We koloniseren we nog steeds de wereld met ¾ van ons waterverbruik

Hoe zullen we de droogte die we in het buitenland veroorzaken, oplossen?

We koloniseren we nog steeds de wereld met ¾ van ons waterverbruik
Photo by Laney Smith / Unsplash

We krijgen overal te horen dat we ons geen zorgen hoeven te maken: we mogen nog steeds onze gazons besproeien en ons wagenpark opblinken. Het vraagt een mirakel om politici wakker te schudden om de lokale waterproblematiek aan te pakken. Hoe hopen we ooit de overige 75% van de droogte die we in het buitenland veroorzaken op te lossen?

Een vorige opinie over het tekort aan water lokte redelijk wat reacties uit. Hierin wees ik erop dat 90% van ons waterverbruik afkomstig is uit de landbouw. Enkele misnoegde lezers waren het niet eens met dit feit, want in ‘Vlaanderen’ gaat slechts 57,72% van ons grondwater naar de landbouw en wordt er meer kraantjeswater verbruikt dan grondwater. Veel mensen gaan er van uit dat wij alleen maar water verbruiken in ons eigen gewest, of land.

Veel mensen gaan er van uit dat wij alleen maar water verbruiken in ons eigen gewest, of land.

Al het water dat wij verbruiken in Vlaanderen verbruiken we nog 3,3 keer zoveel in het buitenland. Alle droogteschade die wij veroorzaken als Vlaming in ons eigen gewest is slechts één vierde van de totale schade die we wereldwijd veroorzaken. Dit dankzij de virtuele import van water. Het baart me zorgen dat de gemiddelde Vlaming met moeite wakker ligt van onze eigen bodem. Het maakt me nog triester dat er geen haan kraait naar hoe wij met de import van goederen het water ‘stelen’ van landen die dikwijls een nog grotere waterproblematiek hebben dan wij.

Waterkolonies

België is maar 20-50% zelfvoorzienend in water en staat op de nummer 11 van grootste importeurs van virtueel water ter wereld. Ondanks het feit dat Europeanen slechts 7% van de wereldbevolking zijn, zijn we verantwoordelijk voor 28% van alle import van virtueel water. We mogen onze overzeese gebieden ooit opgegeven hebben maar met ons waterverbruik koloniseren we nog steeds de wereld.

We mogen onze overzeese gebieden ooit opgegeven hebben maar met ons waterverbruik koloniseren we nog steeds de wereld.

Internationale handel is zeer mooi en heeft veel welvaart gecreëerd. Het stelt ons in staat te genieten van heerlijke chocolade en zorgt ervoor dat het veel langer duurt vooraleer we in burnout gaan dankzij koffie. Toch kan dit pas duurzaam genoemd worden als de inwoners van landen die exporteren niet alleen financieel gezonder zijn, maar hier ook ecologisch sterker van worden. Als wij vandaag bananen uit het buitenland halen dan moet dit ook op vlak van water een ‘fair trade’ zijn. Want met ons geld kunnen ze helaas geen water kopen.

Hoe veranderen?

Het probleem eerst ontkennen en dan doorschuiven naar het buitenland is iets waar politici in uitblinken. Toch lijkt het me een mooie kans om met Europa zo zelfvoorzienend mogelijk te worden op vlak van water. Een eerste stap hierin is om alleen maar producten te importeren die we niet zelf kunnen kweken. En de producten die we niet zelf kunnen kweken zoveel mogelijk vervangen door gelijkwaardige gewassen. Zo kunnen we perfect hennep kweken in België zodat we geen katoen meer hoeven te importeren.

De tweede stap is het volgen van het door Frankrijk voorgestelde “4 per 1000” initiatief waarbij we onze bodems ieder jaar met 0,4% koolstof verhogen. Hierdoor halen we niet alleen CO2 uit de atmosfeer en gaan we klimaatverandering tegen, we verhogen ook het waterbergend vermogen van de bodem. Hoe meer waterbergend vermogen, hoe groter onze buffer tegen de droogte, hoe minder de kans op overstromingen en hoe minder kostbaar grondwater we moeten oppompen.

Regeneratieve landbouw

De derde stap is om ons voedingspatroon onder de loep te nemen en de werkelijke waterkost van voeding in de prijs te verrekenen. Hierdoor zal vlees relatief duurder worden en hoogwaardige biologische vleesvervangers goedkoper, dito met plantaardige melk versus dierlijke melk. Dit is niet alleen bevorderlijk voor het waterverbruik, maar ook voor de klimaat- en stikstofproblematiek.

Volgens klimaatvoorspellingen zal er geen druppel minder regenen vallen in de toekomst maar zal het langer droog zijn en wanneer het regent zal die regen intenser zijn. Onze waterproblemen hebben dus weinig te maken met de neerslaghoeveelheid, wel met hoe we omgaan met ons water. De beste manier om optimaal gebruik te maken van het vloeibare goud dat op onze aarde valt is door ons landgebruik te optimaliseren en hierin is regeneratieve landbouw onze beste bondgenoot.

Louis De Jaeger is voedselbosontwerper en auteur van We eten ons dood: hoe we met onze landbouw de wereld kunnen redden.