13 redenen waarom “micro-ondernemers” van Uber gewoon werknemers zijn
De chauffeurs waarmee Uber werkt, zo besluit een Londense rechter, zijn geen ondernemers maar werknemers.
‘De micro-ondernemer klust via een app of een digitaal platform bij en dat willen we stimuleren’, zeggen de federale ministers De Croo en Van Overtveldt. Een Engelse rechter doorprikt die mythe van de micro-ondernemer in een rechtszaak tegen Uber. De chauffeurs waarmee Uber werkt, zo besluit de Londense rechter, zijn geen ondernemers maar werknemers.
Dit voorjaar kondigde de regering aan dat er een fiscale regeling komt voor ‘de micro-ondernemer’. ‘De deeleconomie of peer-to-peer economie is in volle ontwikkeling. Deze nieuwe regeling ondersteunt mensen die willen proeven van ondernemerschap. Dat is een goede zaak’, verklaarde Minister De Croo bij de voorstelling. Een recente uitspraak in een Engelse rechtszaak tegen Uber doorprikt echter deze economische visie van onze federale ministers. De chauffeurs waarmee Uber werkt, zijn volgens de Londense rechter immers geen (micro-)ondernemers maar werknemers.
Het is misschien niet verwonderlijk dat de uitspraak in Londen valt. Daar ligt Uber — maar ook andere online platformen als Handy, AirBnB, Deliveroo, CitySprint, InstaCart, Lyft, Instapod, Shipt, MenuNextDoor, Flavr, Listminut, AirBsit… — al langer onder vuur. Het tij kan snel keren, want enkele jaren geleden werden ze nog enthousiast onthaald als een globale invulling van de lokale deeleconomie en transitiebeweging.
13 redenen
Het verdict van de rechtszaak die twee voormalige Uber-chauffeurs aanspanden tegen hun ‘werkgever’, dreigt nu het hele platformmodel op de helling te zetten.
Chauffeurs, koks, leveranciers en klusjesmensen allerhande worden er momenteel nog behandeld als zelfstandige ondernemers die via het platform hun klanten vinden. Dit bespaart deze platformen bijzonder veel kosten (loonlasten, vakantiegeld, verzekering, …) en verlaagt hun risico’s (ziekte, pech, onderhoud, …). Hierdoor kunnen ze zich bijzonder competitief plaatsen in de markt.
Het is net dat fundament dat nu onderuit wordt gehaald.
Het verdict geeft een interessant overzicht van argumenten met onder meer dertien concrete Uber-gebruiken die de mythe van de micro-ondernemer doorprikken.
- Er zit een tegenspraak in de voorwaarden. Enerzijds wordt er beweerd dat Uber de ‘agent’ is van de chauffeur, maar anderzijds dat de chauffeur volledige vrijheid heeft bij het accepteren of verwerpen van aanvragen.
- Chauffeurs worden geïnterviewd en gerekruteerd.
- Uber bezit sleutelinformatie waartoe de chauffeur geen toegang krijgt (in het bijzonder de achternaam, contactgegevens en bestemming van de passagier).
- Uber vereist dat chauffeurs reageren op aanvragen en bestraft hen wanneer ze dit niet doen door hen tijdelijk uit te loggen.
- De route wordt opgelegd aan de chauffeur en elke afwijking is op eigen verantwoordelijkheid.
- Uber bepaalt de kost van de rit en de chauffeur kan geen hoger tarief onderhandelen.
- Er worden tal van restricties opgelegd (bijvoorbeeld beperkte keuze van aanvaardbare voertuigen). Daarnaast geeft Uber ook concrete werkinstructies en controleert men chauffeurs bij het uitvoeren van hun taken.
- Uber werkt met een quoteringssysteem. Dit is in wezen het equivalent van een evaluatie- en disciplineringssysteem.
- Zonder chauffeurs te betrekken worden er soms kortingen gegeven, ook al heeft dit een impact op de vergoeding.
- Er werd gewerkt met gegarandeerde winstuitkeringen.
- Soms neemt Uber toch schadevergoedingen op zich. Als de chauffeurs echt zelfstandige ondernemers waren, dan zou dit hun verantwoordelijkheid moeten zijn.
- Klachten (inclusief die over de chauffeur) worden door Uber behandeld.
- Tenslotte kan Uber eenzijdig en dus zonder onderhandelen de voorwaarden veranderen.
Al deze kritieken zijn niet nieuw, maar de uitspraak vormt een waardevol referentiedocument in toekomstige zaken tegen andere platformen. Vervang Uber door eender welk ander platform en het wordt misschien stilaan duidelijk dat er weinig sprake is van ondernemerschap of zelfstandigheid.
De Engelse rechter: ‘The notion that Uber in London is a mosaic of 30,000 small businesses linked by a common ‘platform’ is to our minds faintly ridiculous.’
Misschien verwoordt deze conclusie van de rechter nog het best de hele absurditeit van de micro-ondernemersmythe:
‘The notion that Uber in London is a mosaic of 30,000 small businesses linked by a common ‘platform’ is to our minds faintly ridiculous. In each case, the “business” consists of a man with a car seeking to make a living by driving it. Ms. Bertram (Uber) spoke of Uber assisting the drivers to “grow” their businesses, but no driver is in a position to do anything of the kind, unless growing his business simply means spending more hours at the wheel.’
Het debat hinkt hier achterop
Deze uitspraak is een mijlpaal in het debat rond deeleconomie. In België en Nederland hinken we echter hopeloos achterop. Beleidsmakers of economen spreken nu zonder onderscheid over deeleconomie. Of ze het nu hebben over globale profit-spelers à la Uber of over een lokaal deelinitiatief als ‘Op wielekens’. De recente uitspraak over Uber bevestigt dat er wel degelijk een verschil is tussen een helpende hand tijdens een repair-café en een Deliveroo-koerier die je maaltijd levert.
Dat impliceert ook dat we moeten stoppen met elke disruptieve app te onthalen met naïeve bewondering en fiscale cadeaus.
Vandaag worden deze platformbedrijven in het Engels al smalend de ‘Gig Economy’ genoemd. Ze worden zo verstoten uit de deeleconomie en gedegradeerd tot een klusjeseconomie. Het wordt hoog tijd dat we ook in België en Nederland het debat zuiverder gaan voeren. Dat start met zaken correct te benoemen.
Zo zijn Uber-chauffeurs geen micro-ondernemers en zijn Uber en co. geen spelers van de deeleconomie, wat Minister De Croo ook mag beweren. Dat impliceert ook dat we moeten stoppen met elke disruptieve app te onthalen met naïeve bewondering en fiscale cadeaus.
Al te vaak maken deze start-ups geen deel uit van een 21e-eeuwse deeleconomie, maar wel van de 20e-eeuwse consumptie-economie… en die heeft heus geen steuntje in de rug nodig.
Voor wie zich verder wil verdiepen in de uitspraak van de Engelse rechter, lees hier zeker de elf verschillende conclusies vanaf punt 87.