Hoe de klimaatcrisis bijdraagt aan geweld tegen kinderen

De klimaatcrisis en de teloorgang van het milieu leiden tot een toename van geweld tegen kinderen, schrijven Simone Datzberger, Jenny Parkes, Lottie Howard-Merrill en Steven Kator Iorfa.

Hoe de klimaatcrisis bijdraagt aan geweld tegen kinderen
© Dall-e

Elke zomerdag in het noordelijk halfrond in 2023 lijkt wel nieuwe rampzalige krantenkoppen over het klimaat te brengen: hittegolven, bosbranden, enorme hagelbuien… noem maar op.

Dergelijke taferelen worden de komende jaren overal ter wereld de realiteit waarin we leven. Wetenschappers schetsen een grimmig beeld van hoe door de klimaatverandering, in combinatie met een bredere aantasting van het milieu, ons allemaal zal treffen.

Ook kinderen krijgen daar natuurlijk mee te maken. Maar er is nog maar heel weinig onderzoek gedaan naar de effecten van de klimaatverandering en de teloorgang van het milieu op geweld tegen kinderen.

Nochtans is het van cruciaal belang om die verbanden in kaart te brengen, om de academische en politieke werelden in beweging te brengen. Meer onderzoek kan beter beleid opleveren om kinderen te beschermen en te ondersteunen, vooral die kinderen die het meest kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering en milieuschokken.

Raakvlakken

We hebben met ons team uitgebreid onderzoek gedaan naar de literatuur over de raakvlakken van klimaatverandering, aantasting van het milieu en geweld tegen kinderen, om in kaart te brengen wat we nu al weten, en wat er meer aandacht verdient.

We onderzochten zowel direct geweld – fysiek, seksueel en emotioneel – als structureel geweld; dat geworteld is in onrechtvaardige systemen en instellingen. Die aanpak leidde tot een genuanceerd begrip van de implicaties voor kinderen overal ter wereld. Het betekent ook dat we de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering en aantasting van het milieu konden onderzoeken in hun relatie tot systemen, instellingen, structuren, normen en interacties.

Zo konden we vijf raakvlakken identificeren. Wat duidelijk naar voren komt, is dat geweld tegen kinderen niet alleen een fenomeen is dat intenser wordt tijdens milieuschokken. Het is diep geworteld in historische onrechtvaardigheden, mondiale systemen en structuren. En het treft onevenredig veel mensen in armoede.

1. Gevaren en rampen

Natuurrampen en de grootschalige humanitaire crises die er op kunnen volgen, vormen een onmiddellijk risico voor de volksgezondheid, mensenlevens, eigendommen en het milieu.

Studies hebben aangetoond hoe toenemende sociale, economische en emotionele druk in dergelijke crises kinderen blootstelt aan grotere risico's op geweld. Dat kan thuis gebeuren, of in opvangcentra. Het kan worden gepleegd door hun leeftijdsgenoten, door volwassenen of bijvoorbeeld door hulpverleners die kinderen tot arbeid dwingen

Er is meer kennis nodig over dat probleem, om kinderen bij rampen beter te beschermen tegen dergelijke gevaren.

2. Gender

De effecten van klimaatverandering en aantasting van het milieu blijken niet genderneutraal: ze kunnen meisjes en jongens anders beïnvloeden. Er wordt steeds meer onderzoek verricht naar gendergerelateerd geweld in het kader van de klimaatverandering. Maar dat onderzoek is vooral gericht op vrouwelijke volwassenen, en er is meer aandacht nodig voor de gendergerelateerde effecten van klimaatverandering op meisjes én jongens.

Uit onderzoek is wel al gebleken dat de klimaatcrisis het aantal kindhuwelijken in armere landen kan doen toenemen. Maar er blijken grote verschillen tussen de regio’s. Zo is er een toename vastgesteld in het aantal kindhuwelijken in Afrika ten Zuiden van de Sahara tijdens plotse periodes van droogte. Maar in India bleek droogte dan weer te leiden tot een afname, vermoedelijk om de betaling van de bruidsschat uit te stellen.

Over de toename van geweld tegenover jongens ontbreken genuanceerde gegevens. Dat komt omdat studies de neiging hebben zich te concentreren op mannen als daders, en niet als slachtoffers van geweld.

3. Migratie

Het aantal klimaatvluchtelingen en -ontheemden stijgt, en onderzoek wijst op een verhoogd risico op geweld tegen kinderen binnen migrerende gezinnen en op een grotere blootstelling in kampen en opvangcentra. Als kinderen gescheiden worden van hun gezin, worden ze uiterst kwetsbaar voor geweld.

Maar ook immobiliteit - wanneer mensen zich niet kunnen of willen verplaatsen - kan gevolgen hebben. Angst voor de onveiligheid in opvangcentra kan er bijvoorbeeld toe leiden dat vrouwen thuis blijven bij een natuurramp, waardoor het risico voor kinderen op schade door de ramp of andere vormen van geweld toeneemt.

4. Kinderarbeid

Bestaand onderzoek geeft aan dat kinderarbeid toeneemt na natuurrampen, omdat gezinnen op zoek moeten naar inkomsten om de eindjes aan elkaar te knopen. Kinderarbeid komt ook vaak voor in sectoren die kwetsbaar zijn voor de klimaatverandering, zoals de landbouw, visserij, mijnbouw, textiel en toerisme.

Maar er is nog veel dat we niet weten over de verbanden tussen de klimaatverandering, kinderarbeid en geweld.

5. Gezondheid

De fysieke en mentale gezondheid van kinderen lijdt onder de klimaatverandering. Natuurrampen zijn in verband gebracht met slechtere gezondheid en een hoger sterftecijfer bij kinderen, met name bij kinderen jonger dan vijf.

Er is ook groeiend bewijs dat de mentale gezondheidsproblemen die met klimaat- en milieuschokken gepaard gaan kunnen leiden tot meer geweld tegen kinderen, met name huiselijk geweld. Ook de toename van “eco-angst”, door het bewustzijn over de klimaatverandering, de milieucrisis en de gevolgen daarvan, dragen bij aan mentale problemen.

Verdere stappen

Door de omvang van die relaties te belichten willen we de dringende noodzaak aan een specifieke benadering en verder onderzoek onderstrepen.

De verschillende verbanden begrijpen is cruciaal om het beleid en interventies te informeren en kinderen te ondersteunen, met name diegenen die het meest kwetsbaar zijn voor de impact van de klimaatverandering en milieuschokken. Door de wortels van het geweld aan te pakken en het welzijn van kinderen centraal te stellen in dergelijke crises, kunnen we streven naar een meer veilige en duurzame toekomst.

Simone Datzberger, is hoogleraar Politieke Wetenschappen aan het University College Londen, Jenny Parkes is hoogleraar Pedagogie en Gender aan het University College Londen, Lottie Howard-Merrill is doctorandus Geneeskunde aan dezelfde universiteit, en Steven Kator Iorfa is doctorandus Psychologie aan de University of Portsmouth.

Bron: IPS