Is de juridische strijd om vergunningen “groene waanzin” of democratisch recht?

Een kort gesprek met Drie Verhaeghe van Dryade over hoe we in Vlaanderen (zouden moeten) omgaan met vergunningen.

Is de juridische strijd om vergunningen “groene waanzin” of democratisch recht?
© Dall-e

Natuurpunt, Bond Beter Leefmilieu en Dryade stellen twee provincies, drie gemeenten en hun mandatarissen in gebreke omwille van illegale vergunningverlening. De reden? Ze verstrekten omgevingsvergunningen in strijd met het Natuurdecreet. De milieuorganisaties waarschuwen dat de lokale overheden en mandatarissen zware straffen boven het hoofd hangen voor het illegaal toebrengen en toelaten van schade aan de natuur. De organisaties mikken met deze ingebrekestelling op een cultuuromslag in de vergunningverlening in heel Vlaanderen.

Dat bericht staat te lezen op de website van Dryade, een organisatie die het recht aanwendt om de natuur te beschermen. Het regende meteen negatieve reacties. Gwendolyn Rutten, altijd graag op de eerste rij om zich te profileren, spreekt op twitter van “extremistische groene waanzin”. 

Voor Dries Verhaeghe van Dryade schuilt er een heldere strategie achter de juridische actie: “Het natuurdecreet is een robuuste regelgeving waar provincies en gemeentes al te vaak een loopje mee nemen. Probleem met een beroepsprocedure aan te spannen tegen een vergunning altijd achter de feiten aanhollen is. We vinden dat we het probleem bij de wortel moeten aanpakken: we moeten de mandatarissen er op wijzen dat dit niet kan. De lokale mandatarissen kunnen zich niet blijven wegstoppen achter de gemeente of provincie. Daarom richten we ons nu op de aansprakelijkheid als bestuurder die mandatarissen dragen. Dat is een logische stap. Dat is voor bestuurders van bedrijven trouwens niet anders, daar gelden ook regels van aansprakelijkheid. Waarom zouden we democratisch verkozen mandatarissen niet mogen aanspreken op de verantwoordelijkheden die we hen hebben gegeven?”

Concreet gaat het om 4 casussen waarbij vergunningen van veetelers die vervallen zijn, worden verlengd. Maar zo'n vernieuwde vergunning staat juridisch gelijk aan het toelaten van een nieuw bedrijf waarop met de overbelasting van stikstof nu een stop staat. “We lossen nu een schot voor de boeg om mandatarissen erop te wijzen dat ze verplicht zijn de regelgeving te volgen. Mandatarissen moeten zich bewust zijn van welk risico ze lopen, ook strafrechtelijk. De vier zaken zijn exemplarisch voor het oogluikend geven van vergunningen. Dat houding van mandatarissen is veel te laks. Kijk naar het kippenbestand in Vlaanderen. Tussen 2005 en 2020 is dat gestegen van 30 naar 45 miljoen. Dat is alleen mogelijk omwille van die algemene laksheid. Sommige mandatarissen claimen dan dat zij een afweging maken tussen economie en natuur. Neen, wat ze doen is de bestaande regels aan hun laars lappen.”

Democratische aanpassingen mogelijk

“Hoe kijken we naar vergunningen?”, vraagt Dries Verhaeghe. “Daar moeten we ons over beraden. Voor beleidsmakers lijkt het een verworven recht om vergunningen uit te delen. Dat is niet zo. Zij moeten de regels en wetten van dit land correct toepassen en beseffen dat ze in de fout gaan wanneer ze dat niet doen. Daar is het ons om te doen. De landbouw krijgt een heel speciale behandeling terwijl we qua voedselveiligheid voor jaren safe zitten. Waarom is dat? De milieugebruiksruimte is eindig daarom is het noodzakelijk dat we de spelregels correct toepassen. Ik herinner er graag aan dat een vergunning niet verlengen de maatschappij in principe 0 euro kost.”

Vergunningen staan ook centraal in de klimaatadaptatie. Neem bijvoorbeeld een hoogspanningslijn zoals Ventilus. Er gaan jaren over om alle toelatingen te krijgen, terwijl het een essentieel onderdeel lijkt te zijn om onze toekomstige energievoorziening te garanderen. Dat is vandaag al een prangend probleem. In Zeeland kunnen nieuwe bedrijven zich niet meer aansluiten op het elektriciteitsnet: de maximumcapaciteit is er bereikt. Dat schrijft De Standaard.

Is zo'n juridische strijd om vergunningen dan geen tweesnijdend zwaard? “Als dat blijkt het geval te zijn, dan moet het wetgevend kader worden bijgestuurd”, stelt Dries Verhaeghe. “Er bestaan vaak regels voor uitzonderingen en bovendien zijn er compensaties mogelijk. Als er grote strategische belangen mee zijn gemoeid, dan is er altijd de mogelijkheid een democratisch gedragen aanpassing van de wetgeving te realiseren.”