Wie kringt, die wint water
Pleidooi voor doorgedreven hergebruik.
Na jaren van aanmodderen dringen structurele oplossingen zich op voor de waterkwestie in Vlaanderen. Werk aan de winkel voor samenleving en politiek. Een belangrijk puzzelstuk hierbij is werk maken van een volwaardig circulaire economie. Benaderen we die circulaire economie vanuit een waterinvalshoek, dan springt hergebruik er echt wel bovenuit.
2020 gaat ongetwijfeld de geschiedenisboeken in als een van de meest memorabele jaren. Nadat we in het voorjaar met zijn allen “in ons kot” dienden te blijven door het uitbreken van de coronacrisis, dreigt er de komende periode in datzelfde kot niet langer water uit de kraan te komen. Vorige maand was het reeds zover in Overijse, waar heel wat gezinnen tijdelijk zonder water kwamen te vallen.
Ook de komende periode belooft droog te worden, zo laat Frank Deboosere zich ontvallen, dus mogelijk volgt in 2020 na jaren van geflirt met het al dan niet afschakelen van water, een daadwerkelijke drooglegging. Na jaren van aanmodderen – al spreken we ondertussen misschien beter van “aanstoffen” – dringen structurele oplossingen zich op. Werk aan de winkel voor samenleving en politiek!
Een belangrijke – en al te vaak over het hoofd gezien – puzzelstuk hierbij is werk maken van een volwaardig circulaire economie, ook wel kringloopeconomie genaamd. Binnen dergelijke economie wordt véél slimmer en duurzamer omgesprongen met schaarse grondstoffen, waaronder ook water. Dit door het sluiten van kringlopen. Producten worden slimmer ontworpen om vervolgens te worden gedeeld, hergebruikt, hersteld en als het echt niet meer anders kan – maar geen seconde vroeger – via recyclage terug te worden omgezet in nieuwe grondstoffen voor productie.
Het hergebruiken van producten vraagt (bijna) geen bijkomend waterverbruik.
Benaderen we de circulaire economie even vanuit een waterinvalshoek – en maken we dus abstractie van andere grondstoffen en vormen van energie – dan springt hergebruik er echt wel bovenuit. De reden hiervoor is vrij eenvoudig: het hergebruiken van producten vraagt (bijna) geen bijkomend waterverbruik.
Recyclage versus hergebruik
Bij andere circulaire activiteiten – zoals bijvoorbeeld recyclage in functie van nieuwe productie – is dit veelal wel het geval, vaak zelfs in hoge mate. Dit omdat hier industriële processen mee gepaard gaan die warmte genereren (en dus bijvoorbeeld ook koelwater nodig hebben) en/of ook bijkomend water verbruiken in andere fasen van het productieproces.
Een mooi voorbeeld is het recycleren van plastic, wat heel wat water vergt voor het wassen van de aangevoerde plastic (denk bijvoorbeeld aan onze PMD-zakken), alsook het koelen wanneer de oude plastic tot gerecycleerde wordt omgesmolten. Bijgevolg heeft een fles of beker uit gerecycleerde plastics vaak vele malen zijn eigen inhoud aan water verbruikt, alvorens – doorgaans eenmalig – dienst te doen.
Bij hergebruik ligt dit volledig anders. Heel wat producten kunnen zonder al te grote (water)ingrepen een nieuw leven krijgen. Zo gaan slim ontworpen herbruikbare bekers zeer lang mee, en dienen ze tussenin enkel afgewassen te worden wat slechts een fractie van het water vraagt in vergelijking met hun gerecycleerde tegenhangers.
Bovendien vragen heel wat producten zelfs geen enkele vorm van water alvorens opnieuw dienst te doen bij een andere eigenaar of gebruiker. Een tweedehandsstoel of kast, bijvoorbeeld, verlangt wat zorg en liefde en hoogstens een natte zeemlap, maar dat is het dan ook wel.
Heel wat producten kunnen zonder al te grote (water)ingrepen een nieuw leven krijgen.
Laat ons de impact van dit alles even concreet maken aan de hand van een eenvoudig rekenvoorbeeld. Op vandaag realiseren de 145 Kringwinkels die Vlaanderen rijk jaarlijks heel wat tonnen lokaal hergebruik, meer dan 35.000 ton om precies te zijn. We spreken hier over goederen zoals T-shirts of jeansbroeken, maar evenzeer lederen zetels. Goederen die per stuk in hun productiefase alleen al, respectievelijk, 2.700 liter, 8.000 liter en 380.000 liter water consumeren.
Honderden miljarden liters water gespaard
Tellen we hierbij nog eens het waterverbruik in de afvalfase op, dan bekomen we cijfers die nog vele malen hoger liggen. Alles bij elkaar genomen besparen de 145 Kringwinkels in Vlaanderen dus jaarlijks vele honderden miljarden liters water.
Allemaal goed en wel, maar daarmee is mijn regenput nog altijd even leeg zou een cynicus argumenteren. Heel wat van die goederen worden toch geproduceerd in het buitenland, made in China, weet je. Niets is minder waar. Zelfs als hier nog maar een bescheiden aandeel van lokaal ontgonnen zou worden verbruikt – al is ook dat relatief, rivieren en klimaatopwarming (en dus ook droogte) kennen geen grenzen – spreken we hier over vele malen de inhoud van pakweg het Rauwse Meer in Mol of het Donkmeer in Berlare.
Laat ons dus met zijn allen, meer dan ooit tevoren, resoluut de kaart trekken van hergebruik. Laat ons met zijn allen nog meer als tevoren lokaal én duurzaam consumeren – drinkwater smaakt des te frisser uit een herbruikbare beker of vintage glas.
Beste politici, laat ons op alle niveaus werk maken van een versnelde transitie naar een volwaardige circulaire economie waarbij hergebruik extra gepromoot en ondersteund wordt. Zet in op hogere productstandaarden en promoot het hergebruik en herstel van goederen.
Wie kringt, die wint… water. Een paar miljard liter zelfs.