malus-systeem: bedrijven in de haven die goed presteren zouden een korting kunnen krijgen, waar anderen, die het niet goed doen, meer wordt aangerekend. Dat komt niet zomaar uit de lucht gevallen want dit wordt ook al toegepast in het kader van huidige trafieken. Dit kan ook met de circulaire activiteiten.”
De havens komen nog te veel met anekdotische berichten naar buiten. De maturiteit ligt nu binnen handbereik met het monitoren van de circulaire transitie en de impact op klimaat, die stappen moeten gezet worden. De vrijblijvendheid mag nu stilaan verdwijnen.
“De havens komen nog te veel met anekdotische berichten naar buiten. De maturiteit ligt nu binnen handbereik met het monitoren van de circulaire transitie en de impact op klimaat, die stappen moeten gezet worden. De vrijblijvendheid mag nu stilaan verdwijnen. Als de grootste havens die stap zetten, volgen allicht ook andere havens. Die peers zullen zich willen benchmarken. Wij hebben een verkenning van de mogelijkheden gedaan en een werkbare methode voorgesteld, nu is het aan hen om met de betrokken partijen de data te verzamelen en de eerste baseline-berekening te doen”, vindt Professor Haezendonck. “Onze hoop is dat er voor de twee grootste havens in Vlaanderen een baseline is voor die eerste 12 indicatoren tegen 2025. Dan zijn we vertrokken om al doende de circulaire ambities van de havens stelselmatig naar een hoger niveau te tillen.”
Dit interview verscheen eerder op de website van Vlaanderen Circulair: