Het echte probleem met stikstof

Je kon het stikstofdebat nauwelijks ontlopen in de media. Dat het stikstofprobleem ook een klimaatprobleem is, bleef onderbelicht.

Het echte probleem met stikstof
Photo by James Baltz / Unsplash

Het zorgde voor politieke hoogspanning en ontluisterende taferelen in het parlement. Het ging over de toekomst van onze boeren, over de industrie en over natuurbehoud. Eigenlijk werd het stikstofprobleem gereduceerd tot het overmatig gebruik van (stikstof) meststoffen wat onze natuurgebieden bedreigde omdat stikstof minnende planten de overhand halen en zo de biodiversiteit bedreigen. Dat het stikstofprobleem ook een klimaatprobleem is bleef in heel deze discussie onderbelicht.

Kunstmeststoffen

We moeten er niet flauw over doen: dank zij de uitvinding van kunstmeststoffen heeft de wereldwijde voedselproductie een enorme boost gekregen en slagen we er in om de miljardenpopulatie van vandaag te voeden. Ammonium is een van de meest geproduceerde chemicaliën in de wereld en wordt als stikstofmeststof gebruikt over heel de wereld. Buiten het stikstofprobleem wat vandaag hoog op de agenda staat is er ook een ernstig klimaatprobleem verbonden aan het overdadig gebruik van meststoffen.

Om te beginnen, de productie van ammonium (kunstmeststof) is erg energie-intensief en heeft daardoor een hoog CO2-prijskaartje. Ongeveer 1 tot 2% van de wereldwijde CO2-uitstoot komt van de ammoniumproductie. (1) Dat is dan ook de eerste aanzienlijke bijdrage van ‘stikstof’ aan klimaatopwarming.

Die kunstmatige stikstofbemesting is niet erg efficiënt. Ongeveer de helft van wat om het land gestrooid wordt gaat verloren, wordt niet door de planten opgenomen. Een deel daarvan wordt via het water afgevoerd en dat veroorzaakt grote problemen. Dat voedselrijk water komt in de oceaan terecht waar algen er zich tegoed aan kunnen doen. Ze groeien als nooit tevoren en hun biomassa is dermate groot dat ze buiten het ecosysteem vallen. Ze worden niet opgegeten maar sterven van ouderdom als het ware.

Hierdoor worden ze afgebroken door bacteriën die methaan (CH4) produceren. Methaan is naast CO2 ook een erg potent broeikasgas. Die ‘overbemesting’ van de kustgebieden zorgt ook voor ‘dode zones’. Die bacteriën verbruiken tijdens het opruimen van de algen namelijk zuurstof en creëren hierdoor water met te weinig zuurstof voor vissen om te overleven.

Maar buiten de CO2-uitstoot bij de productie en de indirecte CH4-uitstoot produceert de overbemesting een ander erg belangrijk (en vergeten) broeikasgas: N2O.

N2O, niet om te lachen

We kennen distikstofmonoxide (N2O) beter onder de naam ‘lachgas’. Sommigen zullen het al eens tegengekomen zijn in de uitgangsbuurten waar het gas door jongeren gebruikt wordt als roesmiddel. (zie foto) N2O, lachgas, is een enorm krachtig broeikasgas. Eén kilogram N2O is 300 maal ‘krachtiger’ dan 1 kilogram CO2. Eens in de atmosfeer blijft het, net zoals CO2, lang zijn opwarmend effect uitoefenen; in dit geval gemiddeld 114 jaar.

Zoals eerder vermeld wordt bijna de helft van de kunstmatige stikstof die we over de velden uitstrooien niet opgenomen door de planten. Een aanzienlijk deel van die ‘overschot’ wordt door verschillende bacteriën in de bodem afgebroken. Tijdens dat ‘afbraakproces’ komt er N2O vrij en dat gas zorgt voor klimaatopwarming.

Net zoals CO2 blijft de N2O-uitstoot jaarlijks toenemen. Dat is eigenlijk niet te verwonderen aangezien de toenemende vraag aan landbouwproducten wereldwijd. De afgelopen 40 jaar is het lachgas in de atmosfeer met 30% toegenomen. Als deze trend zich in de toekomst verder zet dan komt het klimaatakkoord van Parijs in gevaar.

“The most surprising result of the study was the finding that current trends in N2O emissions are not compatible with pathways consistent to achieve the climate goals of the Paris Agreement.”

Ondanks dat lachgas, N2O, een aanzienlijke bijdrage levert aan klimaatopwarming krijgt het erg weinig aandacht in het klimaatdebat:

“But despite its important contribution to climate change, N2O emissions have largely been ignored in climate policies. And the gas continues to accumulate. A 2020 review of nitrous oxide sources and sinks found that emissions rose 30% in the last four decades and are exceeding all but the highest potential emissions scenarios described by the IPCC. Agricultural soil – especially because of the globe's heavy use of synthetic nitrogen fertiliser – is the principal culprit.”

Stikstof- en klimaatbeleid

Bij ons wordt het stikstofprobleem te veel gereduceerd als een getouwtrek tussen boeren, industrie en natuurbehoud terwijl het vanwege de N2O-uitstoot logischerwijs moet passen binnen een breed klimaatbeleid. Net zoals er een koolstof(CO2)budget bestaat wordt er steeds meer aangedrongen om ook een stikstofbudget op te stellen. In Schotland is stikstofreductie (N2O-reductie) een onderdeel van het klimaatbeleid.

“Scotland is one of the first countries to include a nitrogen budget in its 2019 Climate Change Bill. (…) Attitudes to nitrogen use in Scotland are changing as stakeholders realize its wider impacts. Nitrous oxide made up 7.9 per cent of Scotland’s greenhouse gas emissions in 2017, 81 per cent of which is from agriculture.”

Als we het klimaatakkoord van Parijs willen nakomen door de uitstoot van broeikasgassen, waaronder N2O, in lijn te brengen met temperatuurstijging beneden 2°C… dan is er meer nodig dan de hete aardappel door te schuiven naar onze boeren. Net zoals de reductie van CO2-uitstoot heeft ook het terugdringen van de N2O-uitstoot nood aan ingrijpen op het (landbouw)systeem zelf.

“Measures to reduce N2O emissions from the agriculture sector align with the broader requirements of food system transformation to meet key planetary health goals. [Such measures include] a shift to plant-based eating patterns to reduce the disproportionate burden of animal agriculture on all three major greenhouse gases – N2O, CO2 and methane.”

Je kan zelf natuurlijk ook al beginnen met dit jaar geen stikstofmeststoffen op je gazon te gooien of nog beter beginnen nadenken over het ‘systeem’ gazon om de globale N2O-uitstoot naar beneden te brengen.