Circulaire mode is het nieuwe zwart
Was textiel dumpen een nieuwe sport, dan verslaan we al onze buurlanden met forfaitcijfers.
‘Belg is Europees kampioen kleren dumpen’ kopte De Standaard vorige week. Nieuw onderzoek van Labfresh toont immers aan dat elke Belg per jaar net geen 15 kilogram textiel weggooit. Een absoluut record. Was textiel dumpen een nieuwe sport, dan verslaan we al onze buurlanden – en bij uitbreiding gans Europa – met forfaitcijfers. Om een idee te geven, onze noorderburen gooien op jaarbasis per inwoner “slechts” 5,9 kilogram kledij weg. Duitsland en Frankrijk doen het nog beter met, respectievelijk, 4,7 en 3,1 kilogram. Bovendien scoren we ook op vlak van hergebruik en recyclage allesbehalve goed wanneer we er de percentages op naslaan. Bank achteruit en geen kus van de juffrouw.
We staan in België dus voor een gigantische uitdaging: hoe kunnen we er met zijn allen voor zorgen dat onze textielafvalberg drastisch kleiner wordt? En hoe slagen we er in om kledij via allerhande tweedehands kanalen een tweede, derde of pakweg achtendertigste leven te geven? En als jouw broek of mijn T-shirt echt ‘op’ is: hoe zorgen we ervoor dat de materialen via recyclage herwonnen kunnen worden?
Stuk voor stuk belangrijke vragen die dringend een antwoord hoeven. Sterker nog, we hebben geen andere keus. De kledingindustrie is vandaag één van de meest vervuilende industrieën ter wereld. Zo stoot de textielindustrie meer broeikasgassen uit dan de ganse lucht- en scheepvaart samen. Bovendien vergt de productie van pakweg een t-shirt énorme hoeveelheden water (3.300 liter om precies te zijn). En dan spreken we nog niet over de vele sweatshops en problemen rond kinderarbeid, …
De oplossing is circulair
Gelukkig is er ook een oplossing! Met HERW!N geloven we resoluut in het uitbouwen van circulaire textielketens. Qua maatschappelijk en politiek draagvlak zit het alvast snor. Van Vlaams regeerakkoord tot spijbelende klimaatjongeren: iedereen gelooft heel hard in de transitie naar een circulaire economie. Het sluiten van kringlopen biedt immers kansen. Kansen op vlak van duurzaamheid, tewerkstelling en innovatie. Meer jobs én grondig snoeien in onze broeikasgassen, sounds like a plan, niet?
Broeken en hemden zijn vandaag niet meer wat ze ooit waren. Stoffen worden steeds dunner en fragieler.
Rest ons dus enkel de vraag: hoe komen we tot een circulaire textielketen. Opnieuw is het antwoord straigthforward: hogere productstandaarden in combinatie met een zogeheten uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (of kortweg UPV) voor textiel. Een beproefd recept die mooie resultaten kan voorleggen, denk maar aan de inzameling van oud elektro.
Hogere productstandaarden pakken het probleem aan bij de bron. Ze zorgen ervoor dat kledij slimmer wordt ontworpen. Bijgevolg kan kledij makkelijker en langer van eigenaar wisselen, beter hersteld worden en op het einde van de rit op een eenvoudige manier worden gerecycleerd. En dat is echt nodig. Stap een doorsnee rusthuis binnen en Rita of Georges zullen weten te vertellen dat de broeken of hemden vandaag de dag niet meer zijn wat ze ooit waren. Dat blijkt ook duidelijk uit de cijfers van De Kringwinkels, koploper in België op vlak van lokaal textiel hergebruik. Er wordt immers jaar na jaar meer textiel ingezameld om eenzelfde kwalitatief aanbod te garanderen. De reden hiervoor is eenvoudig: stoffen worden steeds dunner, fragieler… Dat maakt dat een t-shirt in 1990 makkelijk vier keer van eigenaar kon veranderen en dit vandaag een stuk minder is geworden.
Producentenverantwoordelijkheid
Daarnaast hebben we dringend nood aan een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor textiel. Binnen dergelijk systeem draagt de producent de verantwoordelijk voor de volledige levenscyclus van een product, inclusief de terugname en verwerking ervan.
Bekende voorbeelden zijn o.a. Recupel voor elektro of Bebat voor oude batterijen. Binnen een UPV storten bedrijven typisch een (kleine) bijdrage in een fonds. Die worden op hun beurt ingezet voor het inzamelen en de verwerking van de producten, in dit geval kledij. Op die manier krijgen circulaire ondernemers de nodige financiële prikkels om werk te maken van een kleinere textielafvalberg en resoluut de kaart te trekken van hergebruik, herstel en uiteindelijk ook recyclage.
Beste beleidsmakers, waar wachten we op?
Laat ons komaf maken met onze kwalijke titel als Europees kampioen kleren dumpen. Laat ons koploper worden in Europa in het uitbouwen van een sterke lokaal verankerde en innovatieve circulaire textielsector. Ik zie het alvast helemaal zitten: een nieuwe manier van shoppen waarbij jouw jeans of mijn trui via De Kringwinkel een tweede, derde of vierde leven krijgt om nadien op een innovatieve manier ontrafeld te worden en als garen te dienen voor een nieuw (en slim) ontworpen t-shirt.
Beste Belgen, laten we vooral niet wachten om aan de slag te gaan. Laten we vanaf morgen onze kleerkast op een bewuste manier vullen én legen. Want zeg nu zelf, is er iets mooier dan je oude sweater wegschenken en vervangen door een nieuw tweedehands (of preloved zoals de Engelsen dat zo mooi zeggen) exemplaar.
In 2020 is circulair het nieuwe zwart!