Derk Loorbach: ‘Het systeem begint te kraken’
Gesprek met Derk Loorbach, directeur van het DRIFT, het Dutch Research Institute For Transitions van de Erasmus Universiteit van Rotterdam.
Kan transitiemanagement ons helpen om te begrijpen waar de wereld heen gaat? Derk Loorbach van het DRIFT praat over de mechanismes en de gevaren van een transitie naar een meer duurzame wereld, en over tendensen die we nu al kunnen vaststellen.
‘Als je het systeem wil veranderen, dan moet je uiteindelijk ook bereid zijn om het systeem te worden’, vertelt Loorbach.’Je kan transities niet voorspellen, maar er zijn tal van aanwijzingen dat het huidige systeem begint te kraken’
Jullie zijn een transdisciplinair onderzoekscentrum over transities. Hoe definieer je een transitie?
Derk Loorbach: Een transitie is een hele grote radicale verandering op de lange termijn, een evolutionaire revolutie. De transitie van dictatuur naar democratie, van mobiliteit van paard en wagen naar auto, van kleinschalig decentraal energiesysteem naar centraal fossiel energiesysteem of van kleinschalige landbouw naar industriële landbouw.
Dit zijn hele grote veranderingen die technologisch zijn maar ook sociaal, institutioneel, economisch… er verandert een heleboel tegelijkertijd, alleen niet van vandaag op morgen, dat duurt soms wel decennia. De grote omwentelingen in de geschiedenis, de politieke of industriële revoluties, kan je dus begrijpen als een transitie.
Volgens het conceptuele kader waarmee jullie werken is het mogelijk dat op een bepaald moment in de geschiedenis een heel systeem -politiek, economisch, technologisch, en alles wat ermee samenhangt- kan vastlopen en dus in zijn geheel verandert, volgens nieuwe regels.
Derk Loorbach: Systemen hebben een dynamisch evenwicht, waarin heel veel kleine en geleidelijke veranderingen gebeuren. Daarin bestaan dominante waarden en structuren die heel veel stabiliteit geven, dat verander je niet zomaar.
‘Op een bepaald moment komt het systeem onder druk te staan en het systeem zelf verzet zich tegen die veranderingen’
Toch komt op een bepaald moment het systeem onder druk te staan, en het systeem zelf verzet zich tegen die veranderingen.
Precies daarom wordt de druk heel groot, en gebeurt het dat een heel systeem op een korte periode overgaat naar een andere fase, een geheel nieuw soort evenwicht.
Dit transitieproces verloopt niet geleidelijk. Een trage verandering wordt gevolgd door een chaotische periode van hevige veranderingen wanneer verschillende processen mekaar versterken, om vervolgens weer over te gaan naar trage aanpassingen in een stabiele fase.
Wat is de reden waarom dit gebeurt?
Derk Loorbach: Transities hebben nooit een enkele oorzaak, ze zijn het resultaat van ontwikkelingen in verschillende domeinen, die mekaar in stand houden en versterken, als een interactie.
Ontwikkelingen kunnen gebeuren op het gebied van technologie, economie, instellingen, cultuur, ecologie, gedragingen en die maken dat het bestaande systeem of evenwicht onstabiel wordt, onder toenemende druk komt te staan om zich aan te passen aan de veranderende omstandigheden.
Doorheen de geschiedenis kan je een afwisseling zien van snelle en trage dynamieken. Verandering is een constante.
We kunnen niet voorspellen wanneer en hoe transities plaatsvinden, welke precies de crises zijn die ze in gang zetten of waardoor de versnelling optreedt. Wel weten we dat kantelmomenten waarop alternatieven doorbreken onvermijdelijk zijn.
Bevinden we ons nu op de vooravond van zo’n kantelmoment?
Derk Loorbach: Er zijn tal van ontwikkelingen waarvan we weten dat ze steeds meer zullen leiden tot druk om te veranderen. Als je kijkt naar demografie, informatisering, automatisering of klimaat, dan stel je vast dat dit op lange termijn tot grote veranderingen moet leiden.
‘Nieuwe mensen, andere vormen van bevolkingssamenstellingen en generatiewisselingen leiden tot nieuwe ideëen’
Nieuwe mensen, andere vormen van bevolkingssamenstellingen en generatiewisselingen leiden tot nieuwe ideëen.
Iedereen heeft vandaag het vermogen om informatie te delen. Automatisering vindt plaats in talrijke processen. Klimaatverandering en discussies over duurzaamheid winnen aan belang, de aandacht voor grondstoffen en milieu neemt toe. Er is een groeiende bezorgdheid over ons economisch model.
We worden dagelijks geconfronteerd met nieuws over hele fundamentele problemen waar we geen oplossingen voor lijken te hebben. Betekent dit dat we in een systeemcrisis zitten?
Derk Loorbach: Je kan inderdaad verschillende interne spanningen of crises detecteren. Dat zijn vaak symptomen dat het huidige systeem begint te kraken. De financiële crisis is een duidelijk voorbeeld, maar ook de problemen in de elektriciteitssector, de schandalen van de auto-industrie en de valse emissie standaarden, de crisis in de representatieve democratie.
Er lopen steeds meer dingen fout. Tegelijk kan je vaststellen dat de alternatieven krachtiger worden. Er ontstaan nieuwe modellen, nieuwe ideeën, nieuwe organisatievormen, en die worden meer zichtbaar, mondiger, goedkoper, meer competitief.
Zo zijn er bijvoorbeeld vormen van zelforganisatie zoals consumentencoöperaties, alternatieve energieproductie. De omschakeling naar zonne-energie is misschien een heel traag proces, maar als je kijkt naar de prijsontwikkeling, stel je vast dat het zoveel goedkoper wordt, waardoor meer mensen ervoor kiezen, er meer professionaliteit ontstaat, en de ontwikkeling in een stroomversnelling kan komen.
Wat versta je onder kantelmoment en stroomversnellingen, wat moeten we ons daar precies bij voorstellen?
Derk Loorbach: Die gaan vaak gepaard met chaos: mensen op straat, het moment van revolutie, ‘nu gaat het gebeuren’, standbeelden neerhalen, maar eigenlijk betekent het dat heel veel mensen geconfronteerd worden met veel zekerheden die ter discussie komen te staan.
Mensen verliezen hun werk, kunnen energiefacturen niet langer betalen, hebben geen eigen auto meer. Dit kunnen erg bedreigende veranderingen zijn, terwijl je niet goed ziet hoe het alternatief voor jou kan werken.
Wanneer er steeds meer interne spanningen ontstaan, gaan meer en meer mensen met alternatieven aan de slag.
Dat bereikt dan een kritische grens, en dan kan je in een periode van 5 tot 10 jaar een erg chaotische overgang bereiken, een systeemverandering. Het hele transitieproces duurt ongeveer 40 jaar.
Dan lijkt het belangrijk om een transitie te kunnen sturen zodat de chaos beperkt kan worden?
Derk Loorbach: Ons uitgangspunt is dat je transities niet kan sturen, maar wel beïnvloeden. De uitkomst is de optelsom van al onze keuzes en handelingen, maar er is geen collectief handelen, niemand kan echt sturen.
‘We willen transities sturen om chaos te vermijden, maar we weten dat het systeem niet kan veranderen zonder chaos’
Ook in een dictatuur is niet alles onder controle, dictators sterven ook, en er zijn interne spanningen die een dictator of een regime ten val kunnen brengen.
Dat is de paradox: we willen transities sturen om chaos te vermijden, maar we weten dat het systeem niet kan veranderen zonder chaos.
Een transitie naar een nieuw evenwicht kan echter ook zijn zoals in Syrië, met verwoestingen, chaos, en een totale ineenstorting. Dat is een mogelijk en dus zorgwekkend scenario. Een duurzame wereld is niet mogelijk zonder transities, maar transities leiden waarschijnlijker tot meer onduurzaamheid.
Wat kan gedaan worden om een transitie vreedzaam te laten verlopen?
Derk Loorbach: Ik kan me enkel vasthouden aan een soort van basisoptimisme. Ik zie dat het in de praktijk, op kleinschalig niveau mogelijk is met mensen een solidaire en inclusieve economie te organiseren.
We kunnen toch goed en gezond leven met een dieet dat een enorm lage ecologische impact heeft, waarbij we samen op een duurzame manier onze voedselproductie, energie, zorg en mobiliteit organiseren.
Op kleine schaal houd ik me vast aan de goede voorbeelden, maar ik kan ook niet voorspellen of uittekenen hoe we de chaos doorkomen en daar word ik af en toe ook wel somber over.
‘Het is voor mij onvoorstelbaar dat we over 50 jaar nog steeds deze discussie zullen voeren. Als dat zo is, dan is er inmiddels zo veel schade opgetreden en zo veel crisis’
Het is voor mij onvoorstelbaar dat we over 50 jaar nog steeds deze discussie zullen voeren. Als dat zo is, dan is er inmiddels zo veel schade opgetreden en zoveel crisis, dat kan dus niet.
Dat betekent dus dat er een enorme economische correctie gaat plaatsvinden, en ook een sociale en ecologische correctie.
Als we niet in staat zijn om dit momentum te grijpen en veel sneller veel duurzamer te worden, dan kan de transitie ook tot enorme destructie leiden: enorme klimaat impacten, enorme migratiestromen, oorlogen over voedsel en water.
Zoals in het verleden oorlogen vaak de mechanismen waren om spanningen op te lossen. De vraag is dus: wat kunnen we ons voorstellen voor vreedzame oorlog?
Moeten we misschien meer samenwerken in plaats in een competitieve logica te leven?
Derk Loorbach: Er zijn hoopvolle tekenen dat we nu op mondiaal niveau akkoorden kunnen sluiten, en er is ook een mondiaal bewustzijn van de crisis, zodat er een beweging is van veel geld naar duurzaamheid.
Er zijn dus wel degelijk hoopvolle signalen, alleen, op korte termijn gaat het nog steeds de verkeerde kant op.
Op macroniveau bestaat een vermogen om de kennis om te zetten in een soort van engagement tot actie en tot concrete doelen voor de hele wereld.
De Sustainable Development Goals zijn een heel mooi doel en op een heel aantal punten werkt dat ook: het verminderen van armoede, zorgen voor meer voedsel, het verduurzamen van energie.
Voor we zover zij, is er nog heel wat werk aan de winkel. Ik kan ook niet voorspellen hoe we dit gat kunnen dichten. Het enige dat we kunnen doen, is er ontzettend hard voor vechten, met zijn allen.
Kan transitiemanagement hierbij helpen?
Derk Loorbach: In het begin van transities zijn het vaak hele alternatieve mensen die geen vlees eten of werken met sociale economie of zonnepanelen installeren. Naarmate het systeem meer in crisis geraakt, gaan er ook meer mensen die deel uitmaken van het systeem nadenken over de verandering, dus mensen uit het bedrijfsleven of uit het beleid.
‘We trachten verschillende alternatieve dynamieken te verbinden en samen te laten werken om de kans op duurzaamheid te vergroten’
Als deze twee groepen verbonden kunnen worden -de alternatieven en de veranderaars in het systeem- dan ontstaan er nieuwe combinaties. Bij een transitie is het niet zo dat al het oude verdwijnt en er iets compleets nieuws verschijnt, vaak is het veeleer een nieuwe combinatie.
Dit is wat we proberen te versterken vanuit transitiemanagement, we kijken naar transitie dynamieken en analyseren waar mensen proberen het systeem te veranderen, en zo trachten we verschillende alternatieve dynamieken te verbinden en samen te laten werken om de kans op duurzaamheid te vergroten.
Zijn er bepaalde algemene tendensen in die alternatieve modellen die zich ontwikkelen?
Derk Loorbach: We zien een verschuiving van een samenleving waar dingen redelijk centraal georganiseerd zijn -natiestaten, centrale energievoorziening, grootschalige centrale industriële landbouw- naar een netwerksamenleving waarin dingen steeds vaker decentraal georganiseerd worden.
‘We zien dat overal over de wereld dat soort lokale initiatieven ontstaan die wereldwijd met mekaar verbonden zijn’
Zelforganisatie wordt mogelijk via de digitale revolutie en door ICT ondersteuning. Alle modellen die erbij horen, zoals deeleconomie, p2p, circulaire economie, sociale economie, worden mogelijk door het toegenomen vermogen tot zelforganisatie.
Er is meer kennis en kapitaal voor beschikbaar, en ook het vermogen om die kennis en kapitaal te delen neemt toe.
We zien dat overal over de wereld dat soort lokale initiatieven ontstaan die wereldwijd met mekaar verbonden zijn. Ze zijn translokaal, en het is een enorme beweging. Het gaat eigenlijk over het terug bij elkaar brengen van productie en consumptie, en het decentraal organiseren daarvan.
In plaats van te zeggen ‘we moeten meer voedsel en energie produceren en laten we dat doen door professionals in industriële systemen die apart georganiseerd worden’, kunnen we dat steeds meer dichter bij elkaar brengen. Deze revolutie is gaande.
Deze revolutie is dus hoopvol nieuws?
Derk Loorbach: Er zitten twee grote uitdagingen aan deze revolutie vanuit duurzaamheidsperspectief. Het moet leiden tot meer duurzaamheid, dus tot consumptie en productie binnen ecologische grenzen, en tot meer inclusiviteit, dus voor iedereen toegankelijk zijn, zodat het de norm wordt.
‘Als je het systeem wil veranderen, dan moet je uiteindelijk ook bereid zijn om het systeem te worden’
Dit vergt een mentaliteitsverandering van vele kleinschalige initiatieven. In het beginproces van de transitie willen de alternatieven zich vaak afzetten tegen het bestaande systeem, en bestaat er weerstand en een sterke groepsidentiteit van alternativiteit.
In de latere fase van de transitie is het belangrijk in een samenwerkingsmodus komen, en ervoor zorgen dat anderen het gaan overnemen of kopiëren en moet je dus zelf onderdeel van het systeem worden.
Er ligt vaak een enorm dilemma in veel van de tegenbewegingen: als je het systeem wil veranderen, dan moet je uiteindelijk ook bereid zijn om het systeem te worden. De ideeën van de onderstroom moeten aanvaardbaar gemaakt worden voor de mainstream, maar dan wordt het ook onderdeel van de macht.
Er is dus een machtsstrijd gaande over het nieuwe systeem dat we creëren?
Derk Loorbach: Vanuit transitiemanagement kijken we inderdaad naar de grotere machtsstrijd of beweging die gaande is, en naar de rol van iedere actor. Wanneer elke groep beseft waar ze staat in het transitieproces en wanneer verschillende initiatieven verbonden worden, kunnen ze tot een strategisch handelen komen. Dat heet empowerment.
In de energietransitie in Nederland stellen we vast dat het niet enkel over groene energie gaat, maar over democratisering en het terugwinnen van macht. Welke waarden worden dominant in het nieuwe systeem? De energiesector is emblematisch voor deze ruimere discussie. Wordt het een nieuw soort marktgedreven systeem?
‘In de energietransitie in Nederland stellen we vast dat het niet enkel over groene energie gaat, maar over democratisering en het terugwinnen van macht’
Volgens het huidige kapitalistische model kan ook groene stroom worden geproduceerd, maar dat leidt weer tot oneerlijke verdelingen, tot energiearmoede, waarmee je enkel met geld toegang krijgt tot de goede energie op het moment dat je het nodig hebt, en waarbij de productie in handen is van een beperkt aantal partijen.
Tal van coöperatieven gebruiken het geld dat ze verdienen om van de energietransitie een democratische revolutie te maken, en ze willen enkel op hun eigen voorwaarden samenwerken met andere partijen in de energietransitie.
Ze proberen dat de discussie gaat over welke democratische waarden leidend zijn, en veel van deze tegenbewegingen willen dus samen een kritische massa ontwikkelen die de condities voor de verandering kunnen bepalen. Deze strijd is nu gaande.
Wil je zeggen dat ‘gedistribueerd’ versus ‘centraal’ de nieuwe ‘links-rechts’ tegenstelling is?
Derk Loorbach: Je zou een complementaire vorm moeten kunnen ontwikkelen. Alleen maar decentraal of gedistribueerd is ook niet goed. Je mag de verworvenheden en voordelen van een centrale vorm van productie niet onderschatten.
‘De toekomst is voorbij de tegenstelling centraal-decentraal, links-rechts, maar over de balans die gezocht moet worden’
Het delen van taken en het scheiden van functies heeft heel veel waarde, want het leidt tot een efficiënte organisatie.
Een coöperatie is ook een vorm van centrale organisatie. Je maakt afspraken met elkaar hoe je in een collectief alles organiseert en dan hoeft niet iedereen alles te doen.
In coöperatieve voedselproductie, waarin burgers samen een voedselproducent kunnen aansturen of een opdracht kunnen geven, hoeft ook niet iedereen zijn eigen voedsel te produceren, maar het gebeurt op een veel democratischere en inclusievere manier. De toekomst is voorbij de tegenstelling centraal-decentraal, links-rechts, maar over de balans die gezocht moet worden.
Welke kleine stappen kan ieder van ons nemen om positief te wegen op de transitie?
Derk Loorbach: Alles maakt een verschil. Dus uiteindelijk maakt het ook een verschil als je niet kiest, of als je denkt dat het toch niet uitmaakt. Waar je je spullen koopt, wat je eet, hoe je je verplaatst, met wie je praat, hoe je praat… in alles wat je door je dag heen doet, kan je het verschil maken.
‘Het mooie is dat in de transities iedereen het verschil maakt’
Uiteindelijk ligt het voor ieder anders, maar denk na over waar je je geld aan uitgeeft. Welk systeem steun je daarmee? Denk na over waar in je omgeving de veranderingen plaatsvinden, die bijdragen aan de gewenste transitie, en hoe je die kan verbinden.
Voor veel mensen komt het erop neer dat ze af en toe in de spiegel kijken en zich afvragen: ben ik nu bezig om de status quo te versterken, of ben ik bezig bij te dragen aan het verkennen en ontdekken van die grotere verandering?
Dat is ook de vraag stellen: ben ik op de goeie manier bezig? Het mooie is dat in de transities iedereen het verschil maakt.