Tournevie: de kleine revolutie van de doe-het-zelvers die spullen delen

De vrijwilligers van Tournevie bouwen sinds 2015 aan een Brusselse gereedschapsbibliotheek. Voor een prikje kan je er gereedschap huren. Met een beetje geluk repareren ze met hun kleine, innovatieve dienst ook een beetje van het sociaal weefsel in de hoofdstad

Tournevie: de kleine revolutie van de doe-het-zelvers die spullen delen
Olivier Beys © Karlijne Geudens

Het is maandagavond, januari, en de nacht is gevallen over Brussel. De straten in de Marollenwijk worden opgelicht door de vitrines van levendige kroegen en van antiekwinkels, en door kerstverlichting die nog tussen de huizen hangt. Aan het einde van de Hoogstraat, in een statig gebouw beheerd door het Brusselse OCMW, brandt er licht achter het raam, de deur klettert open en toe.

Mensen gaan naar binnen met groene materiaalkoffers, nemen hun tijd om een babbeltje te slaan, en verlaten het gebouw weer met lege handen. Of ze komen toe met lege handen en vertrekken geëquipeerd. Iemand rijdt een kruiwagen de drempel af en verdwijnt in de nacht.

Het materiaal dat ze binnen en buiten dragen, is gemerkt met een sticker met “Tournevie”. Dat is de naam van de organisatie die sinds 2015, als pionier op het Europese continent, een gereedschapsuitleendienst of tool library draaiende houdt in Brussel-centrum.

Bij Tournevie kan je, voor een jaarlijks lidmaatschap van 20 euro, onbeperkt terecht om kwaliteitsgereedschap uit te lenen om mee te klussen, te repareren of te renoveren. Tournevie werpt zich op als een duurzaam alternatief voor duurdere huur- en verkooppunten.

Schroef je leven op

“Tournevie” staat voor “schroevendraaier” – maar ook voor het ombuigen van je manier van leven. Dat is namelijk de niet-zo-duidelijk-geafficheerde ambitie van het collectief. Ze verdedigen een levensstijl waarin gerepareerd wordt in plaats van weggegooid, waarin materiaal wordt gehuurd en niet eenzaam in een kelder terechtkomt. Tournevie is een ruimte waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en helpen met klusvraagstukken, maar ook met meer.

Tournevie verdedigt een levensstijl waarin gerepareerd wordt in plaats van weggegooid, waarin materiaal wordt gehuurd en niet eenzaam in een kelder terechtkomt.

Het is een organisatie die draait op vrijwilligers, oprichter Olivier Beys is een van hen. ’s Avonds en op vrije momenten werkt hij mee aan Tournevie, overdag is hij voltijds beleidsmaker bij WWF. ‘Ik verdiep me er in klimaat- en energiebeleid,’ legt hij uit. ‘Eén van de dingen waarmee ik bezig ben is divestment – banken of grote organisaties aanzetten om hun investeringen weg te halen bij schadelijke bedrijven, met name in de fossiele industrie.’

© Karlijne Geudens

‘Als beleidsmedewerker botste ik in het verleden af en toe op de top-down-benadering. Op een bepaalde manier is het makkelijk om te zeggen wat goed is, en wat niet, om regels op te stellen voor andere mensen. Maar wat voor mij ontbrak was de dialoog, het “middenin” iets staan. Dat hield me bezig. Op een zeker moment las ik over een tool library in Canada. Ik verdiepte me in het project. Waarom niet zoiets in Brussel opstarten, spookte het door mijn hoofd? En ik kreeg het er niet uit. Da’s de reden waarom we hier nu zitten,’ lacht hij.

Uitbouwen

‘Ik besprak het idee met heel wat mensen. Tool libraries wisselen onderling ook kennis en ervaring uit via internationale mailinglists. Uiteindelijk vond ik twee partners in crime, Maarten Depypere – die net als ik Tournevie coördineert – en technische tool ninja Thomas Opsomer – die werkt bij de revolutionaire open-source organisatie iFixit. Die website maakt het mogelijk om toestellen thuis zélf te repareren aan de hand van door consumenten opgestelde handleidingen. Je vindt er aanwijzingen over hoe gebroken smartphoneschermpjes te repareren, of voor het vervangen van auto-onderdelen.’

‘Thomas, Maarten en ik hebben dan gezocht naar manieren om dat idee – een tool library uitbouwen – toe te passen op Brussel,’ gaat Olivier verder. ‘We vonden een groep vrijwilligers – nu zijn we met vijftien – en een pand aan de Steenkoolkaai, in het hippe centrum van Brussel, aan de vismarkt. Dat gebouw deelden we met andere organisaties als ondernemersmarkt MicroMarché, reiscafé ViaVia, educatieorganisatie Citizenne en nog heel wat andere verenigingen. Daar bouwden we Tournevie uit, met succes.’

© Karlijne Geudens

Nieuwe locatie

‘We wisten dat het een tijdelijke oplossing zou zijn. Het pand werd deze zomer verkocht. Daarop zijn we even zonder locatie gevallen. In november 2016 installeerden we ons hier in de Hoogstraat, in een gebouw van het OCMW. Eerst als tijdelijke oplossing, maar recent zijn we te weten gekomen dat we hier mogen blijven,’ lacht Olivier. ‘Dat betekent dat we vanaf nu volop kunnen inzetten op lokale verankering. En dat is misschien waar we met Tournevie het meeste mee kunnen betekenen.’

‘Vergeleken met commerciële diensten werken we ongelooflijk inefficiënt. Maar als je kijkt naar de lage prijs en de beperkte ecologische kost, werken we net superefficiënt. Het is maar hoe je het bekijkt.’

‘Op dit moment hebben we 300 betalende leden. Met de inkomsten van de lidmaatschappen, de boetes voor materiaal dat te laat is teruggebracht en af en toe een evenement, komen we comfortabel toe om ons materiaal te onderhouden en nieuw aan te kopen waar nodig.’

‘Om onze gereedschapsbibliotheek op te starten hadden we een crowdfundingactie opgezet. Dat viel erg mee. Die centen konden we helemaal zelf beheren zonder ergens aan vast te zitten, én de actie zorgde voor naambekendheid. Daarnaast ontvingen we enkele steunfondsen, en later nog wat fondsen een subsidie. Ons startbudget was 13.000 euro.’

‘Sinds de opstart werken we dus enkel met vrijwilligers,’ vertelt Olivier. ‘Iedereen die aan Tournevie meewerkt, doet dat omdat hij of zij er zin in heeft. Da’s de kern van hoe we werken. Het werkt stimulerend: je krijgt er veel vriendschap, voldoening en skills voor in de plaats, en het werkt aanstekelijk. Er is een gevoel van “wederkerigheid” tussen de vrijwilligers.’

‘Vergeleken met commerciële diensten werken we ongelooflijk inefficiënt,’ lacht Olivier, ‘maar als je kijkt naar de lage prijs die we kunnen vragen, en de zeer beperkte ecologische kost van onze activiteiten, werken we net superefficiënt. Het is maar hoe je het bekijkt.’

‘We weten dat er een moment gaat komen, als we blijven groeien, dat we iemand in dienst moeten nemen om de organisatie te coördineren. Daar wachten we liefst nog even mee. Want dat gaat de verhoudingen tussen de vrijwilligers misschien wel veranderen.’

© Karlijne Geudens

Gat in de markt

‘Tournevie heeft als doel om kwaliteitsmateriaal – tweedehands of niet – beschikbaar te maken voor een groot publiek,’ vertelt Olivier. ‘Ik vind het vreemd om te zien dat de markt geen antwoord heeft kunnen formuleren op heel wat reële problemen. Neem bijvoorbeeld een klusser in een grootstad die een ingebouwde kast wil timmeren en daarvoor een goede wipzaag nodig heeft. Een nieuw exemplaar kost al snel 250 euro. Wil je er een goedkopere, dan is dat toestel automatisch van mindere kwaliteit.’

‘Natuurlijk bestaan er commerciële winkels waar je gereedschap kan huren, zoals Boels. Maar die zijn best duur als je dat gereedschap voor een langere periode nodig hebt. En de winkels zijn meestal buiten het stadscentrum gevestigd, gemakkelijk bereikbaar met de auto. De stedelijke doe-het-zelver zonder auto vindt op de markt eigenlijk geen goede oplossing. Met Tournevie willen we de buurtbewoners uit de nood helpen, op een duurzame manier.’

Laagdrempelig

‘Voor lidmaatschap bij Tournevie betaal je 20 euro per jaar. Dat is weinig, bijna iedereen kan het bedrag missen. En je krijgt er heel wat voor in de plek. We hebben een sterke lokale focus. We zijn een plek waar de deur altijd openstaat, proberen zo laagdrempelig mogelijk aan de slag te gaan. De volgende maanden gaan we dan ook hard werken om ons kenbaar te maken hier in de wijk, samen met het OCMW maar ook op andere vlakken. We hebben hier wel wat handige types rondlopen die leuke acties kunnen opzetten,’ knipoogt Olivier.

‘We werken al even samen met Les Débrouillardes, een vereniging die DIY-cursussen en klusworkshops aanbiedt – voorlopig in het Frans. Nu we verhuisd zijn naar deze stek gaan we het atelier in de toonzaalruimte ook voor eigen workshops gebruiken – we willen ons daarbij vooral richten op scholen of teambuildingactiviteiten. Met de workshops willen we mensen laten zien hoe fijn het is om samen iets in elkaar te steken, om te empoweren. De sociale meerwaarde van samen aan dingen bouwen, enfin.’

‘Het is ook een manier om Tournevie duurzaam te financieren. We komen wel toe met onze inkomsten om de dagelijkse werking te onderhouden, maar wanneer de werking complexer wordt, zullen we meer budget nodig hebben. Naar voorbeeld van de Mobile School in Zuid-Amerika en De Stuyverij in Kortrijk, kunnen we met onze workshops de nodige inkomsten creëren.’

© Karlijne Geudens

Copy-paste

De open source-sfeer van iFixit zit in het DNA van Tournevie. ‘We delen zo veel mogelijk kennis,’ vertelt Olivier, ‘en proberen ons concept gemakkelijk kopieerbaar te maken. Hoe meer Tournevies in de wereld, hoe beter, lijkt ons.’

‘We broeden ook op nieuwe “antenneplekken” in Brussel. Via samenwerkingen op te zetten met nieuwe groepen vrijwilligers, zouden we Tournevie’s concept graag copy-pasten naar andere wijken in de stad. We ontvangen ook regelmatig bezoekers die een soortgelijk concept op een andere plek willen uitbouwen – uit eigen land zagen we mensen uit Bergen, Mechelen en Edegem, maar er kwamen ook al Zweden, Duitsers en Spanjaarden langs.’

Interventies in de wijken

‘Sinds ik in 2010 in Brussel ben komen wonen, heb ik elk jaar meer en meer creatieve wijkprojecten zien opduiken. Hier en daar verschenen bloembakken, constructies in de publieke ruimte, of vrijplaatsen voor stadslandbouw. Die “interventies” geven de stad een ziel,’ meent Olivier. ‘In de jaren ’90 was er een beweging van mensen die trok uit de vieze, groezelige stad, naar de buitenwijken. Brussel was door de jaren heen misschien wat van haar élan kwijtgeraakt.’

‘Nu beweegt er weer meer in de stad. We vinden het spannend dat Tournevie daar ook een rol in kan spelen – ze maakt die creativiteit mogelijk. Bevriende organisaties bouwden de afgelopen jaar met ons gereedschap onder andere een tijdelijk zwembad aan het kanaal, een amfitheater in een park en een cinema in een oude Lijnbus. Door de lage kostprijs kan Tournevie organisaties met kleine budgetten echt vooruit helpen.’

Rond 20u kleppert de deur van het pand voor een laatste keer toe. Daarmee verdwijnen de laatste klusverhalen in het donker. De vrijwilligers van Tournevie gaan weer naar huis, om daar verder te werken aan de volgende zetten van de organisatie – of om uit te rusten voor de werkdag die erop volgt. De Marollenwijk mag zich klaarmaken voor een nieuwe golf aan straatinterventies.

Dit artikel van Isabelle Vanhoutte verscheen eerder op haar website Kleine Revolutie.