‘Plastic is een waardevolle grondstof’

Faro360 zoekt naar spitsvondig hergebruik van afval.

‘Plastic is een waardevolle grondstof’
© Karlijne Geudens

Aan het kanaal in Anderlecht ligt Recy-K, het Brussels knooppunt van circulaire economie. Het is een plek waar jonge makers, denkers en innovatoren elkaar ontmoeten. Wanneer je op de site aankomt, staan er pijlen in alle richtingen. Over de verschillende gebouwen verspreid zitten vzw’s, jonge ondernemingen, coworkingplekken, in de kantine kan je terecht voor een lokaal gemaakte lunch, en in het fablab kan je komen sleutelen en bouwen.

In de voortuin, aan de kanaalzijde, komt binnenkort een container te staan. Met daarin een proefmodel van een microfabriek waarmee Faro360 de strijd met plastic afval wil aangaan. Faro360 is een organisatie die ijvert voor hergebruik van plastic op plaatsen waar er geen, of bijna geen, afvalbeleid is. De start-up — opgericht in 2016 — zet daarvoor in op verschillende fronten.

In het fablab ontmoet ik Koen Verrecht, oprichter en drijvende kracht achter Faro360. De organisatie ijvert voor hergebruik van plastic op plaatsen waar er geen, of bijna geen, afvalbeleid is. De jonge start-up — opgericht in 2016 — zet daarvoor in op verschillende fronten. Ze gebruiken een low-tech en low-cost oplossing die hergebruik van afval mogelijk maakt — een container met een mini fabriekje in, volgens een model dat Precious Plastic ontwikkelde — daarover verder meer. Met een trainingsprogramma ondersteunt Faro360 lokale verenigingen die de afvalinzameling voor hun rekening nemen. Daarnaast zetten ze in op bewustzijn rond afval, via projecten in scholen. Het doel? Plastic afval opnieuw in de economie brengen, en zo een bron van tewerkstelling creëren, in een gezonde leefomgeving.

Koen Verrecht © Karlijne Geudens

Aan de ingang van het fablab staat een gelaste constructie met een oven ernaast. Koen geeft uitleg. ‘Dit is ons eerste proefmodel. Onder het motto “van lege pint tot 3D print” stonden we er ooit mee op Pukkelpop. Dat was ons eerste wapenfeit. Festivalgangers konden hun plastic bekertjes in de shredder gooien, waar ze versnipperd werden. De oven maakten we speciaal zo om temperaturen te halen die de plastic snippers kunnen doen smelten. Je kan er bijvoorbeeld plastic kommen mee maken.’

Faro360 richt zich vooral op plekken waar afval niet, of bijna niet, hergebruikt wordt. België behoort daar niet toe, want ons land is wereldwijd een voorbeeld als het over recycleren gaat.

Koen Verrecht: De constructie op Pukkelpop was inderdaad een try-out voor het grotere project van Faro360, dat zich vooral op armere regio’s richt. In het voorjaar van 2015 liep ik in Mali stage bij Kiva, een online platform dat het mogelijk maakt om, via microkredieten, ondernemers met lage inkomens te steunen — dat doen ze wereldwijd, in meer dan 80 landen. Na een moeilijke periode in mijn job — ik werkte als leerkracht lager onderwijs, en later als vormingsmedewerker — had ik besloten dat ik me wilde heroriënteren. Op zoek naar maatschappelijke impact, eerder praktisch toegepast.

Plastic is een waardevolle grondstof. Maar de manier waarop vandaag we met plastic omgaan is erg dubbel. Het wordt gemaakt om eeuwig te bestaan, maar plastic producten worden wel ontworpen om weg te gooien.

In Mali kwam ik in contact met de meest diverse ondernemers. Het waren mensen die, ondanks de moeilijke omstandigheden waarin ze werkten, toch het heft in eigen handen namen. Dat inspireerde me. Maar ik was ook onder de indruk van de hoeveelheid afval die ik overal zag liggen — écht overal. Op de straten, rond de huizen, in ongereguleerde storten buiten de dorpen.

© Karlijne Geudens

Rond die periode las ik ook een artikel in de Vlaamse media over landen die afval importeerden uit buurlanden voor hun verbrandingsinstallaties. Plastic is een waardevolle grondstof. Maar de manier waarop vandaag we met plastic omgaan is erg dubbel. Het wordt gemaakt om eeuwig te bestaan, maar plastic producten worden wel ontworpen om weg te gooien. Het feit dat al dat weggegooide plastic niet benut wordt, maakte me onrustig. Ik besloot op zoek te gaan naar een manier om het afvalprobleem aan te pakken.

Dat deed je door in de boeken te duiken?

Koen Verrecht: Via Kiva volgde ik einde 2015 een gratis online cursus over global social entrepreneurship, aan de Berkeley-universiteit. Ik maakte er deel uit van een groepje studenten die wereldwijd de lessen volgden, en legde mijn eerste ideeën om rond afval te werken, een eerste keer voor aan hen. Ook schreef ik me in voor een Masterclass-weekend rond duurzaam ondernemen van Act4Change. Daar toetste ik mijn verhaal opnieuw bij een aantal jonge duurzame ondernemers. Eén van de deelnemers vertelde me over Precious Plastic, een gemeenschap van honderden mensen, overal ter wereld, die online kennis, tools en technieken met elkaar delen om plastic afval te hergebruiken.

Precious Plastic ging een hoofdrol spelen in het verhaal van Faro360.

Koen Verrecht: Klopt. Precious Plastic werd in 2013 opgericht in door de Nederlandse designstudent Dave Hakkens. Hij ontwierp een relatief eenvoudig in elkaar te lassen set die bestaat uit een shredder of plasticversnipperaar, een oven, een extruder om filament mee te maken — de “3D-printinkt” — en een injector, waarmee je plastic in mallen kan gieten. Van bij de start deelt Hakkens zijn kennis gratis met iedereen — “open source”. De bouwtekeningen staan online en de machines zijn ondertussen overal in de wereld gebouwd. Van Zuid-Korea over Thailand, van Oostenrijk tot Mexico. Bijna elke week gaat er ergens een nieuwe stek open waar machines van precious Plastic staan.

Eerder dit jaar bracht Precious Plastic een belangrijke nieuwe versie van hun product uit — de handleiding om van een zeecontainer — het standaardmodel, dat ongeveer overal ter wereld beschikbaar is — een minifabriekje te maken, met ruimte voor inzameling, sorteren, maken en verkopen van plastic waren.

© Karlijne Geudens

Net dat is wat we de afgelopen maanden deden met Faro360, fabriekjes bouwen met als basis een container. De machines die we erin zetten, maakten we volgens de handleidingen op de website van Precious Plastic. Wat we eraan koppelen — en dat onderscheidt ons dan van het Precious Plastic-project — is een werkingsmodel om die plasticfabriekjes uit te bouwen op plekken waar net weinig bewustzijn is rond afval.

Niet enkel Precious Plastic heeft je geïnspireerd, met zijn open source methode en een wereldwijde community. Op welke manier heeft Mobile School, een Belgische organisatie die zich wereldwijd inzet voor straatkinderen, Faro360 mee vormgegeven?

Koen Verrecht: Al bijna tien jaar werk ik als vrijwilliger bij Mobile School. De onderneming zet in op educatie, maar vooral op empowerment van straatkinderen — door hun eigen potentieel en “straatwijsheid” aan te spreken. Begin november ga ik naar Calcutta om zo’n straatschooltje mee op te starten — lokale straathoekwerkers gaan er dan verder mee aan de slag.

Faro offerde zichzelf op om de aarde te zuiveren, die vervuild was door zijn boosaardige tweelingbroer Pemba. Zijn onzelfzuchtigheid en zijn wil om aan een betere wereld te bouwen inspireerde me.

Die Mobile Schools zijn voor mij een voorbeeld van hoe het kan. De manier waarop ze samenwerken met lokale partners inspireerde me enorm — ze zijn zich er grondig van bewust dat er politieke en economische verschillen zijn tussen hun eigen leefwereld en de lokale situatie. Cultuurverschillen proberen ze niet te ontkennen. Wat ze doen is voornamelijk de tools geven aan lokale gemeenschappen om hun eigen ding te doen met de Mobile Schools.

Een andere organisatie die me mee inspireerde voor Faro360 is Sanergy, een bedrijf dat inzet op het toegankelijk maken van degelijk sanitair op plekken waar hygiëne vaak ver te zoeken is — in sloppenwijken of in afgelegen gebieden. Die toiletten worden via franchise uitgebaat door een local. Dagelijks worden de toiletten leeggemaakt, en de inhoud wordt verwerkt tot meststof of als energiebron. Zo creëer je waarde op basis van afval — en die waarde komt opnieuw in de gemeenschap terecht.

Ook in jullie naam zit een link met “het lokale”.

Koen Verrecht: Dat vond ik belangrijk. Ik ben bewust op zoek gegaan naar een naam die niet Angelsaksisch is of bestaat uit een letterwoord — dat is me te neokoloniaal. Faro is een figuur uit de Mandé-mythologie — Mandé is etnische groep waar zo’n 70 miljoen mensen toe behoren, vooral in West Afrika. Faro offerde zichzelf op om de aarde te zuiveren, die vervuild was door zijn boosaardige tweelingbroer Pemba. Zijn onzelfzuchtigheid en zijn wil om aan een betere wereld te bouwen inspireerde me. Het getal “360” verwijst dan weer naar de circulaire economie — een gesloten kringloop waarin grondstofvoorraden niet worden uitgeput en waarin reststoffen opnieuw grondstof worden.

© Karlijne Geudens

Hoe ontwikkelde Faro360 zich van idee naar een onderneming?

Koen Verrecht: Begin 2016 begon mijn idee voor Faro360 vorm te krijgen en pitchte ik het bij een startup-incubator, Start it @kbc. Daar kreeg ik ondersteuning bij de uitbouw van het businessmodel achter Faro360. Ik kreeg een mentor toegewezen en volgde er een paar interessante opleidingen.

Daarnaast volgde ik op eigen initiatief een open online cursus “Municipal Solid Waste Management in Developing Countries” aan de École polytechnique fédérale van Lausanne. Die cursus leek me op dat moment helemaal op het lijf geschreven. Ik leerde er dat er op dit moment zo’n drie miljard mensen geen toegang hebben tot afvalverwerking. Afval komt er terecht op open stortplaatsen, of wordt verbrand. Beide opties zijn echt wel schadelijk voor mens en natuur.

Ik leerde er dat er op dit moment zo’n drie miljard mensen geen toegang hebben tot afvalverwerking. Afval komt er terecht op open stortplaatsen, of wordt verbrand. Beide opties zijn echt wel schadelijk voor mens en natuur.

Eén van de beste dingen die Faro360 ooit zijn overkomen, was het Climate Launchpad. Dat is de grootste wedstrijd voor groene businessideeën. Ze ondersteunen start-ups met een goed idee, dat de klimaatverandering tegengaat. In meer dan 25 landen worden voorrondes gehouden. Wij deden mee in juni 2016, en werden derdes in België. In Estland, waar de grote finale doorging, belandden we in de top tien op Europees niveau — van de 87 internationale kandidaten. Een hele overwinning. Via Climate Launchpad werd ons concept voor Faro360 uitgediept en uitgewerkt. Het was een grote stap in onze professionalisering.

Wanneer besloot je om er helemaal voor te gaan?

Koen Verrecht: Sinds begin 2016 ben ik voltijds bezig met Faro360. In maart 2016 ben ik een maand naar Senegal gegaan om marktonderzoek uit te voeren. Daar bestudeerde ik hoe zo’n containerfabriek zou kunnen werken in het lokale ecosysteem, en of er organisaties waren waarmee ik kon samenwerken. Via via kende ik de organisatie ASDES (Association Sénégalaise pour un Développement Equitable et Solidaire) in Kaolack, zij waren al even bezig met sensibilisatie rond afvalophaling. Kaolack staat bekend als Senegals vuilste stad. Het afval wordt er letterlijk opgehaald door een ezeltje met kar, die het verzamelde afval naar een onofficiële stortplaats brengt, net buiten de stadsmuren.

Met de steun van ASDES besliste ik om in Kaolack een eerste pilootproject uit te bouwen, op basis van plannen en advies van de Precious Plastic-community. In mei en juni dit jaar ging ik voor acht weken naar Senegal, om samen een eerste pilootfabriek uit te bouwen. Dat deed ik niet alleen. Enkele weken na afloop van een workshop, georganiseerd door de internationale sociale innovatieorganisatie MakeSense en Vlerick Business School, in februari dit jaar, kwamen drie Vlerick-studenten naar me toe. Met de vraag of ze in het kader van hun studie, mee onderzoek mochten doen naar Faro360. Dus vertrokken we met z’n vieren naar Kaolack.

© Karlijne Geudens

Hoe verliep dat eerste “terreinwerk” in Senegal?

Koen Verrecht: Normaal gezien, met alle materiaal bij de hand, bouw je de vier machines in zo’n twee weken tijd. Die tijd had ik verviervoudigd, maar het was toch niet genoeg. Ik had onderdelen meegenomen waarvan ik wist dat ze moeilijk te maken zouden zijn in Senegal — de messen van een shredder worden bijvoorbeeld gesneden met een lasercutter. Maar het productieproces in Kaolack ging toch trager dan verwacht. We deden er bijvoorbeeld een volle dag over om een gat van 10 millimeter te boren — eerst op zoek naar een boormachine, dan op zoek naar de juiste boor. Uiteindelijk konden we drie van de vier machines afwerken. Niet genoeg dus voor het pilootmodel, helaas.

Ook de toegang tot plastic bleek moeilijker dan verwacht. Er bestaan zeven soorten plastics, die allemaal andere smelttemperaturen hebben. Goed sorteren is dus noodzakelijk. En kwalitatieve producten maak je met zuivere plastics — dus zonder vuil, zand of etensresten. De plastics die we ter beschikking hadden waren niet klaar voor verwerking.

Wanneer we op problemen stootten, legden we die geregeld voor op de fora van de Precious Plastic-community. We kregen dan hulp uit alle hoeken van wereld — van Zuid-Afrika over Nieuw-Zeeland tot Nederland. Uiteindelijk lukte het ons om drie van de vier machines te bouwen die we voor ogen hadden: de shredder, de extrusiemachine waaruit het filament komt, en de injectiemachine die dient om mallen te vullen met plastic. Twee ervan waren af, maar hebben we niet kunnen testen wegens een langdurige elektriciteitspanne. Het was best frustrerend, dat hindernissenparcours.

Je kwam weer naar België terwijl de testfabriek nog niet afgewerkt was. Hoe kijk je terug op die eerste try-out?

Koen Verrecht: Ik heb vandaag regelmatig contact met de site in Kaolack, via Skype en Whatsapp. Maar de microfabriek is nog steeds niet operationeel. Een lichtpuntje is dat de afvalophaling in de betrokken wijken wél weer is opgestart en goed loopt. En dat er drie werkkrachten opgeleid zijn om met de machines aan de slag te gaan.

Om de problemen met onzuivere plastics te vermijden, gaan we samenwerken met scholen ter plekke. Zij worden vanaf nu het inzamelpunt voor plastics.

Ik trok er wel waardevolle lessen uit. Ook omdat de Vlerick-studenten er zes weken lang onderzoek hebben gevoerd. Op basis van interviews met ongeveer iedereen die betrokken zou kunnen zijn — mensen op straat, politici, afvalinzamelaars — bezorgden ze me na afloop een lijst met aanbevelingen. Eén van de bevindingen die ze hadden gemaakt was nogal een eyeopener voor me — namelijk dat het idee om plastic als grondstof op de markt brengen, niet haalbaar was. Er was gewoon geen markt voor.

Met die informatie ging je aan de slag.

Koen Verrecht: Vandaag wordt het businessplan bijgeschroefd. Een belangrijke partner die erbij komt, zijn scholen. Scholen worden op twee manieren betrokken partij. Om de problemen met onzuivere plastics te vermijden, gaan we samenwerken met scholen ter plekke. Zij worden vanaf nu het inzamelpunt voor plastics. De scholen krijgen schoolmateriaal, in ruil, gemaakt van plastic overschotten — denk aan pennen, latten of geodriehoeken. De productie van de machines kan dan weer in technische scholen hier in België doorgaan, als een projectwerk rond circulaire economie.

Recent diende ik een dossier in bij Vlaanderen Circulair om die dubbele scholenwerking te kunnen uitbouwen. Maar ondertussen zit ik niet stil. Binnenkort start Faro360 een vrijwilligerswerking op — alle mensen die de afgelopen jaren voorstelden om te helpen, of wilden bijspringen kunnen er eindelijk terecht. Ik ga op zoek hoe ik de noden van de organisatie kan matchen aan de verwachtingen of de ambities van de vrijwilligers.

Hoe ziet de toekomst eruit voor Faro360?

Koen Verrecht: We zijn nog wel even bezig met het uitzoeken hoe het ideale verdienmodel van Faro360 er nu uitziet. Welke rol vrijwilligers daarin kunnen spelen, of op welke manier we de samenwerking met de scholen vorm kunnen geven. Of hoe we gaan opschalen — met een franchisemodel, of via een ander systeem. We willen vooral focussen op ondersteuning, en de lokale partners eigenaar maken van hun project. Ik heb er vertrouwen in dat alles op zijn pootjes valt. Uiteindelijk hopen we erop dat in de verste uithoeken van de wereld microfabriekjes worden opgericht, die het lokale afvalprobleem op een duurzame manier oplossen. Wij willen dan wel de McDonalds van de afvalverwerking worden.

En binnenkort een minifabriekje in de voortuin dus, bij Recy-K. Begin je mooiste plastic afval al maar te sparen om het om te toveren tot gemarmerde kommen, vervangonderdelen-die-moeilijk-te-vinden-zijn, of een handige geodriehoek.

Deze reportage is een initiatief van Act4Change