ShoeRise, duurzame revolutie op hoge hakken
De opkomst van de circulaire schoen, volgens Caro Peirs.
In een rustig provinciestadje, op wandelafstand van het grootste marktplein van België, ligt het bureau van Caro Peirs. Aan haar naaitafel of achter het bureau geeft de oprichtster van ShoeRise elke dag iets meer vorm aan een duurzame manier van schoenmaken. Dat doet ze, zonder fout op een paar elegante hoge hakken.
Met ShoeRise gidst en ondersteunt Caro schoenenmerken bij sociale en duurzame innovatie. Dat doet ze door te ontwerpen, onderzoek te verrichten naar materialen en technieken en prototypes te maken. Caro’s troef is een uitgebreid netwerk in de schoenenindustrie, gecombineerd met een grondige kennis van, en hart voor duurzame innovatie.
We ontmoeten elkaar in een sociaal lunchcafé in Sint-Niklaas. Caro vertelt dat er meer overeenkomsten tussen zijn het café en haar onderneming zijn, dan je op het eerste zicht zou zeggen.
Ambachtsvrouw ten voeten uit
Caro Peirs: Ik heb een achtergrond in maatschappelijk werk. Tot enkele jaren geleden was ik aan de slag ik in de sociale sector, waar ik startte op het terrein en vervolgens bij personeelsbeleid en HR terechtkwam. Twee jaar geleden, ik was toen 37, had ik een redelijk doorsnee profiel voor mensen van mijn leeftijd. Ik was halverwege de dertig, woonde met mijn gezinnetje met twee kindjes in de stad, en had een job waarin ik me nogal verveelde.
Startte je daarom met een cursus schoenontwerpen?
Caro Peirs: Na mijn werkuren volgde ik regelmatig cursussen waar ik mijn creatieve ei kwijt kon. Zo’n zes jaar geleden schreef ik me aan de Academie van Sint-Niklaas in bij de richting schoenontwerpen. Het was een best zware opleiding: tien uur les per week, en dan nog eens evenveel werk thuis.
‘Diep in mij zeurde een stemmetje om ook het ruimere plaatje rond schoenen te begrijpen’
Maar ik deed het doodgraag, en schoenen maken werd steeds belangrijker in mijn leven. Elk jaar in mei nam ik twee weken verlof van mijn werk om me helemaal te kunnen concentreren op de modeshow.
In 2015 studeerde ik af als schoenontwerper. ‘Wat nu?’, ging er door mijn hoofd. Aan de academie had ik geleerd hoe schoenen in elkaar zaten - van schetsen en ontwerpen tot het presenteren van prototypes op de catwalk. Maar de schoenen die ik daar maakte waren eigenlijk vooral kunstobjecten. Museumstukken.
Diep in mij zeurde een stemmetje om ook het ruimere plaatje rond schoenen te begrijpen. Hoe breng je een schoen op de markt, bijvoorbeeld, hoe ziet de schoenenindustrie eruit, hoe stel je een businessplan voor schoenen op, of hoe kijk je verder dan het ambacht alleen?
Het grotere plaatje
Dat was de start van een groot avontuur.
Caro Peirs: Ik wist dat er in Nederland, in Waalwijk, een opleiding bestond rond ‘Footwear Innovation.’ Het was een internationale opleiding van negen maanden, met enkele weken les in Nederland en bedrijfsbezoeken in China.
Van over de hele wereld werden er tien deelnemers geselecteerd. Ik zond mijn dossier in, en vergat het hele verhaal. Het plan leek me eigenlijk niet realistisch, want het zou ons gezin en mijn toenmalige job helemaal ondersteboven halen. Het was een leuke droom, maar ik verwachtte er niets van.
‘Het plan leek me eigenlijk niet realistisch, want het zou ons gezin en mijn toenmalige job helemaal ondersteboven halen’
Niet lang daarna kreeg ik bericht dat ik kon starten aan het toenmalige SLEM. Samen met studenten uit Ijsland, Dubai, de Verenigde Staten, Duitsland en Brazilië mocht ik beginnen. De cursus had een zware impact op me, op een positieve manier. SLEM, vandaag The Footwearists, was gelegen in Waalwijk, het oude schoenencentrum van Nederland. Vandaag worden er geen schoenen meer gemaakt, maar het is nog wel de plek van de distributie en expertise rond schoenen in Nederland.
SLEM was een instituut dat die expertise bundelde en overbracht via onderzoek, opleidingen en andere activiteiten. Essentieel was hun enorme link met de bedrijfswereld. Aan het instituut werkten consultants, maar er werd ook aan materialenonderzoek gedaan - 3D-printen gebeurde er alle dagen.
In november 2015 startte ik in Waalwijk. Die eerste weken waren heftig. Ik werd opnieuw kotstudent. Zondagavond vertrok ik naar Waalwijk en vrijdagavond keerde ik terug. Mijn kinderen waren toen vijf en acht jaar oud. De periode daar heeft ons als gezin uitgedaagd, maar ook verrijkt.
Circulaire schoen
Wat leerde je er precies?
Caro Peirs: Bij SLEM kwam ik in contact met de innovatieafdeling van heel wat merken. Ik leerde bij over het brede plaatje, ook over hoe schadelijk de huidige schoenenindustrie is voor het milieu. Terwijl ik vroeger dacht dat leer een eerder onschuldig materiaal was -want het ademt, is organisch, en is een bijproduct van de vleesindustrie- leerde ik bij SLEM dat de waarheid anders in elkaar zat.
‘Het is dus niet zo dat leder steeds een bijproduct of afval is, er worden heel wat dieren geslacht louter voor hun huid’
De klassieke manier van leerlooien, met chroom, is een toxische bezigheid, zowel voor de mensen die ermee in contact komen als voor de natuur waar de chroom in terecht komt. Na gebruik is het leder ook niet biologisch afbreekbaar, omdat het giftig blijft. En het is dus niet zo dat leder steeds een bijproduct of afval is, er worden heel wat dieren geslacht louter voor hun huid. Mijn positieve beeld over leer stelde ik alvast snel bij.
Ik stelde mezelf als doel om een duurzame schoen te maken, die eerlijk tot stand was gekomen. Logischerwijs zou ik de schoen met lokale materialen maken, en dicht bij huis produceren. De materialen die ik zou gebruiken, moesten op het einde van hun leven ergens naar kunnen terugkeren, ofwel naar de industrie voor hergebruik, ofwel naar de natuur die het kan afbreken. De schoen werd circulair, dat leek logisch.
Lokale behoeften, globale inzichten
Ook de grote productiecentra in China leerde je van binnenuit kennen.
Caro Peirs: Hoewel ik wist dat ik het productieproces van mijn schoen lokaal wilde organiseren, vertrokken we na Waalwijk met alle studenten naar Guangzhou in China, de stad van de schoenenindustrie, confectie én zeevruchten. We bezochten er productiecentra en materialenleveranciers van schoenen.
Die uitstap, die vijf weken duurde, woog zwaar op me. In die ene stad wonen meer mensen dan in heel België. Door het tijdsverschil, doordat ik de taal niet sprak, door het tekort aan frisse lucht en de onaflatende smog en door het ontbreken van natuur in de stad, voelde ik me vijf weken lang benauwd.
‘In China ontstond de wil om voor niets minder te gaan dan een revolutie in schoenenland’
Elke dag begreep ik beter hoe de schoenenindustrie precies in elkaar zat, en groeide mijn overtuiging dat ik het anders wilde aanpakken. Socialer, natuurlijker. In China ontstond de wil om voor niets minder te gaan dan een revolutie in schoenenland.
Na de reis in China werkte ik van thuis uit verder aan mijn eindproject. Omdat er hier in de buurt quasi geen schoenenproductiecentra meer zijn, bezocht ik in Frankrijk, Portugal en Spanje heel wat fabrieken. Ik leerde er een schoenenproducent kennen die zelf ook onderzoek deed naar duurzame schoenen. Ik kwam fabrieken tegen waar ze graag schoenen in kleine oplages maakten, om overschotten te vermijden, anders dan in China. Fabrieken met aandacht voor de werkomstandigheden van hun arbeiders, ook.
Mango, asperges en prei
Waaruit bestaat zo’n duurzame schoen precies?
Caro Peirs: Van thuis uit experimenteerde ik met materialen om op een natuurlijke manier een vervanger voor leer te maken. Het materialenonderzoek bracht me naar Veurne, naar een bedrijf dat asperges en prei verwerkt. Met hun afvalvezels deed ik materiaaltests.
In Spanje bezocht ik een agavekwekerij waar ik met de vezels leer probeerde te maken. De stam wilde ik gebruiken voor hakken. Maar ik ervaarde er vooral hoe moeilijk het was om een goed werkend alternatief voor leer te ontwikkelen.
‘In Nederland is er de start-up Fruitleather Rotterdam, die leer maken van fruitoverschotten, voornamelijk van mango’s’
In de periode daarvoor had ik al wat producenten van alternatieve textielen aangesproken. In Nederland is er de start-up Fruitleather Rotterdam, die leer maken van fruitoverschotten, voornamelijk van mango’s. Helaas bleek hun product nog niet ver genoeg te staan om een stevig en flexibel alternatief voor leer te zijn.
Een andere piste was Piñatex, een fabrikant van veganistisch leer op basis van ananasvezels. Ik contacteerde hen, maar ook zij waren nog in opstartfase en concentreerden zich op belangrijke samenwerkingen met onder andere Camper en Puma.
Uiteindelijk besliste ik om mijn prototypes, die enkele maanden later voor de jury moesten verschijnen,te maken met overschotten leer. De resterende tijd concentreerde ik me op een oplossing voor dat andere belangrijke probleem, de lijm.
Als het klikt…
Welk alternatief vond je voor de vervuilende lijm die een onderdeel is van zowat alle schoenen?
Caro Peirs: Ik ging eerst op zoek naar een biologisch afbreekbare vervanger voor de synthetische lijmen die in bijne iedere schoen verwerkt zijn.
‘Al snel koos ik voor een radicalere oplossing, en verving ik de lijm door een ingenieus kliksysteem’
Maar al snel gooide ik het roer om voor een radicalere oplossing, en verving ik de lijm door een ingenieus kliksysteem.
De schoenen die ik uiteindelijk presenteerde bij het afstuderen bestonden uit een massief houten zool en hiel, een 3D-geprinte loopzool, een biologisch afbreekbare binnenzool en een gevlochten leren buitenwerk in flashy kleuren. Het waren pumps, uiteraard (knipoogt!).
Er zijn vandaag heel wat onderzoekers bezig met het uitwerken van plantaardige alternatieven voor leder. Dat materialenonderzoek laat ik voorlopig even links. En ik kijk al uit naar het moment dat die veganistische alternatieven op de markt zijn.
Heksentoeren en kruisbestuiving
Na je afstuderen startte je je eigen zaak op, ShoeRise.
Caro Peirs: Dat gebeurde ongeveer een jaar geleden. Doorheen mijn studie was ik expert geworden in het veld van duurzame schoengerelateerde oplossingen. Met ShoeRise richt ik me vooral op consultancy. Ik help bedrijven die een duurzame schoen willen uitbrengen maar niet de expertise hebben over hoe dat precies kan.
Duurzame schoenen zijn sowieso een complexe opdracht. Gewone kleding is doorgaans relatief eenvoudig opgebouwd, uit een of twee textielsoorten en wat afwerkingsdetails. Bij schoenen is dat anders, denk maar aan sneakers.
‘De projecten waar ik aan werk monden in de praktijk vaak uit tot een echte kruisbestuiving tussen duurzame ondernemers’
Die bestaan uit verschillende zichtbare en onzichtbare materialen: buitenzolen, veters, knopjes, binnenzolen, binnenvoering, ritsen en meer. Het is een heksentoer om voor al die verschillende bestanddelen een duurzaam alternatief te vinden.
Een van mijn klanten is het Sint-Niklase label HONU, een merk dat bekendstaat voor zijn eerlijke en ecologische streetwearcollectie. Binnen enkele maanden lanceren ze een eerste duurzame sneaker. Die sneaker is opgebouwd uit onder andere overschotten leer van een autointerieurfabrikant, veters op basis van textielafval en gerecycleerd rubber voor de zolen.
De productie gebeurt in Portugal, bij een producent die ik de voorbije jaren leerde kennen. De projecten waar ik aan werk monden in de praktijk vaak uit tot een echte kruisbestuiving tussen duurzame ondernemers.
Sociale karakter in het dna
Je vertelde daarnet dat er best wat overeenkomsten zijn tussen het sociaal lunchcafé waar we nu zitten, koek&ei, en ShoeRise. Wst bedoel je daarmee?
Caro Peirs: Toen dit schoenenavontuur startte, dacht ik helemaal gebroken te hebben met mijn verleden als sociaal werker. Schoenenontwerp en sociaal werk, dat is niet meteen hetzelfde, toch? Ik vond het ook best prettig, zo’n nieuwe start. Maar hoe langer ik bezig was met het schoenenvak, en hoe meer ik me verdiepte in het productieproces, hoe duidelijker het werd dat die sociale achtergrond toch weer binnensloop in mijn werk.
Een van de belangrijkste drijfveren voor dit schoenenavontuur was misschien wel een erg persoonlijk argument. Tijdens mijn vorige jobs was ik na verloop van tijd steeds tegen een plafond gebotst. Na enkele maanden had ik doorgaans begrepen hoe ik mijn werk het efficiëntst kon invullen, en viel de uitdaging weg.
‘Wat ik voor mezelf wil, gemotiveerd, gelukkig en gezond werken, wil ik eigenlijk ook voor iedereen’
Daarmee verloor ik ook de interesse in mijn job. Hoewel anderen dat soms wel kunnen, lukte het me niet om daar vrede mee te nemen. Bij de start van mijn opleiding in Waalwijk nam ik voor mezelf het voornemen om me nooit meer te vervelen in mijn professionele leven.
Tot op vandaag is dat alvast gelukt, maar wat ik wilde voor mezelf, gemotiveerd, gelukkig en gezond werken, wil ik eigenlijk ook voor iedereen die met me samen zou werken. Het werd me steeds duidelijker dat dat sociale karakter ook in het dna van ShoeRise terecht moest komen.
Een paar maanden geleden nam ik deel aan een Masterclass waarin ik met een groep mensen probeerde te definiëren wat ik nu wel en niet wilde bereiken met ShoeRise. Dat deed ik samen met een groep jonge duurzame ondernemers tijdens een weekend brainstormen, georganiseerd door Act4Change. Samen distilleerden we een basispitch van ShoeRise, over wat ShoeRise is en kan betekenen. Waarin dat sociale aspect wel naar voren bleek te komen.
Terug naar school
Is ShoeRise sindsdien ook meer een sociale onderneming?
Caro Peirs: Tijdens het Masterclass-weekend leerde ik ook een docente kennen van het vak Sociaal Verantwoord Ondernemen aan de KULeuven. Ze nodigde me uit om als gastdocente, samen met studenten, enkele sociale, schoengerelateerde projecten uit te werken. Wat die studenten gaan doen, vind ik geweldig.
‘Zelf een paar schoenen maken, geeft een sterker gevoel van “ze te verdienen” dan een nieuw paar schoenen krijgen’
In een eerste casus werken de studenten een sociale en duurzame dimensie uit voor de bestaande One Day Sneaker-kit. Met deze kit kan je, zonder machines of lijm, op één dag tijd je eigen paar sneakers maken. De One Day Sneaker heeft een empowerende dimensie. Zelf een paar schoenen maken, geeft een sterker gevoel van “ze te verdienen” dan een nieuw paar schoenen krijgen.
Mijn studenten gaan zich buigen over hoe je de bestaande kit in een sociaal, rendabel en efficiënt businessmodel kan gieten.
In een tweede casus helpen de studenten mee aan een ondernemingsplan voor een duurzame Sint-Niklase schoen, die gemaakt wordt door lokale arbeiders en met materialen van bij ons in de buurt. Het wordt een creatieve sociale tewerkstellingsplek, met arbeidsplaatsen voor laaggeschoolden.
De materialen voor de schoenen, textiel en leder, zouden komen van vzw Den Azalee, de kringwinkelkoepel van het Waasland. Vier vijfde van de kleding die binnengebracht wordt, komt namelijk niet niet in de winkels terecht. Het hele project is een zoektocht naar een manier om de lokale reguliere economie te verbinden met de sociale economie.
Op een relatief korte periode heb je je leven best radicaal omgegooid. Je transformeerde van werknemer tot geëngageerd sociaal onderneemster. Vandaag ben je een voortrekker van duurzaam ondernemen in de modesector - je hebt al een hele schare volgers op Instagram. Gaat het niet erg snel?
Caro Peirs: Voor mij klopt het zo. Deze laatste jaren zijn mijn ogen opengegaan. Sinds ik het hele productieproces van schoenen van naaldje tot draadje heb onderzocht, merk ik dat ik ook in mijn eigen leven veel bewuster consumeer. Ik koop vooral opmerkelijk minder spullen dan vroeger. En wat ik koop, probeer ik lokaal te houden, mijn groenten haal ik bijvoorbeeld op de wekelijkse buurderij, daar komen ze rechtstreeks van bij de boer.
Tot op vandaag is het alvast gelukt om me niet meer te vervelen op mijn werk. Nu ik heb ondervonden dat mijn ideale schoen én sociale impact heeft, én circulair is, kan ik haast niet wachten om die de volgende jaren gewoon te maken. Door onder andere mijn eigen schoenenlijn, TropiCaro, verder uit te bouwen.
Boodschap aan de dedicated followers of sustainable fashion: zet jullie maar schrap. Want die ideale schoen zou wel eens een kleurige pump kunnen zijn met hele hoge hakken.
Deze reportage is een initiatief van Act4Change