Het klimaatakkoord in vijf hoofdpunten

Wat zijn de hoofdpunten van het verdrag en hoe kwamen ze tot stand?

Het klimaatakkoord in vijf hoofdpunten
Photo by Mika Baumeister / Unsplash

Het klimaatakkoord is een feit. Hoewel er veel op valt aan te merken, is het de eerste keer ooit dat de internationale gemeenschap zo’n ambitieuze afspraak maakt. Wat zijn de hoofdpunten van het verdrag en hoe kwamen ze tot stand?

1. Minder opwarming

Het langetermijndoel van het akkoord is het tegengaan van de opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen. Het akkoord legt vast dat de temperatuurstijging in 2100 niet meer mag zijn dan ‘ruim beneden’ 2 graden Celsius, en dat ernaar gestreefd wordt die te beperken tot 1,5 graad. Dit is volgens het VN-klimaatpanel IPCC het kantelpunt waarop de poolgebieden en laagliggende eilanden al in gevaar komen.

Dit betekent dat de uitstoot van broeikasgassen ‘zo snel mogelijk’ moet stoppen. Ergens in de tweede helft van deze eeuw moet er een evenwicht zijn tussen alle door mensen veroorzaakte emissies en het vermogen van bossen en oceanen om ze te absorberen. In de praktijk betekent dit netto nul uitstoot van CO2 in de loop van de tweede helft van deze eeuw.

“Volgens critici is die 1,5 graad vrijwel onhaalbaar en dus symbolisch. Maar er ligt nu wel een benchmark”

Ging dit makkelijk? Zeker niet. Uitgangspunt was steeds de op de vorige klimaattop van Kopenhagen afgesproken 2 graden. Een groep van de meest kwetsbare landen ijverde in de aanloop naar Parijs echter voor 1,5 graad. Achter de schermen werd gewerkt aan een coalitie met de VS, EU en 79 ontwikkelingslanden, die dinsdag als de ‘High Ambition Coalition’ naar buiten trad. Kort daarna sloten ook andere landen als Brazilië zich aan. Donderdag stond 1,5 graad in de tekst.

De afbouw van de uitstoot was ook een strijdpunt in de onderhandelingen. Elke verwijzing naar CO2 en fossiele brandstoffen moest wijken om olielanden als Saudi-Arabië binnenboord te houden. Ook een precisering van de termijn was omstreden.

Niettemin gaat de uitkomst verder dan velen hadden verwacht. Volgens critici is die 1,5 graad vrijwel onhaalbaar en dus symbolisch. Maar er ligt nu wel een benchmark.

2. Minder uitstoot

Om de temperatuurdoelstelling te halen hebben alle landen klimaatplannen opgesteld om hun broeikasgasemissies na 2020 vrijwillig terug te brengen. In de aanloop naar Parijs hebben al ruim 180 landen zulke Intended Nationally Defined Contributions (INDC’s) ingediend. Omdat al die INDC’s opgeteld niet voldoende zijn om de temperatuur op 2 graden te houden is afgesproken die plannen al in 2018 bij te stellen. Bovendien zullen de landen vanaf 2023 elke vijf jaar een nieuwe INDC indienen die ambitieuzer moet zijn dan de vorige.

Hier is lang en hard over onderhandeld. China en India maar ook de EU hadden weinig zin hun INDC’s op korte termijn alweer te herzien. Maar uiteindelijk werd 2018 toch opgenomen. Die bevat ook nog een Franse slimmigheid_ de review vindt plaats ‘in overeenstemming met de best beschikbare wetenschap’. Zo heeft onder meer de EU ervoor gezorgd dat ambitie gekoppeld wordt aan de wetenschap (lees: het IPCC).

“De EU heeft ervoor gezorgd dat ambitie gekoppeld wordt aan de wetenschap”

Een minpunt is dat alleen de ontwikkelde landen hun uitstoot snel moeten reduceren. Ontwikkelingslanden worden hiertoe alleen ‘aangemoedigd’. Dat weerspiegelt het principe van ‘gemeenschappelijke maar onderscheiden verantwoordelijkheden’: rijke landen dragen de grootste historische verantwoordelijkheid voor de opwarming en hebben de middelen om er ook iets aan te doen, terwijl de ontwikkelingslanden het recht hebben zich eerst te ontwikkelen.

Een ander punt is dat het internationale scheepvaart en luchtvaart, snelle groeiers, niet in het akkoord zijn opgenomen. Dit is deels ondervangen doordat de deal wel vraagt om algehele reductie van uitstoot in de hele economie.

Ondanks deze afzwakkingen legt het verdrag met deze afspraken wel vast dat de ambities van het internationale klimaatbeleid in de toekomst verder worden opgeschroefd. De hoop is dat dit ook praktisch steeds beter mogelijk wordt door de ontwikkeling van nieuwe, goedkopere bronnen van duurzame energie.

3. Transparantie

Cruciaal bij vrijwillige afspraken over uitstootreductie is dat landen rapporteren wat ze doen; dat kan worden gecontroleerd of ze zich aan hun afspraken houden en dat ze gestraft worden als ze dat niet doen. Hiervoor legt het akkoord een systeem voor ‘monitoring, rapportage en verificatie’ vast. De precieze invulling wordt nog uitgewerkt.

Ook over deze transparantie is de afgelopen twee weken stevig geknokt. Het compromis_ alle landen moeten hun emissies en reducties rapporteren, maar ontwikkelingslanden die dat ‘nodig hebben’ worden met meer flexibiliteit behandeld. Er is geen straf voor overtreders.

4. Financiële steun

Wereldwijd klimaatbeleid is onmogelijk zonder financiële steun. Volgens het akkoord moeten rijke ontwikkelde landen de ontwikkelingslanden helpen hun uitstoot te reduceren. Het hiervoor eerder afgesproken bedrag van 100 miljard dollar (91 miljard euro) per jaar zal ook na 2020 doorlopen en opgehoogd worden.

Dit is tot het eind zwaar uitonderhandeld. De ontwikkelingslanden, met name de G77 plus China, wilden meer geld dan 100 miljard per jaar. De ontwikkelde landen, vooral de VS en de EU, hadden genoeg van die eeuwige differentiatie tussen rijk en arm. Zij wezen erop dat er veel rijke opkomende landen zijn zoals Maleisië, Qatar of Saudi-Arabië, die vanaf 2020 best kunnen meebetalen. China en India voelden daar niets voor.

De patstelling werd opgelost door in de laatste versie van de overeenkomst op te nemen dat de steun vanaf 2025 wordt verhoogd, maar het bedrag van 100 miljard in het besluit te parkeren. Fijn voor de rijke landen, want minder bindend. En acceptabel voor de arme landen, want een bedrag kan op termijn ook een beperking zijn.

5. Doorbraak

Is Parijs een historisch akkoord? COP21- voorzitter Laurent Fabius gaf het al aan in zijn toespraak bij de aanbieding van het conceptakkoord_ als alle landen alles hadden gekregen wat ze wilden, waren we samen met niks geëindigd. Het klimaatakkoord is in alle opzichten een compromis, maar het best haalbare resultaat.

“Een glashelder signaal aan bedrijven en investeerders: haal je geld uit olie, kolen en gas en steek het in duurzame energie”

Veel waarnemers wijzen erop dat het akkoord er niet toe zal leiden dat de temperatuurstijging tot 1,5 graad of zelfs maar 2 graden beperkt blijft, maar dat landen zich wel hebben gecommitteerd aan afspraken die ervoor kunnen zorgen dat dit op termijn wel gebeurt.

De grootste doorbraak is dat het tijdperk van de fossiele brandstoffen na twee eeuwen zijn einde nadert. De wereld streeft naar afbouw van de uitstoot van broeikasgassen. Dat is een glashelder signaal aan bedrijven en investeerders_ haal je geld uit olie, kolen en gas en steek het in duurzame energie.

(Bron: Ben vanRaaij -Volkskrant , naar De Morgen 14/12/2015)