Na de bosbranden volgen dreigende zaailingen

Iedereen weet wat te doen om nieuwe branden te voorkomen, maar er zijn geld, handen en goede wil tekort.

Na de bosbranden volgen dreigende zaailingen
Threeohsix (CC BY-SA 4.0)

De bosbranden van meer dan een jaar geleden, gaven Portugal een kans om met een schone lei te beginnen. Stukken bos, weide en landbouwgrond die door jaren verwaarlozing volledig ondoordringbaar waren en een brandgevaar vormden, werden weer hanteerbaar. Het was ook een wake-up call en een ontnuchtering. Iedereen weet wat gedaan moet worden om nieuwe branden te voorkomen, maar er is een tekort aan geld, handen en goede wil.

Bosbranden zijn normaal gezien een natuurlijke schoonmaakoperatie. Het bos wordt opgekuist en kan verjongen. Wat hier en op andere plaatsen gebeurde, zijn strikt genomen geen bosbranden, maar plantagebranden. Door aanplanting van monoculturen van snel groeiende economisch interessante bomen, zogenaamde cashcrops, is het natuurlijk bodemleven zo goed als weg, waardoor de natuur zich niet tot slechts langzaam herstelt. Daarenboven zijn zaden en wortels van inheemse bomen op die plantages niet aanwezig en komen die hier dus slechts traag op natuurlijke wijze terug.

Wat hier en op andere plaatsen gebeurde, zijn strikt genomen geen bosbranden, maar plantagebranden

Een jaar later zien we op vele plaatsen wildgroei van niet inheemse eucalyptus en den, wiens zaden werden geactiveerd door de hitte van het vuur. De zaailingen groeien in de vooraf bestaande plantages, maar ook in hun wijde omgeving en in die van alleenstaande volwassen bomen. Daar vormen de snel groeiende boompjes een bedreiging voor de tragere inheemse zaailingen.

Eucalyptus zaailingen in een verbrand bos. © Anouk Weyne

Eucalyptus

Als deze, en vooral de eucalyptus, allemaal blijven staan, zal dit rampzalige gevolgen hebben voor de biodiversiteit en het ecosysteem, wordt het risico op nieuwe branden groter en zullen deze ook nog verwoestender en gevaarlijker zijn. Uiteindelijk zal er steeds meer erosie plaats vinden en zal deze streek verwoestijnen.

In een straal van 50m rond bewoning en 10m naast de asfalt-wegen moet het land goed onderhouden zijn zodat dorpen en toegangswegen veilig blijven. Zo maak je ook brandgangen die de verspreiding van bosbranden vertragen.

Helaas worden die regels nauwelijks opgevolgd en zeer zelden gecontroleerd. Het meeste land is in handen van privé-personen of in bezit van bedrijven die van het opkuisen van hun terreinen geen prioriteit maken, als ze zich al bewust zijn van het bestaan ervan.

Daarenboven zijn velen tevreden met de zelf gezaaide boompjes, zo moeten ze niet investeren in de aankoop van plantgoed en tijd en energie steken in het planten ervan. Met minimale inspanning hopen ze over tien jaar, als de bomen kaprijp zijn, een mooie winst op te strijken. Een begrijpelijke positie in een streek waar de gemiddelde leeftijd hoog is en er weinig voor de hand liggende economisch interessante alternatieven zijn.

We staan dus voor een grote uitdaging om gezonde ecosystemen te valoriseren, te beschermen en terug te laten komen in plaats van cashcrops die slechts op korte termijn interessant zijn.