Mits overbevolking is de klimaatcrisis nog moeilijker op te lossen

Je kan de klimaatcrisis bekijken doorheen een demografische lens maar dat ligt gevoelig. Mark Dom werpt een nuchtere blik.

Mits overbevolking is de klimaatcrisis nog moeilijker op te lossen
Photo by Rob Curran / Unsplash

Overbevolking is een heikel thema in de context van de klimaatcrisis. Het is zoals kernenergie in het debat over duurzame, koolstofvrije energie. Het lijkt nochtans ‘logisch’: die miljarden mensen op de planeet nemen veel plaats in, verbruiken en vervuilen kortom ze veroorzaken de huidige problemen op het vlak van biodiversiteit en klimaatontwrichting.

Op een planeet met minder mensen zouden er minder problemen zijn. Om komiek Bill Burr te parafraseren: “Mochten we maar met 30.000 man op de planeet leven dan kunnen we allemaal rondrijden in ‘Leopard 2’ tanks; onderweg chemisch afval uit het luik dumpen en de arend uit de boom schieten omdat hij op onze tank gescheten heeft zonder dat het enige impact heeft.”

Buiten de grofgebekte komiek zijn er ook meer ‘respectabele’ mensen die dezelfde mening zijn toegedaan. Sir David Attenborough en Dame Jane Goodall zijn boegbeelden van ‘Population Matters’, een groepering die overbevolking en bijhorende problemen onder de aandacht wil brengen. Toch blijft het taboe om over onze aantallen te spreken, om te overwegen dat onze aantallen op de planeet problematisch zijn. Het gaat dan plots over ons, onze kinderen en kleinkinderen als oorzaak van de problemen. Zijn we echt met teveel?

De referentie

De populaties van andere dieren op onze planeet zijn afhankelijk van enkele voor de hand liggende factoren. Om het heel simpel te stellen: hoeveel gras er beschikbaar is bepaalt hoeveel herten er kunnen leven en het aantal herten bepaalt hoeveel wolven er kunnen leven. We kunnen ons dan de vraag stellen hoeveel mensen er op de planeet zouden wonen als ze ook afhankelijk zouden zijn van wat het ecosysteem kan ‘leveren’ om te overleven.

Voor we aan landbouw deden trokken we rond, op zoek naar eten. We waren allemaal ‘jager-verzamelaar’. Onze aantallen waren, net zoals herten en wolven, gelimiteerd door het beschikbare voedsel in de regio waarin we rondtrokken. Wetenschappers kunnen aan de hand van computermodellen ongeveer inschatten hoeveel mensen van het type ‘jager-verzamelaar’ de planeet zou kunnen herbergen. Dat zijn er echt niet veel, ongeveer 10 miljoen mensen, het aantal inwoners van België.

Je kan dit als een referentie gebruiken. Als de mens ‘gewoon’ deel uitmaakt van een ecosysteem zoals herten en wolven dan is het aantal van de populatie gelimiteerd (door beschikbaarheid voedsel, klimaat, water,…) tot het aantal Belgen, ongeveer 10 miljoen stuks.

Groeien zonder grenzen

Vandaag zijn we met 8 miljard mensen omdat we de restricties van het leven in een ecosysteem hebben kunnen omzeilen. Door aan landbouw te doen, door dieren te domesticeren zodat we ze niet langer achterna moeten hollen, door gewassen te veredelen voor meer opbrengst,… we creëerden ons eigen ecosysteem tot iets wat we vandaag ‘economie’ noemen.

Buiten landbouw gaf de ontdekking van fossiele brandstoffen een grote ‘boost’ aan het succes van onze soort. Turf, bruinkool, steenkool, olie en gas gaven en geven ons copieuze hoeveelheden energie. Gedaan met hout te sprokkelen in het bos (dat er niet meer is), gewoon de thermostaat naar boven draaien en het is warm. We zijn er zonder twijfel op vooruit gegaan, we varen wel bij de geboekte vooruitgang. Vanaf 1950 kwam de grote versnelling: de wereldbevolking is verdrievoudigd vanaf dan tot nu. En toen begon de temperatuur op de planeet plots te stijgen en begonnen de problemen. “We zijn met te veel!” riep iemand. Zijn we met te veel?

We zijn met te veel

We zijn met te veel mensen die CO2 uitstoten en daardoor klimaatopwarming veroorzaken. Er zijn met andere woorden te veel mensen die fossiele brandstoffen consumeren om hun levensstijl in stand te houden. Van dat ‘soort’ mensen is er dus een teveel. Volgens de VN is de helft van de wereldbevolking verantwoordelijk voor 85% van de CO2-emissies. Volgens diezelfde VN is er nog een tweede ‘merkwaardige’ vaststelling: de emissies van landen met een ‘midden inkomen’ (groeilanden) zijn sinds 2000 verdubbeld terwijl de bevolkingsaangroei afnam. In de rijke regio’s zoals de Lage Landen neemt de bevolking nauwelijks toe of vertoont eerder een dalende trend.

Het is dus niet zo simpel om de stijgende CO2-uitstoot rechtstreeks te koppelen aan een stijgende bevolking ook al vertonen beide curven eenzelfde exponentieel verloop (sinds 1950). De aangroei van de wereldbevolking onder controle krijgen als klimaatmaatregel is om een nog andere reden problematisch, er is de factor tijd. Om de opwarming van de Aarde beneden de gevarengrens van 1,5-2°C te houden moet de uitstoot pijlsnel naar beneden gaan. De wereld moet binnen een erg krap tijdskader de CO2-uitstoot naar nul brengen en maatregelen om de wereldpopulatie naar beneden te brengen hebben geen effect binnen datzelfde krappe tijdskader.

“Globally, population growth is slowing down and may come to a halt by around 2100, thanks to the smaller family sizes associated with social and economic development. However, given the intrinsic momentum of population growth, the range of plausible trajectories of global population over the next few decades is quite narrow. For this reason, further actions by Governments to limit the growth of populations would do little to mitigate the forces of climate change between now and 2050.”

Het is dus kort door de bocht om overbevolking als oorzaak en oplossing (hoe?) voor de acute klimaatcrisis aan te wijzen. Toch is er een link tussen het aantal mensen op de planeet en klimaatopwarming (CO2-uitstoot). De Japanse econoom Yoichi Kaya bedacht een ‘formule’ om deze link te leggen. Deze formule kennen we onder de naam “the Kaya identity”.

De formule van Kaya

De wereldwijde CO2-uitstoot hangt af van enkele factoren volgens de Kaya identity. De eerste factor: met hoeveel mensen (M) zijn we. Dan komt hoeveel ‘spullen’ bezitten we per mens (S/M). Vervolgens, hoeveel energie is er nodig om die spullen te maken (E/S) en als laatste hoeveel CO2 wordt er uitgestoten door die energie (CO2/E). Ik gebruik de term ‘spullen’ voor alles wat we bezitten en verbruiken, de meer beschaafde naam is ‘bruto binnenlands product (BBP)’. Mijn versie van de formule is dan:

CO2= M x S/M x E/S x CO2/E

Als we de globale CO2-uitstoot naar beneden willen brengen kunnen we inderdaad het aantal mensen (M) naar beneden brengen zoals komiek Bill Burr voorstelt. We kunnen dan inderdaad met Leopard tanks rondrijden zonder impact. Mochten er enkel 10 miljoen Belgen (referentie) op de planeet wonen dan zou de impact ook erg klein zijn, ongeacht hoeveel spullen we zouden bezitten met dito uitstoot.

De uitstoot kan ook naar beneden door minder te consumeren, minder spul te bezitten en te verbruiken. De twee eerste factoren en dus ook de CO2-uitstoot zijn dus te beïnvloeden door ons gedrag te wijzigen: we planten ons minder voort en we consumeren minder.

We kunnen ook de kaart van de technologie/innovatie trekken en zorgen dat de we minder energie nodig hebben om spullen te produceren en/of daarvoor enkel energie te gebruiken die geen CO2 uitstoot.

Die twee verschillende delen uit de ‘Kaya identity’, gedrag en technologie, vinden we ook terug in de ideologische voorkeuren om de klimaatcrisis aan te pakken. De klassieke ‘ecologisten’ die het ongebreideld consumeren beperken (gedrag) naar voren schuiven als oplossing en de (eco)modernisten die geloven dat technologie de sleutel is om zonder veel kleerscheuren uit diezelfde crisis te geraken. Het spreekt voor zich dat gezien de beperkte tijd (koolstofbudget) er geen ideologische voorkeuren mogelijk zijn. We, een minderheid van de wereldbevolking, zullen vandaag aan alle knoppen uit de formule moeten draaien om klimaatopwarming beneden de gevarengrens te houden. Overbevolking van de planeet is problematisch maar aan die knop kunnen we op korte termijn niet draaien om vandaag de uitstoot naar nul te herleiden.

De stand-up van Bill Burr: