50 tips voor een autoloos leven
Alles begint met een “klik” in je hoofd.
Waarom en hoe het autoverkeer verminderd moet worden ten voordele van duurzame alternatieven is het thema van het nieuw boek van Luc Vanheerentals ‘Fifty Ways to Leave Your Car. Duurzame alternatieven voor de auto’. Het boek telt 320 bladzijden en bevat 50 tips voor een leven zonder eigen auto, 50 getuigenissen die dit illustreren, 50 beleidsaanbevelingen en 50 aanklachten tegen de auto. De bekende verkeersexpert ‘de Andere Kris Peeters’ schreef het voorwoord en Rik Torfs een uitgeleide. Hier een voorpublicatie van een hoofdstuk uit het boek “50 Tips voor een autoloos leven”. Heel praktisch en nuttig voor eenieder.
1. Draai de knop om
De knop in je hoofd omdraaien, je mentale computer in de autoloze modus zetten en omschakelen op de fiets en het openbaar vervoer is voor autoverslaafden zonder twijfel een bijzonder moeilijke opdracht. Je wint er nochtans veel geld en gezondheid mee en we winnen er allemaal bovendien een verbeterde luchtkwaliteit, minder klimaatopwarming en meer veiligheid mee. Om je – met uitzondering van situaties waar het niet anders kan – zonder auto te verplaatsen bestaan er overigens honderd-en-een mogelijkheden. Zet terug de gps van je verbeeldingskracht aan!
2. Ga in de buurt van je werk wonen
Leven zonder eigen auto is des te meer haalbaar voor zover je een woonplaats kiest die zich situeert in de omgeving van je werk, winkels, culturele en sportactiviteiten, scholen, kinderopvang, gezondheidszorg, openbaar groen, een knooppunt van openbaar vervoer… Op die manier beperk je immers een aantal belangrijke verplaatsingen tot een minimum. Het is ook zoveel leuker om in gezelschap van een of meerdere collega’s naar het werk te fietsen. Doe een rondvraag in je eigen bedrijf of ondernemingen in de onmiddellijke omgeving naar wie ’s morgens en ’s avonds hetzelfde traject al fietsend aflegt.
3. Verbeter de conditie door buiten en in gezelschap te sporten
Om zonder auto door het leven te gaan moet je zorgen voor een goede lichaamsconditie. Wegens het stimulerend effect is het beter, leuker en meer motiverend om in gezelschap te sporten dan alleen. Ook openluchttraining is beter dan binnenhuis te sporten in een fitnesszaal. De groene omgeving leidt op een natuurlijke manier af waardoor je niet beseft dat je zo hard aan het sporten bent. In tegenstelling tot het eentonige en voorspelbare fitnessgebeuren zorgt trainen in openlucht ook voor meer variëteit qua weer en omgeving.
4. Geniet van het onderweg zijn
‘Tourists don’t know where they have been, travelers don’t know where they are going’. Reis trager en geniet meer van het onderweg zijn. In ons werkleven zijn we het zo gewoon om zo snel mogelijk te proberen alles af te werken dat we de neiging hebben hetzelfde te doen als we ons gewoon verplaatsen of tijdens het verlof op reis gaan. Velen willen zo snel en zoveel mogelijk bezienswaardigheden afhaspelen zodat er nauwelijks tijd overblijft om van de plek te genieten.
Ook in het dagdagelijkse leven is rijden met bus, trein of tram (voor zover ze niet overvol met passagiers zijn) puur genieten.
Durf ook in het gewone leven meer stil te staan om je omgeving wat meer in de diepte op te nemen en te genieten van het onderweg zijn. Ook in het dagdagelijkse leven is rijden met bus, trein of tram (voor zover ze niet overvol met passagiers zijn) puur genieten. Ook op de fiets heb je tijd om te genieten van de omgeving en om rustig de dag te overdenken, zodat je hoofd leeg is wanneer je thuis komt.
5. Fiets of wandel als je nieuwe ideeën wil opdoen
Een veelgehoord argument om te gaan fietsen, wandelen of lopen of sporten in het algemeen is dat het je hoofd op een ontspannende manier ‘leeg maakt’ en door de extra zuurstof en doorbloeding mentaal en fysiek laat recupereren. Regelmatig lees je in de kranten uitspraken van kunstenaars die beweren dat ze hun meest creatieve ideeën al fietsend hebben opgedaan. ‘Ik merk dat als ik veel gefietst heb, ik ook makkelijker muziek maak en schrijf. Vooral omdat ik me “vrijer” voel na een fietstocht. Fietsen is ideaal om de gedachten te ordenen’, aldus Sioen op de website smove.be.
6. Kies zorgvuldig de goede fiets
Kies een fiets in functie waarvoor je hem wil gebruiken: voor korte ritten in je omgeving, dagelijks ettelijke kilometers naar je werk, recreatief… Kies ook een fiets die aangepast is aan je lengte en laat bij de aankoop de hoogte van het stuur en zadel optimaal aanpassen. Het zadel moet in functie van het bekken gekozen worden. Kies ook voor een fiets waar niet teveel onderhoud aan is. Er zijn tal van andere technische details waarop je moet letten bij aankoop.
Heeft de tweewieler goede remmen, een optimale verlichting, stevig kader, kwaliteitsvolle, stevige en duurzame velgen, degelijke versnellingsapparaten, naven, assen en spatborden voor als het regent? Een kettingscherm vermijdt dat losgekomen veters tussen de ketting kunnen draaien. Gebruik banden van het type die nauwelijks kunnen plat geraken. Alle info hierover natuurlijk bij je fietsenmaker. Ook niet onbelangrijk is dat je je fiets thuis stalt op een locatie die vlot bereikbaar is.
7. Koop verschillende soorten fietsen
Voor wie het zich financieel kan veroorloven is de aanschaf van verschillende fietsen aan te bevelen. Boodschappen doen lukt het best met een zwaardere fiets met stevige fietstassen. Voor langere afstanden is een lichter en sneller type fiets zeer handig of een elektrische fiets. Om fietsritten te combineren met bus of trein schaf je je best een vouwfiets aan. Hiermee ben je supermobiel in stedelijke omgevingen. En wie graag rond rijdt in bossen en lange steile parcours investeert best in een mountainbike. Voor recreanten zijn er dan weer koersfietsen beschikbaar. Ook een (eventueel 2de hands) reservefiets bij de hand hebben is steeds handig wanneer de fiets lek rijdt of voor onderhoud of herstelling bij de fietsenmaker staat. Zonder auto komt er in de garage overigens plots heel wat plaats vrij om deze fietsen te plaatsen.
8. Koop een vouwfiets
Je vergroot de actieradius van het openbaar vervoer enorm door als voor- en natransport een vouwfiets te gebruiken. Die kan je zowel op de trein, de bus, tram of metro probleemloos meenemen. Als je een vouwfiets koopt, let dan goed op het gewicht, want je moet hem vaak dragen. Ga ook na of het plooien eenvoudig en vlot verloopt. Ook bij een vouwfiets moet men voor kwaliteit kiezen. Bij goedkopere modellen is het risico immers groter dat er een speling ontstaat bij de scharnierpunten, wat het plooien op de duur sterk bemoeilijkt. Er zijn overigens ook al elektrische vouwfietsen te koop voor de langere afstanden.
9. Test de ligfiets eens uit
Velen moeten omwille van de veiligheid en de onnatuurlijke houding niets hebben van de ligfiets. Nochtans heeft die grote voordelen. Het is immers efficiënter fietsen met een ligfiets omdat je dankzij de betere aerodynamica met dezelfde kracht hogere snelheden haalt. Er bestaan overigens ook driewielige ligfietsen die stabieler ogen.
10. Leve de tandem
Als je met twee wil fietsen, maar de ene fietst doorgaans wat vinniger dan de andere, dan is de tandem een oplossing voor dit probleem. De tandem is ook geschikter voor langere afstanden. Rijdend op een tandem kies je bij voorkeur voor degelijke, vrijliggende fietspaden zoals fiets-o-strades en jaagpaden. Bij het rijden met de tandem ook opletten op de grotere draaicirkel.
11. Oppassen met herenfiets
De herenfiets met zijn hoge stang is volgens het Zweeds onderzoeksinstituut VTI onveiliger dan een damesfiets met een lage opstap. Volgens de Zweedse onderzoeker is het risico bij een valpartij met een ‘hoge-stang-fiets’ immers groter dat het hoofd eerder de grond raakt dan de schouder of heup, omdat de fietser meer voorovergebogen zit. Bij een val met de damesfiets raken eerder heup en schouders de grond. Ook het afstappen is lastiger, waardoor oudere mensen die lichamelijk wat minder flexibel zijn kunnen vallen. Kies bij aankoop van een herenfiets dus eerder voor een model waarbij je rechtop zit – als je aerodynamica minder belangrijk vindt tenminste – dat is niet alleen veiliger, maar ook gezonder voor de rug.
12. Mogelijkheden voor mensen met een beperking om te fietsen
Ook mensen met een fysieke en mentale beperking kunnen zich al fietsend voortbewegen, zij het met een aangepaste, al dan niet elektrische fiets, zoals een driewielfiets, een handbike of een andere twee- of meerwieler. Voor advies kan men bijvoorbeeld terecht bij het Adviescentrum Aangepast Fietsen van het UZ Leuven (Weligerveld 1, 3213 Pellenberg). Ook een aantal fietsenhandelaars zijn gespecialiseerd in dergelijke fietsen en kunnen op vraag zelfs van een gewone driewielfiets een elektrische maken.
13. Onderhoud je fiets
Eenmaal je je fiets gekocht hebt is onderhoud en regelmatig (minstens één keer per jaar) nazicht door een fietsenmaker aangewezen. Dit is niet alleen nodig om ongevallen te voorkomen, maar ook om niet onverwacht met pech geconfronteerd te worden tijdens een fietsrit. De fietsenmaker kijkt hierbij remmen, versnellingen, bandenspanning, de vastheid der bouten na en smeert alles nog eens. Een jaarlijks nazicht is nodig omdat de kosten bij een herstelling anders vaak sterk oplopen. Tijdens reparaties aan de fiets kan je de fietsenmaker vragen of hij geen vervangfiets ter beschikking heeft.
Door zelf regelmatig – één keer per maand – de banden op te pompen, de ketting te smeren met oliespuitbus en de remmen na te kijken beperk je overigens de slijtage tot een minimum en blijft je ten allen tijde veilig en met een minimum aan inspanning fietsen. Om valpartijen te vermijden is het echter best in de winter je banden niet te hard op te pompen.
14. Leer je fiets te repareren
Leer zelf het basisonderhoud en eenvoudige reparaties aan de fiets. Neem hiervoor ook steeds het nodige materiaal mee. Bandenplakgerief, fietspomp, inbussleutels en een schroevendraaier zijn voldoende om de meeste noodreparaties aan te kunnen. Een platte band, gestremde ketting, slepend spatbord… zijn supervervelend als je aan het fietsen bent en niet of nauwelijks nog vooruit kan. Zie dat je de nodige kunde hebt om de tweewieler zelf te repareren. Centra volwassenenonderwijs en De Vakantiefietser organiseren hierover cursussen.
Het is een kostelijke zaak als je je kapotte tweewieler (en jezelf) moet laten ophalen door een fietsenmaker.
Het is een kostelijke zaak als je je kapotte tweewieler (en jezelf) moet laten ophalen door een fietsenmaker. Om nog maar te zwijgen over het tijdverlies.
Organisaties zoals Touring, DVV, VAB… hebben nu ook voor fietsen een bijstandsverzekering uitgewerkt waarbij men bij pech en ongeval niet alleen tussenkomt in de medische en andere kosten maar je ook samen met je fiets overal in België komt ophalen.
15. Gebruik fietsbanden die niet kunnen lekken
Om vlot te kunnen rijden en het risico op slijtage te verminderen moeten de banden op de juiste spanning staan wat vaak niet het geval is. Het loopt helemaal mis natuurlijk als de band lek rijdt. Om lekrijden te voorkomen zijn er op de markt stevige lekbestendige fietsbanden te koop met een anti-leklaag. Terwijl een goedkope buitenband 10 tot 15 euro kost betaal je voor een dergelijke band 30 tot 40 euro. Deze zijn echter zeer effectief in het voorkomen van die deksels vervelende lekke banden waarmee je tijdens het fietsen uiteraard op de meest onmogelijke momenten geconfronteerd wordt. Bij winterweer en gladde wegen is een investering gewenst in winterbanden met spijkers. Die kosten 40 tot 50 euro per stuk. Leer de banden zelf te verwisselen om regelmatige trips naar de fietsenmaker te vermijden.
16. Kleding die beschermt tegen regen en koude
There is no such thing as bad weather, only inappropriate clothing! Als er ook maar enig risico is dat het zou regenen neem je best een compacte, lichte regenjas mee. Bij regenval kan een grote cape je behoeden voor elk spatje regen. De nieuwste regencapes hebben brede venstertjes in de kap waardoor je goed kan blijven zien. Je hebt ook poncho’s die over het stuur hangen Het is ook steeds aangewezen om kledij ‘in dunne laagjes’ te kiezen zodat je je temperatuur tijdens het fietsen eenvoudig kan reguleren en niet teveel zweet.
Het aantal dagen dat weersomstandigheden spelbreker zijn voor een leuke fietstocht zijn gelukkig erg beperkt!
De bovenste laag kleding mag geen wind en regen doorlaten maar moet ‘ademen’ zodat het zweet naar buiten kan.
Naast fietskleding kan je ook speciale schoenen kopen die bescherming bieden tegen de regen. Die schoenen zijn wel redelijk duur. Een goedkoper alternatief zijn plastic overtrekhoesjes die je over alle soorten schoenen kan schuiven. Je schoenen regelmatig goed poetsen en behandelen met de juiste producten is eveneens belangrijk om ze waterdicht te houden.
Ook de tassen waarmee je dingen vervoert moeten waterdicht zijn. Bij winterse temperaturen is winddichte warme kleding vereist, warme handschoenen en een muts… Het aantal dagen dat weersomstandigheden spelbreker zijn voor een leuke fietstocht zijn gelukkig erg beperkt! Volgens weerman Frank Deboosere regent het jaarlijks slechts 6 procent van de tijd.
17. Voorkom fietsdiefstal
Gebruik steeds een degelijk fietsslot (geen plastic cijferslotje!). Bij kwaliteitssloten maakt het geen verschil of ze met een nummer of sleuteltje fungeren. Maak je fiets ook steeds vast aan een paal of een fietsrek. Een tweede ringslot rond het achterwiel garandeert dat je geen kader zonder wielen terugvindt. Je fiets laten graveren (of een ID-sticker aanbrengen) zodat de politie gestolen fietsen makkelijker op het spoor kan komen en terugbezorgen aan de eigenaar is een must. Er bestaan overigens ook fietsen met een ingebouwd ‘trackingsysteem’ via gps. Overweeg ook de mogelijkheid van een fietsdiefstalverzekering (cfr. www.fietsersbond).
18. Kies aangename wegen
Volg niet blindelings de wegen waarlangs je met de wagen zou rijden. Kies voor wegen – ook als de afstand op die manier wat groter is – waar je minder last hebt van verkeerslichten, druk verkeer, dubbelparkeerders of bushaltes en het uitzicht een stuk aangenamer is. Niet altijd, maar heel vaak, brengen die alternatieve kronkelbaantjes – kleine steegjes, binnenwegjes of kalme residentiële wijken – je op je bestemming. Verken de buurt, durf verkeerd te rijden.
Verken de buurt, durf verkeerd te rijden.
Spreek met andere fietsers over de wegen die zij het liefst nemen en welke ze vermijden. Je kan ook je route uitstippelen op basis van het fietsknooppuntennetwerk dat eveneens garant staat voor rustige en aangename fietsweggetjes (www.fietsnet.be).
19. GPS op de fiets
Zet op het stuur van je fiets een specifieke voor de fiets gebouwde gps zodat je altijd de kortste weg naar je doel kan volgen en ook geïnformeerd wordt over het tijdstip waarop je zal arriveren op je afspraak. Een ander handig technisch snufje als je ergens naartoe moet fietsen waar je de weg niet kent is een stuurhouder voor een smartphone waarop je een gps kan aanzetten die aangeeft waar je naartoe moet.
20. Eis dat je werkgever douches installeert
Wie fietst naar het werk heeft bij aankomst recht op een douche om al het verzamelde zweet weg te wassen. Por je werkgever daarom aan om te investeren in douches en kleedkamers. Investeringen in bedrijfsfietsen en fietsinfrastructuur, met inbegrip van kleedkamers en douches, zijn voor 120 procent van de kostprijs fiscaal aftrekbaar.
21. Oogcontact
Het is evident dat je als zwakke weggebruiker te midden van het gemotoriseerd verkeer zeer voorzichtig moet zijn en heel defensief moet rijden om aanrijdingen te voorkomen. Oogcontact is in vele gevallen heel belangrijk. Zo moet je aan kruispunten of andere plaatsen waar je mogelijk ander verkeer kruist indien mogelijk steeds proberen oogcontact te maken met de andere bestuurders zodat deze weten dat jij er bent. Op die manier kan je ook het risico op dodehoekongevallen verminderen. Ga hierbij aan een kruispunt zo mogelijk een drietal meter voor een vrachtwagen staan zodat de chauffeur je duidelijk ziet. Ook zwakke weggebruikers – fietsers, voetgangers en anderen – kunnen voor elkaar een gevaar betekenen. Ook hier is oogcontact een gulden veiligheidsregel.
22. Afleiding zoveel mogelijk beperken
Net als elke andere weggebruiker moet een fietser in het verkeer volledig gefocust zijn op wat er zich daar afspeelt. Het is dan ook ten zeerste af te raden om bijvoorbeeld met je hoofdtelefoon muziek te beluisteren of om te telefoneren of sms’en terwijl je op de fiets zit. Hiervoor kan je overigens een boete krijgen. Als je onder invloed van alcohol, drugs of bepaalde medicatie bent is ook fietsen levensgevaarlijk.
23. Gebruik fluorescerende kledij
Zeker bij beperkte zichtbaarheid is fluorescerende, reflecterende kledij (ook armbanden!) aangewezen. Er bestaan overigens ook fluorescerende overtrekken voor fietszakken en rugzakken.
24. Degelijke fietsverlichting
Goede fietsverlichting vanaf valavond of donker regenweer is essentieel voor de veiligheid van de fietser. Dynamoverlichting is vanzelfsprekend het meest duurzaam en gebruiksvriendelijk. Er bestaan overigens reeds dynamo’s die ingebouwd zitten in de as van het voorwiel zodat je ze niet voelt tijdens het rijden. Bij beperkte zichtbaarheid is een krachtige LED- of halogeenverlichting met verschillende standen een echte aanrader. Richt dit sterke voorlicht wat naar onder zodat je de tegenliggers niet verblindt.
Het is ook aan te raden steeds reserve mobiele fietsverlichting bij te hebben. Er zijn met name losse fietslampjes te koop die werken met batterijen en die je kan opladen met een USB-kabeltje aan je pc. Deze apparaatjes moet je telkens van je fiets halen want ze zijn een geliefkoosd object voor dieven.
Een ander verlichtingsysteem zonder batterijen werkt met magneten die op de spaken bevestigd zijn en die voor een flikkerend licht zorgen. Inductieverlichting heet dat.
Let ook op dat je in orde bent met de wettelijke verplichtingen op vlak van reflectoren. Je fiets moet voorzien zijn van een witte reflector vooraan, een rode reflector achteraan, oranje pedaalreflectoren, twee oranje reflectoren tussen de spaken van elk wiel ofwel een witte reflecterende strook op de banden. Maak de lichten en reflectoren ook af en toe schoon.
25. Overweeg een fietshelm
Gezien het grote risico dat de fietser bij een val gekwetst raakt aan het hoofd dient iedereen het dragen van een fietshelm ernstig te overwegen. Deze moet het ganse hoofd beschermen en zeker de kwetsbare slaapstreek boven de oren. Informeer je bij de keuze van een helm goed want een aantal maken de situatie nog onveiliger bij een val. De helm moet immers zo rond mogelijk zijn en zonder uitsteeksels want deze versterken bij het contact met de grond de gevaarlijke draaibeweging van het hoofd. Er zijn overigens heus wel hippe fietshelmen te koop.
26. Laat je kinderen op avontuurlijke wijze naar school gaan
Neem je kinderen snel en vaak zelfstandig mee in het verkeer, want hoe vaker ze oefenen hoe zelfzekerder ze zich met de fiets zullen verplaatsen en hoe sneller en efficiënter ze het risico op gevaarsituaties inschatten. Laat ze de dagelijkse route zelf afleggen van zodra ze er klaar voor zijn. Spreek met buren af om in groep naar school te fietsen en deze om beurt te begeleiden. Leer je kind ook in andere situaties dat het normaal is de fiets te nemen of te wandelen. Kinderen die al fietsend of stappend naar school gaan hebben tijdens de lessen overigens een betere concentratie.
Kinderen die al fietsend of stappend naar school gaan hebben tijdens de lessen overigens een betere concentratie.
Maak het hen van jongs af aan gewoon om met de fiets naar school te gaan door hen voor of achteraan met de tweewieler te vervoeren. Het is goed voor hun autonome ontwikkeling en vanzelfsprekend ook goed voor hun conditie. Als het gebruik van de fiets te gevaarlijk is – en te voet te ver is – geef hen een step of skateboard zodat ze de afstand toch op eigen kracht kunnen afleggen. Met dergelijke verplaatsingsmiddelen wordt het autonoom naar school gaan alleszins avontuurlijker..
27. Kinderkarren voor het vervoer van peuters
Kinderen kunnen op de fiets vervoerd worden in een draagzak (als ze heel jong zijn) of in aparte stoeltjes. Er bestaat tegenwoordig ook heel wat kwaliteitsmateriaal om vanaf een bepaalde leeftijd een of meerdere kinderen veilig in fietskarren of bakfietsen te vervoeren. Met een systeem van hangmatten in een dergelijke kar kunnen kinderen al vanaf de leeftijd van 3 maanden vervoerd worden. Ze hebben bovendien een vering die het reizen aangenaam maakt. Er bestaan ook speciale karren voor kinderen (een soort buggy op wielen) en voor honden. Kinderen worden in een fietskar vastgemaakt met een veiligheidsgordel (liefst een 5-punts) zodat ze ongedeerd blijven als de kar omtuimelt. Door hun lage en brede constructie gebeurt dat echter zelden. Hoe lager het zwaartepunt, hoe breder de wielbasis, hoe stabieler de kar.
28. Kinderzitjes op de fiets
Het alternatief voor kindervervoer door middel van fietskarren is het kinderzitje op de fiets. Let bij de aankoop op de veiligheid! Uit onderzoek blijkt dat een kind vervoeren in een fietskar veiliger is dan in een fietsstoel waar het hoofdje zich op ongeveer 1,4 meter hoogte bevindt. Twee kinderen meenemen in kinderzitjes op de fiets is bovendien hachelijk, terwijl dat in een fietskar of bakfiets geen probleem is. Als je een kind achteraan op de fiets zet moet je ook altijd oppassen dat het met zijn voeten niet tussen de spaken belandt. Om wat grotere kinderen te vervoeren zijn een tandem en aanhangfiets (cfr. ‘follow-me’) nuttig.
29. Doe je boodschappen met fietskar
Met een degelijke fietstas of een rugzak kan je al heel wat boodschappen vervoeren. Let bij de aankoop ervan op de kwaliteit en de waterdichtheid. Te voet kan je gebruik maken van een trolley op wieltjes. Aan de fiets kan een kleine aanhangkar gekoppeld worden. Voor de grote boodschappen zijn er bagagekarren op de markt beschikbaar waarmee je al fietsend ook veel kan vervoeren. Vele autolozen bestempelen de aankoop van een bakfiets als hun beste koop ooit. Je kan er niet alleen boodschappen op een comfortabele manier mee vervoeren, maar ook kinderen.
Een bagagekar type Burley Nomad bijvoorbeeld heeft een laadvermogen voor 105 liter cargo en een draagvermogen van 45 kilo. Er zijn ook al elektrische bakfietsen op de markt waarmee het vervoer nog makkelijker wordt. Minder kans op valpartijen heb je met een elektrische bakfiets op drie wielen.
Je kan vanzelfsprekend ook met buren afspreken dat zij tegen een vergoeding af en toe een bak melk of frisdrank meebrengen. Een andere aanrader is een ‘whatsapp’-groep vormen waarin je met buren en vrienden afspraken maakt over een gezamenlijke wekelijkse fietsverplaatsing naar de supermarkt.
30. Neem steeds stoffen tasjes mee
Het is heel handig om als je bijvoorbeeld naar je werk gaat in je rugzak of boekentas steeds enkele stoffen tasjes te hebben of een herbruikbare boodschappentas. Hiermee kan je als je op weg naar huis gaat nog snel een boodschap doen. Op die manier kan je je boodschappen in kleine hoeveelheden doen. Door de boodschappen te spreiden moet je niet regelmatig speciaal naar supermarkt gaan, om er veel ineens op te halen. Een dergelijke organisatie heeft ook voordelen. Je zal op die manier immers vaker alleen de dingen kopen die je echt nodig hebt.
31. E-Commerce
Steeds meer handelaars leveren wat je in de winkel of online besteld hebt aan huis. Als je echter echt wil bijdragen tot een duurzame mobiliteit moet je bij voorkeur kiezen voor distributiewijzen waarbij in woonkernen gebruik gemaakt wordt van fietskoeriers. Sommige ketens zoals GAMMA bieden hun klanten een bestelwagen te huur aan om volumineuze aankopen te vervoeren naar hun woning. Duurzaam dingen aankopen betekent ook dat je opteert voor de kortste keten tussen producent en consument. Voedselteams bijvoorbeeld worden gevormd door buurtbewoners die landbouwproducten geleverd krijgen van boeren uit de directe omgeving.
32. Bereid je goed voor op je verplaatsingen met openbaar vervoer
Wie een beroep wil doen op het openbaar vervoer moet dat steeds goed voorbereiden. Je moet met name op voorhand de uren van het openbaar vervoer gedetailleerd opzoeken net als de mogelijkheden op het vlak van blue bike en dergelijke voor het voor- en natransport indien nodig. Zeker goed de uren nagaan waarop de laatste bus, trein of tram rijdt. Als je vanuit een bemand station niet meer thuisgeraakt omwille van een trein in vertraging dan betaalt de NMBS je een taxi naar huis. Voor alle zekerheid neem je best nummers mee van hotels en taximaatschappijen in de buurt of van een vriend of vriendin die je kan komen ophalen als je ’s avonds ergens gestrand bent.
Als jij vrienden een bezoek brengt dan zeg je best al meteen bij aankomst wanneer je laatste trein of bus vertrekt. Zo kan je de tijd beter indelen. Op het einde hoef je dan niet halsoverkop weg te gaan als er nog belangrijke dingen verteld moeten worden.
33. Openbaar vervoer: kies het goedkoopste tarief
Voor je vertrekt moet je jezelf goed informeren over de tarieven. De openbare vervoersmaatschappijen bieden immers in verschillende situaties – weekend, jongeren, aantal reizigers… – speciale tarieven aan. De snelste informatie krijg je vanzelfsprekend aan het loket of online op de respectievelijke websites. Zie dat je ook steeds een pen bij hebt waarmee je bijvoorbeeld op de trein je railpass kan invullen of het biljet dat recht geeft om je fiets mee te nemen op de trein. Als je een Mobib of Lijnkaart hebt, zorg dan dat je altijd voldoende krediet op je kaart hebt.
34. Hou rekening met vertragingen
Het is nuttig om op een doordeweekse dag rond 17 uur eens op de brug het lusteloze, wat dof uit de ogen starend volkje gade te slaan dat meter voor meter onder je doorschuift.
Bedenk bij een zoveelste vertraging met het openbaar vervoer dat verplaatsingen met de auto zoveel vaker vertraging oplopen door files, ongevallen en dies meer. Zorg dat je steeds een boek of tijdschrift bij de hand hebt. Zo heb je steeds iets te lezen als je bijvoorbeeld een aansluiting mist. Meestal is het overigens veiliger de voorlaatste bus of trein te nemen…
Het is ook heel nuttig om op een doordeweekse dag rond 17 uur eens op de brug over een verkeerswisselaar het lusteloze, wat dof uit de ogen starend volkje gade te slaan dat meter voor meter onder je doorschuift.
35. Reistijd is geen verloren tijd
Als je reist met het openbaar vervoer is de reistijd geen verloren tijd maar een die je heel creatief en relax kan invullen. Je kan – met uitzondering van situaties in overbevolkte treinen – doorgaans lekker lezen, ontspannen het voorbijglijdende landschap observeren, aan je geliefde denken, een brief schrijven, naar andere mensen kijken, je smartphone raadplegen… Je komt heel uitgerust op je bestemming. Leuk ook om wat spelletjes bij de hand te hebben, zeker in gezelschap van kinderen: rijm-, kijk-, gezelschaps- en tekenspelletjes… Stripverhalen en kleurboeken doen het ook altijd goed bij kinderen. Probeer ook aan de babbel te geraken met anderen. Je raakt op die manier makkelijk aan nieuwe vrienden en kennissen.
36. Wees creatief in de keuze verplaatsingsmiddelen
Naast de auto zijn er nog vele andere mogelijkheden om je te verplaatsen en die beperken zich heus niet alleen tot de benenwagen, de klassieke fiets of openbaar vervoer. Er is immers nog de plooi- en of elektrische fiets, de blue bike, het liften, autodelen, taxi, waterbus, veerdiensten, private busmaatschappijen… Het is vooral een combinatie van dit alles dat eenieder in staat stelt om ook zonder eigen auto nagenoeg overal te geraken. De verbeelding aan de macht dus! Calculeer af en toe ook een hotelovernachting in je reisplanning. De totale kost zal gespreid over een zekere tijd steeds goedkoper uitvallen dan wanneer je een auto bezit.
37. Heb aandacht voor aanbod private busmaatschappijen
Heel wat internationale buslijnen doen ons land aan. Op de portaalsite Busfan vind je het aanbod van deze goedkope maatschappijen met opstapplaatsen in ons land. Het gaat bijvoorbeeld om Eurolines (groepeert 29 onafhankelijke busbedrijven met meer dan 600 bestemmingen), FlixBus (verbindt grote en middelgrote steden in Europa), Ouibus (verbindt grote steden van Frankrijk en Europa), Ecolines (met stopplaatsen in 21 landen en 200 steden), Alsa (pendelt tussen grote steden in Zuid-, Midden- en Oost-Europa), Megabus.com (intercitybussen in Duitsland, Frankrijk, Nederland, Spanje en Italië)…
38. Combineer openbaar vervoer met fiets
Je breidt je actieradius enorm uit als je het openbaar vervoer combineert met fiets. Een vouwfiets kan je overal meenemen. Een gewone fiets kan enkel op hiertoe voorziene plaatsen in de trein. De NMBS biedt sinds enkele jaren samen met andere partners aan tientallen stations deelfietsen van Blue-bike te huur aan. Het principe is kinderlijk eenvoudig: na betaling van het abonnementsgeld (orde-grootte 12 euro per jaar), ontvang je een kaart waarmee je aan de Blue-bike stalling naar keuze een sleutel kan verkrijgen. Vervolgens: fiets losmaken en wegwezen! Na de rit maak je de fiets weer vast en deponeer je de sleutel in een sleutelbox. De betaling geschiedt maandelijks, indien gewenst via domiciliëring. Naast het jaarlijkse abonnementsgeld betaal je een klein bedrag per ontlening. Dit varieert naargelang de lokale overheid subsidieert.
39. Doe beroep op autodelen
Autodelen heeft als groot voordeel dat het de kosten voor het gebruik van de auto serieus drukt en het gebruik van de publieke ruimte voor parkeerplaatsen beperkt. Zoals we in het deel over autodelen aangaven is het aanbod op dat vlak de jongste jaren enorm uitgebreid en divers geworden. Het aantal bedrijven bij wie je korte of lange tijd een deelauto kan huren is sterk toegenomen. Cambio is de organisatie die al op vele plaatsen in het land aanwezig is.
Een andere overal toepasbare mogelijkheid is het samen met dichte of verre buren gebruiken van een deelauto, die reeds in het bezit is van een bereidwillige buur of gezamenlijk nieuw of tweedehands werd aangekocht. Cozycar geeft hiervoor alle informatie en begeleidt dergelijke samenwerkingsprojecten.
40. Durf te liften
Autostop doen is eenvoudig als je een paar gulden regels in acht neemt. Ga staan op een plaats waar auto’s makkelijk kunnen stoppen zonder dat ze hiervoor veiligheidsrisico’s moeten nemen, bijvoorbeeld op een parking of aan een tankstation. Maak met borden steeds duidelijk waar je naartoe wil of spreek mensen rechtstreeks aan. Dat laatste wekt immers vertrouwen op. Zorg ervoor dat je een beetje deftig gekleed ben. Een happy face is altijd meer uitnodigend dan… Liften op snelwegen mag natuurlijk niet. In 2010 werden om die reden 196 PV’s opgesteld tegen lifters, in 2009 233 en in 2008 331.
41. Kijk uit naar fietsvriendelijke logies
Boeiende autoloze vakanties zijn best mogelijk. Er bestaan steeds meer fietsvriendelijke logies voor prachtige uitstappen in de buurt. Wie recreatief wil gaan fietsen kan op de toeristische diensten terecht voor uitgestippelde fietsparcours. Bijzonder interessant zijn de knooppunten die in diverse streken in Vlaanderen zijn uitgebouwd, zowel voor voetgangers als fietsers. Bijzonder interessant is de Nederlandse website ‘Vrienden op fiets’ waar je 6.000 gastadressen aantreft van particulieren waar men kan overnachten op voorwaarde dat je op een niet-gemotoriseerde manier arriveert. Een bed kost standaard 19 euro met bijna overal een ontbijt inbegrepen.
42. Uitkijken naar plaatsen die bereikbaar zijn met het openbaar vervoer
Op vakantie gaan met je hele gezin is ook zonder auto best mogelijk. Je kiest best een plaats die goed bereikbaar is met het openbaar vervoer, al dan niet in combinatie met taxi, plooifiets of de benenwagen om de ‘last miles’ te overbruggen. Zo kan je zonder auto ook tijdens je vakantie van op je bestemming naar interessante plaatsen in de buurt gaan. Er blijft natuurlijk altijd de mogelijkheid om ter plaatse een wagen te huren.
43. Equipeer je goed
Al reizend rondtrekken zonder auto is perfect mogelijk. Je moet alleen zorgen dat je goed geëquipeerd bent om materiaal dat je meedraagt zonder veel moeite mee te sleuren. Valiezen op wieltjes – let op de kwaliteit van wieltjes en wees voorzichtig op oneffen oppervlakten – zijn vanzelfsprekend aangewezen. Daarnaast zijn er in de winkel comfortabele, grote trekkingsrugzakken te koop die je op de rug kan dragen evenals lichtere rugzakken die je kan op de buik kan meedragen. Er zijn overigens ook reeds elektrische bakfietsen op de markt waarmee je bij verre tochten je bagage probleemloos kan vervoeren en op die manier zelfs bergen kan beklimmen.
44. Tel je winst uit
Tel jaarlijks uit hoeveel geld je bespaart door je auto te vervangen door een fiets en bedenk wat je daar al allemaal mee kan doen. Hierbij moet je natuurlijk ook de km-vergoeding bijtellen die je werkgever uitkeert en de parkeer- en andere verkeerboetes in mindering brengen. Beloon jezelf door met het uitgespaarde budget jaarlijks een mooie reis te maken of iets leuks aan te schaffen zoals een elektrische fiets.
Er zijn overigens sites die snel voor jou kunnen uitrekenen hoeveel je bespaart zonder auto. Het zijn bijzonder goede argumenten waarmee je anderen je autovrije keuze kan uitleggen en misschien kan overtuigen om hetzelfde te doen.
45. Tel ook je tijdswinst
Zonder auto moet je niet naar het zesmaandelijks onderhoud, niet je auto wassen, niet naar de garage voor technische problemen zoals een platte batterij en niet-werkende airco, niet naar de technische controle, niet in de file gaan staan van en naar het werk, geen gevaarlijke verkeerssituaties trotseren…
46. F!ck de vooroordelen!
Zonder auto word je vaak geconfronteerd met vooroordelen van anderen die je ‘sociaal gehandicapt’ zullen vinden. Confronteer hen met de vele voordelen van het autoloze bestaan en maak van de gelegenheid gebruik om er propaganda voor te voeren. Familiefeesten zijn het ideale forum om hierover een stevige babbel op te zetten. Je zal echter moeten wennen aan de soms zelfs verwijtende opmerkingen omdat sommigen zich bedreigd voelen door je autoloze keuze en de indruk hebben dat je hen aanvalt.
47. Doe desnoods beroep op vrienden
Durf gerust om af en toe aan vrienden die een auto bezitten te vragen om samen ergens naartoe te gaan, om bijvoorbeeld iets op te halen, weg te brengen… Korte tijd later nodig je hen uit om mee te gaan naar een concert of kook je eens lekker voor hen. Of spreek een duidelijk kilometertarief af en wees hierbij gul.
48. Wissel informatie uit
Door te participeren aan discussiegroepen op internet kan je ook allerhande informatie uitwisselen over zaken die nuttig zijn voor het autoloze bestaan. We hadden het hoger al over een whatsapp-groep om afspraken te maken om samen een wekelijkse fietsverplaatsing naar de supermarkt te doen. Via een Instagram-groep zoals ‘Bike&Garage’ kan men mekaar ook tips geven over de beste fietsparkings.
49. Word lid van belangenverenigingen
Het is nuttig om lid te worden van verenigingen zoals de Voetgangersbeweging, de Fietsersbond, de Bond van Trein-, Tram- en Busgebruikers, vzw Trage Wegen…. Deze verdedigen niet alleen de belangen van de zachte weggebruiker, ze verspreiden via hun informatiekanalen ook zeer veel nuttige informatie. Op hun websites vind je handige tips.
50. Leg klacht neer tegen wantoestanden
Elke openbare vervoersmaatschappij heeft een ombudsman in dienst bij wie je terecht kan voor klachten. Eerder dan ontgoocheld de brui te geven aan het openbaar vervoer en over te schakelen op de auto roepen wij eenieder op om zowel de ombudsdiensten als de lokale verantwoordelijken van de vervoersmaatschappijen wantoestanden te signaleren. Er zijn nog andere instanties waarbij je kan gaan klagen zoals het Meldpunt Fietspaden van de Vlaamse overheid. Als er niet afdoend gereageerd wordt op de klachten, kan je hierover een petitie te starten en proberen hieraan via de media ruchtbaarheid te geven.
“Fifty ways to leave your car. Duurzame alternatieven voor de auto” door Luc Vanheerentals. 320 blz, 19,5 euro, uitgeverij Mundo Culturale vzw. Dit boek bestellen kan via Luc.vanheerentals@telenet.be.