De Streekboer schenkt Friese boeren ademruimte (en een eerlijke prijs)
De Streekboer is een organisatie die bestellen bij boeren uit eigen streek gemakkelijk maakt. Voor veel lokale boeren betekent De Streekboer een heropleving van hun bedrijf. Zo komt er opnieuw wat ademruimte voor lokale boeren in Friesland.
Op een ijskoude zaterdag in februari, vroeg in de ochtend, wordt het café op het binnenplein van de Blokhuispoort in Leeuwarden eventjes opnamestudio voor een uitzending van Omroep Friesland. De Blokhuispoort is een indrukwekkende oude burcht in het hart van de Friese hoofdstad. Vroeger was het gebouw de stedelijke bajes, vandaag leeft de site zijn tweede leven als het nieuwe culturele hart van Friesland.
In het café ontmoet ik Sandra Ronde, één van de drie oprichters van De Streekboer, voor een interview in fluistermodus. In de gangen, kamertjes en tussenruimtes aan de overkant van het plein stellen ondertussen de eerste boeren van de wekelijkse lokale markt hun kraampje op.
Die wekelijkse markt wordt georganiseerd door De Streekboer. Zaterdag tussen 10 en 12 uur komen Leeuwarders hun bestelling lokale eetwaar ophalen - recht uit de handen van de boer, in de boodschappentas.
‘De Streekboer maakt het mogelijk om online voedsel te bestellen bij lokale boeren in de regio rond Friesland,’ legt Sandra uit. ‘Wekelijks kan je die bestelling dan gaan afhalen in een woonkern - een dorp of een stad. Er zijn vier “regioverzamelpunten”, waar de boeren één dag per week zelf hun voedsel verkopen - in Leeuwarden, Sneek, Groningen en Heerenveen. Daarnaast zijn er ook vijftien afhaalpunten in kleinere dorpjes, vaak bij boeren thuis.’
Voedselsysteem
‘Ik studeerde voedseleconomie en plattelandsontwikkeling,’ vertelt Sandra. ‘Voor die studie vergeleek ik voedselsystemen met elkaar, ook internationaal - daarvoor reisde ik de wereld rond. Zo merkte ik dat er wel wat mis was met ons voedselsysteem.’
‘Hoewel we goed produceren in massa en op wereldschaal, hebben lokale boeren het steeds moeilijker om mee te blijven draaien in dat systeem.’
‘Hoewel we goed produceren in massa en op wereldschaal, hebben lokale boeren het steeds moeilijker om mee te blijven draaien in dat systeem,’ legt ze uit. ‘En terwijl de globale voedselindustrie steeds meer additieven aan ons voedsel toevoegt, gaan de natuurlijke, gezonde eigenschappen van onze gewassen ergens onderweg verloren.’
‘Mijn missie was snel duidelijk, ik wilde iets doen aan dat voedselsysteem. Ik ben niet iemand die uit is op winstbejag, dus ik had altijd gedacht dat ik bij de overheid terecht zou komen,’ grinnikt Sandra.
‘Maar toen dat gebeurde, viel het best tegen. Na mijn studies startte ik bij de Sociaal-Economische Raad, een adviesorgaan van de Nederlandse regering. In 2014, na minder dan een jaar dienst, stopte ik er en schreef me in bij een regionaal ondernemingstraject. Onder het motto “wat je wil veranderen, kan je misschien maar beter zelf doen”.’
‘Tijdens het ondernemingstraject werkte ik aan een project om restpartijen voedsel te verkopen - een oogst aan aardappelen die te klein waren, bijvoorbeeld. Ik ontmoette er ook Thijs en Janco - Thijs had de droom om melkveehouder te worden en Janco was een project aan het uitwerken waarbij hij één dag per week verse zuivel, vlees, honing en groenten ging oppikken bij de boeren aan huis, en dat dan verkocht.’
Begin 2015 timmerden we nog elk aan onze eigen projecten. ‘Ik merkte tot mijn frustratie dat ik erg veel tijd stak aan distributie, en dat dat best inefficiënt verliep. Janco zat met hetzelfde probleem. Daarop gingen we samenzitten en kwam Thijs erbij, en samen werkten we het concept van De Streekboer uit.’
Startup van het jaar
‘We wilden lokale boeren verbinden met elkaar, en naar klanten leiden. En op één of andere manier dat probleem van distributie tackelen. Dus werkten we een platform uit waar klanten zelf bestellen, en boeren één keer per week hun bestellingen naar een bepaald punt brengen. Daar ontmoeten ze dan de klanten, en elkaar. Wat wij vooral doen is organiseren, locaties opzetten, communiceren (onder andere met een leuke blog) en een platform uitbouwen waarop klant en boer elkaar tegenkomen,’ legt Sandra uit.
‘Nu is onze grootste kost het IT-gedeelte. Ons online platform moet erg complexe taken aankunnen.’
‘Toen we in de zomer van 2015 startten, wilden we er keihard voor gaan. We besloten om met z’n allen voltijds in het project te stappen. Via subsidies - we werden Friese Startup van het jaar 2016 - konden we een startbudget van 25.000 euro in de wacht slepen. Daarmee kwamen we toe tot april vorig jaar.’
‘Toen zetten we een crowdfundingcampagne op waarmee we op een paar weken 100.000 euro ophaalden - het dubbele van het doel dat we voorop hadden gesteld. Mensen steunden ons via een leningcampagne, dat betekent dat de investeerders die lening terugbetaald krijgen, mét een behoorlijke rente.’
‘Nu is onze grootste kost het IT-gedeelte. Ons online platform moet erg complexe taken aankunnen. Elke producent heeft een wisselende opbrengst doorheen het jaar - spinazie oogst je op andere tijdstippen dan tomaten, bijvoorbeeld. Dan heb je nog de onvoorziene omstandigheden. Vorig jaar werd een oogst warmoes opgegeten door een paard. Om die onzekere factoren voor onze vijftig boeren in het platform te kunnen inwerken, moeten we een heel dynamisch platform uitbouwen. En dat kost best veel geld.’
Bio-label
Veel van de boeren bij de Streekboer hebben geen bio-certificering, hoewel ze wel erg duurzaam produceren. Voor kleine spelers is die certificering vaak een rompslomp aan administratie - of soms gaat het over grote ingrepen, als stallen die verbouwd moeten worden. ‘Het biolabel is best een grote investering en brengt kleine boeren zelf eigenlijk niet veel op,’ legt Sandra uit. ‘Bij De Streekboer kunnen boeren hun verhaal zelf aan de klanten brengen, die dan hun eigen keuze kunnen maken.’
‘Bij De Streekboer kunnen boeren hun verhaal zelf aan de klanten brengen, die dan hun eigen keuze kunnen maken.’
‘Op de markt krijg ik vaak de vraag waarom ons vlees geen biolabel draagt’, vertelt Nynke van familiebedrijf Veehouderij Oer de Wiel. ‘Dan leg ik uit dat het grootste deel van de productie biologisch gebeurt - we beheren ook een natuurgebied dat de koeien begrazen - maar af en toe vangen we wel eens koeien uit de “reguliere” veeteelt op. Daarmee beantwoorden we niet aan de strikte normen die het biolabel oplegt. Maar voor ons klopt het wel. De klanten luisteren naar ons verhaal, en normaal gezien maken ze er dan verder geen probleem van,’ lacht ze.
‘Onze klanten vinden het een meerwaarde dat ze het gezicht en het bedrijf achter hun voedsel leren kennen,’ legt Sandra uit, ‘en de boeren hebben er zelf ook iets aan. Zo zijn er al heel wat nieuwe producten ontstaan op onze markten - de puddingbroodjes met custardpudding zijn een uitvinding van een zuivelboer en een bakker, en onze hangoptaartjes bestaan uit deeg, zuivelvulling en lokaal fruit.’
Wat is lokaal?
‘Doorheen het proces werden we af en toe geconfronteerd met de vraag wat lokaal voedsel nu precies inhoudt,’ vertelt Sandra. ‘Sommige producten bleken complexer in elkaar te zitten dan je op het eerste zicht zou denken. Zo was er een ambachtelijke mosterdmaker die zijn mosterdzaadjes uit Canada importeerde, omdat het hier niet meer geteeld wordt. En bijna alle Nederlandse bakkers bakken brood met graan uit verre streken als Oekraïne, Australië of de Verenigde Staten.’
‘We besloten duidelijke eisen te stellen aan de producten op onze markt. De boerderij mag niet verder dan 50 kilometer van het verzamelpunt liggen, en minimaal de helft van de massa van de producten op onze markt is afkomstig uit een straal van maximaal 70 kilometer rond het bedrijf.’
‘Gemiddeld wonen onze boeren zo’n tien kilometer van het verdeelpunt. Door die relatief strenge regels toe te passen en in te zetten op strikt lokale producten, kunnen we aan onze klanten garanderen dat de producten gemaakt zijn op een manier waar zij het mee eens zijn,’ vertelt Sandra.
Eerlijke prijs
‘We verdienen met de Streekboer momenteel een percentage op de prijs van het voedsel dat online besteld wordt. Maar binnenkort gaan we naar een transparanter verdienmodel,’ legt Sandra uit. ‘Klanten gaan dan exact de prijs betalen die de boer verdient aan zijn koopwaar. Aan ons betalen ze maandelijks een abonnementskost. Zo leren klanten de echte prijs van hun voedsel kennen.’
‘Niet veel Friese boeren hadden vijf jaar geleden gedacht dat ze hier, met zekerheid over hun inkomen, wekelijks op een marktje zouden staan en hun klanten bij naam zouden kennen.’
‘We hebben de geheime ambitie dat er tegen 2020 in Nederland geen boeren meer zijn die hun producten verkopen onder de kostprijs’, lacht Sandra. ‘Onhaalbaar, waarschijnlijk, maar het geeft wel een goed beeld van waar we met De Streekboer voor gaan. Uiteindelijk is het goed voor iedereen dat er opnieuw ademruimte komt voor lokale voeding, toch?’
‘Niet veel Friese boeren hadden vijf jaar geleden gedacht dat ze hier, met zekerheid over hun inkomen, wekelijks op een marktje zouden staan en hun klanten bij naam zouden kennen. Maar De Streekboer is niet meer weg te denken. Meer en meer consumenten vinden hun weg naar lokaal voedsel,’ stelt ze vast.
Rond 12 uur is de show van Omroep Friesland afgelopen, verlaten de laatste klanten de markt, pakken de boeren weer in en rijden ze met lege busjes terug naar huis. Voor veel lokale boeren betekent De Streekboer een heropleving van hun bedrijf. En dicht bij huis kunnen werken, da’s mooi meegenomen.
Dit artikel van Isabelle Vanhoutte verscheen eerder op haar website Kleine Revolutie.