Verticaal gazon koelt de stad
Een onverwacht voordeel van stedelijke agricultuur.
Urban Farming is niets nieuws. National Geographic ziet niets dan voordelen in van de stedelijke agricultuur: minder CO²-uitstoot, een aangenamere stad, een grotere verbondenheid met de natuur, … Steden wereldwijd omhelzen dan ook de ecologische beweging met open armen. De zoektocht naar open ruimte leidt in de grootsteden ook richting daken en terrassen. Een minder gekend voordeel is echter de bijdrage die urban farming levert tegen het hitte-eiland effect (urban heat island effect).
Groene daken, groene muren
En net in deze strijd opent zich een enorme marktopportuniteit. Lux Research, een onafhankelijk onderzoeksbureau, zet in een nieuw rapport de mogelijkheden in de kijker van Green Roofing and Green Walling. In tegenstelling tot Urban Farming ligt de nadruk hier niet op het agrarische aspect, maar op het groene. Door daken en muren te voorzien van veel groen bereikt deze techniek dezelfde voordelen als Urban Farming.
Enthousiasme getemperd
De markt is nog vrij nieuw, maar toch zie je aantal steden die voortrekker zijn. Kopenhagen, Londen, Singapore en Chicago steunen deze groene projecten met subsidies. Dit opent enorme opportuniteiten aan de markt. Lux Research voorspelt dan ook een groei van maar liefst 70% en een markt van €7.7 miljard in 2017.
Toch zijn er nog een aantal bemerkingen. De kostprijs ligt zeer hoog. Ondanks de voordelen (CO²-reductie, groene ruimte, verkoeling) loopt de installatiekost al snel op tot €300/m2 voor groene daken en maar liefst €1000/m² voor groene muren. De doorbraak naar een grotere markt hangt ook enorm af van de economische (crisis-)situatie. Dan is er nog de kost van materialen. Lux Research verwacht nog een grote evolutie in bouwmateriaal zodat de efficiëntie verhoogt en de praktijk meer ingeburgerd geraakt.
Een laatste bemerking is moeilijke vermarkting van deze technieken. In tegenstelling tot Urban farming is er geen direct zichtbaar voordeel voor ontwikkelaars of omwonenden. Vraag blijft dus of er na de early adopters een ruime markt voor is.