Vrijheid, blijheid? Zwerfvuil als metafoor

Vele mensen menen dat hun vrijheid onaantastbaar is en dat je je daar als medemens vooral niet moet of mag mee bemoeien, en al zeker niet voor zoiets insignificant als wat afval op straat gooien. Hoe komt dat toch?

Vrijheid, blijheid? Zwerfvuil als metafoor
Photo by Etienne Girardet / Unsplash

Vandaag (nog voor corona België bereikt had, red.) koos ik voor de combinatie van bus en tram om naar mijn werkplek te gaan. Het is nog halfdonker wanneer ik de deur achter me dichttrek. Een door Frank Deboosere voorspelde vrij krachtige en aan het nieuwe normaal conforme zachte wind zorgt ervoor dat ik meteen wakker ben.

Terwijl ik naar de halte stap, raak ik al snel geprikkeld door het vele zwerfvuil dat er weeral ligt te liggen. Mijn eerste binnensmondse vloek van de dag is een feit. Ik kan immers maar niet begrijpen hoe iemand ertoe komt het achteloze “weggooi-gebaar” te stellen. Of het nu een blikje is, een papiertje, kauwgom of sigarettenpeuk… ik kan er gewoon niet bij. Het kost toch geen moeite om dat niet te doen, denk ik dan.

Soms zie ik het ook live gebeuren, maar ik reageer dan niet. Laf, geen zin om uitgescholden te worden, laat staan om een oplawaai te incasseren. Want ja, in zulke tijden leven we. Ik zag al zoiets gebeuren, toen een andere “held” zich wel durfde roeren. Dus schrijf ik er maar over. Dat is veiliger. Denk ik, maar ik ben er niet zeker van, want over onze vrijheid als obstakel schrijven, ligt velen vast niet lekker.

Vele mensen menen dat hun vrijheid onaantastbaar is en dat je je daar als medemens vooral niet moet of mag mee bemoeien, en al zeker niet voor zoiets insignificant als wat afval op straat gooien. Hoe komt dat toch?

Misschien verwarren sommige mensen vrijheid van meningsuiting (‘ik vind dat ik afval op de grond mag gooien’) met vrijheid van handelen (‘ik gooi afval op de grond… en ik trek me er geen hol van aan wat de ander daarvan denkt of wat de gevolgen zijn’). Maar dat is dan een schromelijke vergissing. Vind ik. In je hoofd mag je zoveel virtueel afval spuien als je wil, dat in reële daden omzetten kan niet. Want ja, ieders vrijheid eindigt bij de aantasting van de vrijheid van de medemens. En we kunnen er toch van uitgaan dat nogal wat medemensen in hun vrijheid gekrenkt zijn als hun omgeving wordt bezoedeld. Enfin, ik toch. Maar hoe consequent zijn we daarin?

Middenvinger-statement

Mijn wachtstonde aan de bushalte - waar ook rommel ligt - geeft me gelegenheid om verder na te denken. Waarom stellen nogal wat mensen zulke lakse gedragingen? Heeft het te maken met respect? Is het omdat mensen te weinig respect krijgen – of dat denken - dat ze het ook niet moeten of willen tonen? Verklaart dat het wijdverspreide onbehouwen gedrag van zwerfvuilverspreiders? Is het dus een soort middenvinger-statement naar de samenleving? Of gooien mensen gewoon dingen op de grond uit domheid of luiheid, of een combinatie van beide?

Wat er ook van zij, zulke pietluttige “overtredingen van de openbare orde” worden in mijn hersenpan meteen vertaald naar het grote plaatje. Inderdaad, zonder tussenstation aanschouw ik al het voltrekken van de mondiale catastrofe. ‘We gaan het nooit halen! We gaan nooit met deze bende ongeregeld voldoende kunnen aanvangen om de klimaatverandering én de biodiversiteitscrisis – twee van mijn favoriete bezorgdheden - grondig en tijdig aan te pakken’.

De grote inspanningen

Terwijl ik tot dat besef kom, blijft mijn tweede vloek niet meer binnensmonds. Maar het kan niemand deren, want ik sta alleen aan de halte. Ik voel daar in al mijn eenzaamheid een innerlijke, erg pijnlijke overtuiging opwellen, dat wat ik denk dicht bij de harde waarheid ligt en dat maakt me dus boos op de mensheid… en moedeloos.

Ik weet niet hoe het met u zit, maar mijn geagiteerde neuronen maken die gigantische sprong van zwerfvuil naar een verhitte en soortenarme planeet dus ogenblikkelijk. Ik kan het niet laten.

Ik weet niet hoe het met u zit, maar mijn geagiteerde neuronen maken die gigantische sprong van zwerfvuil naar een verhitte en soortenarme planeet dus ogenblikkelijk. Ik kan het niet laten. En het lijkt me ook niet onlogisch. Want, als we ons al niet netjes kunnen gedragen in kleine situaties die weinig inspanningen vragen, hoe gaan we dan ooit de grote inspanningen die schrijnend noodzakelijk worden, kunnen leveren?

Ach, u vindt me misschien een doemdenker. Toegegeven, wat ik ervaar en via dit medium naar buiten breng, is niet meteen hoopgevend, maar ik vrees dat het een realiteit is waar we best bij stilstaan. Tenzij we onszelf graag blaasjes wijsmaken door te denken dat DE verandering bezig is.

De vaatwasmachine halfvol

Begrijp me niet verkeerd. Er is een transitie bezig, op sommige plaatsen, in sommige hoofden en gelukkig maar. Maar… ik zie de GROTE verandering - die nochtans heel erg nodig is - zich niet manifesteren bij wat ik - niet denigrerend bedoeld - de massa noem. Als ik naar mezelf in de spiegel kijk, zie ik trouwens tot op heden ook geen grote verandering… maar gelukkig wél regelmatig kleine inspanningen. En de vaststelling van die inertie heeft vast te maken met onze verslaving aan een soort vrijheid van bedenkelijk allooi.

Terug naar mijn metafoor: de weggeworpen sigarettenpeuk en het uit het open autoraam gekeilde drankblikje. Dat is klein bier als je het vergelijkt met de grote wandaden die we met z’n allen de planeet op dagelijkse basis aandoen met gevolgen voor atmo-, hydro-, cryo-, lito- en biosfeer.

washing machine
Photo by engin akyurt / Unsplash

We staan er erg weinig bij stil, bij die standaard ingebakken, bezoedelende handelingen. We voelen ons vrij zo te handelen. Ze zijn echter veel erger dan dat beetje zwerfvuil, maar minder ‘zichtbaar’. Ze zijn veel breder ‘gedragen’ binnen de bevolking, waardoor er dus ook meteen minder over gesakkerd wordt. Noem het: ‘collectief aanvaarde daden van nestbevuiling’. We zien ze gemakkelijk - of is het gemakkelijkheidshalve - door de vingers.

De lijst is lang maar laat ik het bevattelijk maken met twee voorbeelden. Ik heb het zo nog niet geweten dat iemand zijn of haar buur verwijt om het toilet door te spoelen, de vaatwasmachine halfvol haar ding te laten doen, de wasmachine vol kleren te stouwen die amper vuil zijn of elke dag een douche te nemen. Nochtans, dat je de planeet belast wanneer je al die handelingen stelt, is behoorlijk tastbaar. Niet alleen door het afvalproduct, ook omwille van de energie die je ervoor gebruikt. Maar ja, iedereen doet het en daarom staat het niet ter discussie.

We hebben met z’n allen die vrijheid verworven: een druk op de knop, wat energie gebruiken en weg is weg.

We hebben met z’n allen die vrijheid verworven: een druk op de knop, wat energie gebruiken en weg is weg. Magisch toch, die verdwijntruc! De waterzuiveringsinstallatie doet vast haar werk om alle sporen uit te wissen… denken we dan.

Warmte en het modern comfort

Nog een voorbeeld? Ons huis verwarmen – vaak zelfs buitenproportioneel - is ook een breed aanvaarde zonde. Of we nu stoken met mazout, gas of hout… zelden staan we stil bij die schimmige rookpluim die uit de schouw ontsnapt. Deze vervuiling van de atmosfeer die we veroorzaken om ons en samen met ons, enkele honderden kubieke meter lucht warm te houden, is al even ontastbaar als onze stroom afvalwater. Vervuilde lucht en vervuild water zijn dus doodnormaal en behoren tot het uitgebreide pallet van verworven rechten en vrijheden.

Op zich is dat allemaal merkwaardig als je er even bij stilstaat. Of minder zacht uitgedrukt: is het normaal beschouwen van al die kwalijke producten van het ‘modern comfort’ geen teken van krankzinnigheid? Is het immers niet erg tegenstrijdig én bevreemdend hoe wij als grote vrijheids-addicten de vrijheidsmarge van toekomstige generaties serieus aan het beknotten zijn door al die dagelijkse ‘gewone’ handelingen met aan het ongeloof grenzende evidentie te stellen?

Onze hedendaagse vrijheid bepaalt heel erg hoe vrij mensen later nog zullen KUNNEN zijn, want de impact van vandaag en gisteren tover je morgen niet weg. Noch overmorgen of de dag daarna… ‘Mankind causes damage beyond repair’. Zitten we niet met een fundamenteel gebrek aan respect voor wie na ons komt, een schending van de ‘ongeboren mensen’-rechten? Wat zegt dat over ons? Ik laat het u zelf invullen.

Consequent zijn we dus duidelijk niet. Zonder blikken of blozen volharden we in het onzichtbaar bezoedelen van de biosfeer. Die papiertjes of blikjes op de grond daarentegen… ‘Ho maar! Het is godgeklaagd. Waar blijft die GAS-boete?’

Vrijheidsberoving

Mij helpt die vergelijking met het grote plaatje om de impact van zwerfvuil an sich enigszins te relativeren. Maar, de vrijheidsgraad waarmee we als zelfverklaard intelligent wezen de daad van het vervuilen stellen - het ‘weggooi-gebaar’ - verdient geen enkele relativering, noch begrip. En al zeker niet voor de schaal en achterbaksheid waarop we dat doen. Dat is wat mij verontwaardigt, want het is je reinste vrijheidsberoving van de generaties na ons.

Smaakt dat soort vrijheid niet ontzettend wrang?

En ik heb het gehad met de hypocrisie waarmee we zelf volatiel zwerfvuil à volonté alle sferen injagen, terwijl we ons druk maken over banaliteiten zoals een papiertje op de grond… laat staan een virus dat rondzwerft.

Verzonken in onze comfortbubbel hebben we het liever niet geweten hoeveel planeet we - gedreven door ons vrijheidsideaal - gebruiken en de vuiligheid die we daarbij baren. Dàt kwantitatief uitdrukken in ecologische voetafdrukken is te poëtisch, want het verdoezelt het ware beeld van de rotzooi die we achterlaten, van de onherstelbare schade die we aanrichten. Een beeld dat steeds grimmiger wordt. Smaakt dat soort vrijheid niet ontzettend wrang?

Ik praat er graag later nog eens verder over, maar ik moet nu gaan. De bus is er…

Nog een zorgeloze dag verder!