Klimaattop in Bonn: blijft België in nonchalance steken?
Falende quota en kibbelende politici verhullen het hoofdprobleem van het Belgische klimaatbeleid: een gebrek aan visie.
In de Duitse stad Bonn vindt de komende twee weken een internationale klimaatconferentie plaats, georganiseerd door de UNFCCC (het United Nations Framework Convention on Climate Change). Deze zogenaamde inter-sessie moet de klimaattop COP23 in november voorbereiden.
Halverwege tussen de COP22 afgelopen jaar in Marrakesh en de aanstaande COP23 die in November 2017 in Bonn plaats zal vinden komen UN afgevaardigden, milieuorganisaties, wetenschappers en activisten nog eens samen om klimaatverandering bij de horens te vatten tijdens de UNFCCC inter-sessie klimaatconferentie.
Tijdens deze twee weken durende conferentie zakken experten van over de hele wereld af naar de voormalige Duitse hoofdstad om voort te bouwen op het historische Parijs klimaatakkoord van 2015, waar voor het eerst in de geschiedenis 195 landen klimaatverandering erkenden en beloofden om broeikasgassen terug te dringen met behulp van de beschikbare technieken.
En om deze beschikbare technieken gaat het nu net in deze conferentie: welke beschikbare technieken en mechanismen hebben ontwikkelde en onderontwikkelde landen voorhanden om de uitstoot van broeikasgassen in te dammen? Dienen alle landen evenveel te investeren in klimaat-neutrale technieken? En hoe implementeert men klimaatmechanismen in een land dat zelf te arm is om zijn eigen bevolking te voeden?
Drie verschillende raden zullen zich over deze vragen buigen: de Subsidiaire Raad voor de Implementatie (SBI), de Subsidiaire Raad voor Wetenschappelijk en Technologisch Advies (SBSTA) en de Ad-Hoc Werkgroep voor het Parijsakkoord (APA). De conferentie heeft met andere woorden als doel het Parijs akkoord te implementeren en te beslissen met welke wetenschappelijke, technologische en economische middelen het juiste beleid gevormd kan worden.
De Belgische klimaat-nonchalance
Zo tracht België zijn doelstelling om tegen 2020 15% minder uit te stoten (in vergelijking met 2005) te bereiken door de implementatie van o.a. groene certificaten, het opsporen en volgen van milieubelastende activiteiten en d.m.v. het Koolstof Actie Initiatief - een project dat bedrijven aanzet tot reductie van hun uitstoot en investeringen in duurzame technieken.
Falende quota en kibbelende politici verhullen het hoofdprobleem van het Belgische klimaatbeleid: een gebrek aan visie.
In Bonn wordt België de komende twee weken vertegenwoordigd door 21 afgevaardigden: 8 uit de Federale, 3 uit de Vlaamse, 3 uit de Waalse en 1 uit de Brusselse regering, aangevuld met 6 wetenschappers van Belgische universiteiten of adviseurs van milieuorganisaties, waarvan verscheidenen gespecialiseerd in de koolstofmarkt en emissiereductie.
Ons land verdient echter zeker geen pluim als het om klimaatacties gaat. Projecties van het Europese Milieu Agentschap (de EEA) voorspelden reeds in 2015 dat België een van de weinige EU-landen is dat noch zijn doelstelling voor emissie reductie, noch voor energie efficiëntie zal bereiken tegen 2020.
‘Bovendien maakt de onbekwaamheid van de Federale, Vlaamse en Waalse regering om tot een consensus te komen aangaande nationale klimaatdoelstellingen een zeer rommelige indruk tijdens internationale onderhandelingen’, stelt Juliette Boulet van Greenpeace.
Falende quota en kibbelende politici verhullen echter het hoofdprobleem voor het Belgische klimaatbeleid: een gebrek aan visie. Waar andere landen, als Denemarken en Duitsland, klimaatverandering als een kans zien om de energiemarkt te hervormen, ziet de Belgische regering het als een opgelegde last en weigert ze zich toe te leggen op een volwaardige transitie.
Geen klimaatverandering in VS
De grote zuurpruim tijdens de klimaattop wordt ongetwijfeld de delegatie van de Verenigde Staten. President Trump gaf reeds vóór zijn aanstelling aan dat hij zich uit het Parijs akkoord wil terugtrekken, en liefst een versnelde procedure wil opstarten om de beloftes van de V.S. tijdens de COP21 te herroepen. Gelukkig blijken Trump’s betrachtingen niet zo eenvoudig realiseerbaar: landen die uit het Parijs akkoord willen stappen dienen een procedure van 4 jaar te doorlopen, wat klimaatwetenschappers en politici nog wat tijd wint om aan een duurzame toekomst te werken.
De grote zuurpruim tijdens de klimaattop wordt ongetwijfeld de delegatie van de Verenigde Staten.
Hoewel het zorgvuldig opgebouwde internationale klimaatakkoord wel degelijk een zekere robuustheid vertoont ten aanzien van politieke omwentelingen, kan de Trump administratie op nationaal niveau wel eenvoudiger schade aanrichten.
Zo bracht het executief bevel van Trump op 28 Maart 2017 reeds 6 van de belangerijkste klimaatregulaties van de Obama administratie aan het wankelen, waaronder het Clean Power Plan, een nationaal regulatiemechanisme dat de grote vervuilers in de V.S. verplicht om hun uitstoot te reduceren.
Gelukkig blijken Trump’s betrachtingen niet zo eenvoudig realiseerbaar: landen die uit het Parijs akkoord willen stappen dienen een procedure van 4 jaar te doorlopen, wat klimaatwetenschappers en politici nog wat tijd wint om aan een duurzame toekomst te werken.
Met behulp van het Clean Power Plan en andere regulaties dient de V.S. als tweede grootste vervuiler wereldwijd (na China) zijn uitstoot te verminderen met een kwart tot een derde tegen 2025 (t.o.v. 2005), zoals afgesproken in het Parijs-akkoord. Met de afbraak van deze nationale regulaties worden de nationale klimaatdoelstellingen van de V.S. effectief onmogelijk en levert het land op het internationale toneel, zoals bijvoorbeeld de komende twee weken in Bonn, enkel nog een schertsvertoning.
Benieuwd of deze internationale klimaattop ook daadwerkelijk iets oplevert, en of de klimaat-nonchalance van België en de afbreuk van klimaatregulaties van de Verenigde Staten daadwerkelijk zullen leiden tot het achterop hinken van beide landen in een wereldwijde evolutie naar meer hernieuwbare en duurzame energie.