Uitstoot van superbroeikasgas N2O verdrievoudigd

Wereldwijd worden steeds grotere hoeveelheden N2O uitgestoten, ook bekend als lachgas. De emissie van dit broeikasgas - vele malen krachtiger dan CO2- is de voorbije eeuw verdrievoudigd. Vooral stuwmeren vormen het probleem.

Uitstoot van superbroeikasgas N2O verdrievoudigd
Photo by Ivan Bandura / Unsplash

Lachgas (N2O) is een broeikasgas dat honderden keren sterker is dan CO2. Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt nu dat de uitstoot de afgelopen eeuw verdrievoudigd is. Het toenemend gebruik van kunstmest en de wereldwijde groei van het aantal stuwdammen zijn de belangrijkste oorzaken, concluderen de onderzoekers.

Lachgas draagt voor bijna tien procent bij aan de opwarming van het klimaat. Het wordt onder andere gevormd als bijproduct bij de verbranding van fossiele brandstoffen, maar klimaatwetenschappers vermoeden al langer dat sloten, rivieren, meren en stuwmeren steeds meer N2O zijn gaan uitstoten. Het Nederlandse onderzoek richtte zich dan ook op de uitstoot uit verschillende zoetwaterbronnen tussen 1900 en 2010.

Kunstmest

Zo bleek dat vanaf 1950, wanneer het gebruik van synthetisch kunstmest in de land- en tuinbouw snel toenam, de uitstoot van lachgas uit zoetwaterbronnen meer dan verdrievoudigde. Vooral de toegenomen uitstoot uit grondwater en stuwmeren springt daarbij in het oog.

Waarom is dat wetenschappers niet eerder opgevallen? “Het is erg moeilijk om de productie in en uitstoot van lachgas uit zoetwater goed te meten”, legt onderzoeker Junjie Wang uit. “Er zijn maar weinig metingen gedaan voor een langere periode of op dezelfde plek. Grondwater werd dus simpelweg niet gezien als een belangrijke bron voor N2O.” Wang benadrukt ook de belangrijke rol van kleine stroompjes en sloten die N2O uitstoten wanneer grondwater het oppervlak bereikt.

Stuwmeren

Het andere opzienbarende resultaat was de scherpe stijging uit waterreservoirs en stuwmeren die wereldwijd worden ingezet om duurzame elektriciteit op te wekken. De onderzoekers tonen aan dat de uitstoot uit waterreservoirs met een factor tien is toegenomen in de afgelopen zeventig jaar.

“Stuwmeren vormen dus nu al een belangrijke bron van de toename van N2O in de atmosfeer. Dat is zorgwekkend, want er zijn nog veel meer stuwmeren gepland”, zegt Wang.

De wetenschappers stellen wel dat ze op basis van hun studie nog niet kunnen bepalen in welke mate zo’n toename de opwarming van het klimaat zal beïnvloeden. Wang: “We weten niet of de uitstoot van lachgas afkomstig uit stuwmeren het broeikaseffect meer versterkt dan wat we besparen aan uitstoot van CO2 door het opwekken van elektriciteit met hulp van waterkrachtcentrales.”

Eerder deze week werd nog een ander pijnpunt van stuwmeren blootgelegd. Uit een internationale studie over de toekomst van waterkracht in Afrika, bleek immers dat tot 67 procent van de mogelijke toekomstige waterkrachtcentrales de investering niet waard is. Dat zou vooral komen omdat waterkracht binnenkort niet meer economisch zal kunnen concurreren met zonne-energie, waarvan de kosten de afgelopen tien jaar ongekend snel zijn gedaald.

Bron: IPS