De Oase, bloeiende crèche met ouders aan het roer

Zes jaar geleden was er een groep ouders die zin hadden om een ouderparticipatiecrèche op te richten. Vandaag is kinderdagverblijf De Oase een bloeiende, zelfgeorganiseerde, democratische crèche waarin ouders én kindjes met elkaar verbonden zijn.

De Oase, bloeiende crèche met ouders aan het roer
© Heleen Peeters

Er liggen twee kindjes te slapen op een vrijdagmorgen in kinderdagverblijf De Oase in Utrecht. Drie kleuters rennen wild op en onder een klimtuig, één kindje zit op schoot bij een ouder en twee peuters zijn aan een tafeltje aan het tekenen. Overal zijn er grote ramen die De Oase doen baden in een zee van licht.

Een democratische plek is het ook, waar ouders zelf aan het roer staan. Ze verzorgen de opvang van hun kinderen en die van elkaar. Janneke van der Heijden, moeder van twee en één van de drijvende krachten achter het initiatief, doet het verhaal.

‘Zes jaar geleden was er een groep ouders, waarvan de meeste buiten het centrum van Utrecht woonden,’ gaat ze van start. ‘Die ouders hadden zin om een ouderparticipatiecrèche op te richten. Met de hulp van de stad vonden ze in Transwijk, een buurt in Utrecht, een bejaardentehuis dat al een tijdje leegstond. Ze verbouwden het pand en maakten het conform aan de vereisten van een kinderdagverblijf. En toen startten ze zelf de crèche op, zonder iemand in dienst te nemen en zonder pedagogische diploma’s. Dat was de start van De Oase.’

OPC?

In een ouderparticipatiecrèche (OPC) vangen ouders onderling elkaars kinderen op. Baby’s, peuters en kleuters tussen 0 en 4 jaar kunnen er terecht. Het verschil met de reguliere opvang is dat de dagelijkse uitvoerende taken door de ouders worden gedaan - waardoor er geen betaalde arbeid is.

‘Bij ons draaien ouders minstens één daghelft mee. Die geeft dan recht op vier halve dagen opvang.’

Janneke: ‘Bij ons draaien ouders minstens één daghelft mee. Die geeft dan recht op vier halve dagen opvang. Als een mama bijvoorbeeld woensdagvoormiddag meedraait, en een papa vrijdagnamiddag, kan hun kindje voltijds naar De Oase komen.’

© Heleen Peeters

Pionierstad

Een ouderparticipatiecrèche oprichten is een hele klus. Het duurt even om je weg te vinden door de complexe regelgeving. Utrecht kent een lange traditie van ouderparticipatiecrèches. In Nederland bestaan er op dit moment zeven erkende OPC’s, waarvan er vijf in Utrecht liggen en twee in Amsterdam. De oudste OPC in Utrecht bestaat al veertig jaar. De opstart van De Oase werd begeleid door leden van andere Utrechtse OPC’s.

De stad ondersteunt de OPC’s sterk. Utrecht zocht samen met de groep ouders mee naar een goed en betaalbaar pand, en heeft de oprichting ondersteund met een subsidie van zo’n 30.000 euro - wat genoeg was om de grote opstart- en verbouwingskosten op te vangen.

Erkende crèche

Janneke: ‘De voorbereidingen voor de start namen ongeveer een jaar in beslag. Een erkend kinderdagverblijf moet voldoen aan strenge veiligheidsvoorschriften en kwaliteitseisen, en moet een pedagogisch beleid uitstippelen met draaiboek, huisreglement en visie. Een aantal vaders staken dagen en dagen van hun vrije tijd in de oprichting van De Oase.’

‘Ze pakten het professioneel aan. Zo kon De Oase zich kwalificeren als erkend kinderdagverblijf. Hierdoor hebben ouders die bij ons komen recht op kinderopvangtoeslag. Per kind betaal je hier 2 euro per uur. Daarmee dekken we alle kosten, van schoonmaak en huur, over de tuinaanleg, tot de aankoop van nieuw speelgoed.’

‘Van de ouders die zes jaar geleden de crèche opstartten is nu niemand meer direct betrokken bij onze dagelijkse werking. Hun kinderen gaan nu allemaal naar school. Wij, de ouders van de volgende generatie kinderen, namen de fakkel over. Ik ben hier nu ongeveer drie jaar bezig,’ legt Janneke uit, ‘mijn oudste zoontje wordt nu vier.’

© Heleen Peeters

Checks

Het blijft natuurlijk niet bij het bewijzen van de kwaliteit bij de opstart. Ook in onze dagelijkse werking zitten heel wat checks die de kwaliteit moeten verzekeren. ‘Zo worden we sinds het begin al bijgestaan door twee pedagogen die regelmatig langskomen om te spreken over bepaalde thema’s, zoals hoe je conflicten tussen kinderen het best begeleid,’ legt Janneke uit.

‘We worden al sinds het begin bijgestaan door twee pedagogen die regelmatig langskomen om te spreken over bepaalde thema’s’

‘Verder nemen de ouders een rol op in onze verschillende commissies,’ gaat ze verder. ‘Die werkgroepen zijn de motor van de crèche, ze zorgen ervoor dat alles goed draait en dat de kwaliteit verzekerd blijft. Ouders kunnen trouwens makkelijk ook zelf met een voorstel komen binnen zo’n commissie, de werkgroepen zijn erg laagdrempelig.’

Draagkracht

‘Er is een kluscommissie - daarin zetelen de handige Harry’s -, een intakecommissie die de gesprekken met nieuwe ouders voert, een schoonmaakcommissie - die zijn contactpersoon voor de schoonmaakploeg -, een risico-inventarisatiecommissie die erover waakt dat het kinderdagverblijf steeds conform blijft aan de veiligheidsvoorschriften, een kindercommissie en een PR-commissie. Daar zit ik in,’ vertelt Janneke. ‘Ik ben grafisch vormgever van opleiding. Elke ouder kan zich zo inzetten voor iets waar hij of zij sterk in is én zin in heeft. Die commissie-taken zorgen voor ongeveer een uurtje extra werk per week.’

Meedraaien in een ouderparticipatiecrèche vraagt heel wat tijd, inzet en verantwoordelijkheid van jonge ouders - die toch niet bekendstaan om een overschot aan tijd of energie. Hoe komt het dan dat zo veel ouders het jarenlang volhouden op een OPC? ‘We zien onze kinderen opgroeien tussen andere kinderen,’ licht Janneke toe. ‘Da’s een unieke ervaring, die je op niet veel andere plekken tegenkomt. We weten beter wat er gebeurt met onze kinderen, en waarom. En als ouder heb je hier meer controle dan in de reguliere opvang. En, niet onbelangrijk, we kunnen stiekem tips en trucs bietsen van andere ouders,’ lacht ze.

Kwaliteit

Nieuw onderzoek toonde aan dat ouderparticipatiecrèches vorig jaar beter presteerden dan professionele crèches. Een recent artikel in De Correspondent wees naar de verlaging in 2012 van de Nederlandse subsidie voor de kinderopvang als eventuele oorzaak, die mogelijk een daling van de pedagogische kwaliteit in reguliere crèches als gevolg had. In Nederland woedde het afgelopen jaar een publiek debat over de pro’s en contra’s van OPC’s. Dit onderzoek, waarvan de resultaten begin december werden bekendgemaakt, bevestigt de kwaliteit van OPC’s.

‘Gezien er per dagdeel twee ouders meedraaien, staat één ouder dus in voor vijf kindjes. Dat is best prettig.’

Janneke: ‘We vermoedden al dat dat onderzoek die resultaten zou opleveren. Onze ouders staan fris en ontspannen voor de kindjes. We kunnen al onze kosten dekken als er tien kindjes per dag naar hier komen. Gezien er per dagdeel twee ouders meedraaien, staat één ouder dus in voor vijf kindjes. Dat is best prettig. We hebben genoeg tijd om voor elk kindje een schriftje bij te houden, waarin we verslag uitbrengen over de dutjes, het eten en de activiteiten van die dag. Daar hebben zeker niet alle reguliere crèches tijd en middelen voor.’

© Heleen Peeters

Multicultureel

De crèche ligt een beetje buiten het stadscentrum, in de multiculturele buurt Transwijk. ‘We wilden aanvankelijk met De Oase ouders bereiken uit deze wijk,’ legt Janneke uit. ‘Maar in de praktijk matchten de verwachtingen van de ouders hier in de buurt toch niet zo erg vaak met de onze. De meeste ouders hier in de Oase zijn tweeverdieners, ze zijn hoogopgeleid en wonen in wijken hier in de buurt. De Oase is voor hen makkelijk bereikbaar met de auto, en hier is veel parkeerplaats.’

‘Maar multicultureel is ons publiek wel. Er zitten hier kindjes met ouders uit Zweden, Japan, Duitsland, Marokko en Italië. Sommige van die internationale ouders hebben niet zo’n groot netwerk in Utrecht, en ze vinden het fijn om samen met hun kindjes ook verbonden te zijn met andere ouders en kindjes.’

Eén van de argumenten die in het debat tegen ouderparticipatiecrèches worden gebruikt, is dat kinderen nood hebben aan vertrouwde gezichten. In reguliere crèches krijgen kinderen elke week altijd met ten minste één van maximaal drie verschillende pedagogisch medewerkers te maken. ‘Bij ons krijgen de kindjes te maken met vier verschillende ouders per dag,’ vertelt Janneke. ‘Wij zien de diversiteit aan gezichten hier net als een voordeel, elke ouder brengt zijn eigen bagage mee, kan zijn eigen accenten leggen. Kinderen krijgen hier zowel mama’s als papa’s voor zich - terwijl de meeste kinderdagverblijven vooral door vrouwen worden gerund. En, misschien voor ons wel het belangrijkste: doordat alle draaiers de mama’s en papa’s van hun vriendjes zijn, krijgen de kinderen het gevoel dat we één grote familie zijn.’

Moeizame start

‘Toen De Oase van start ging, in 2010, was het niet zo makkelijk om mensen te vinden die mee in het verhaal wilden stappen. Maar tegenwoordig is het best makkelijk om nieuwe ouders te vinden. We hebben werk gemaakt van een mooie website en een levendige facebookpagina. Ook merken we dat onze tuin een sterke aantrekkingskracht heeft, in deze stedelijke omgeving.’

Overheid wil niet mee

Met de jaren hebben de OPC’s zich verenigd in de Belangenvereniging voor Ouderparticipatiecrèches (BOPC). De BOPC bundelt de kennis en geeft die mee aan OPC’s waar minder ervaring aanwezig is. ‘Buiten startende oudergroepen begeleiden, versterken ze elkaar structureel en zijn ze ook een belangrijke drukkingsgroep op het beleid, ze vertolken de stem van de OPC’s bij lokale en nationale politiek.’

Hoewel dat onderzoek dus aantoonde dat OPC’s voordelig zijn voor kinderen - in alle opzichten - besloot Nederlands Minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher begin december toch om de huidige toestand te bevriezen. De zeven bestaande OPC’s krijgen erkenning en blijven hun kinderopvangtoeslag ontvangen. Nieuwe OPC’s echter gaan niet meer erkend worden. Waardoor ze ook geen opvangtoeslag meer krijgen.

‘Het gekke is,’ vertelt Janneke, ‘dat zowat alle Nederlandse regeringspartijen vóór een uitgebreide ondersteuning van OPC’s zijn. Enkel de PvdA wil, merkwaardig genoeg, niet mee in het verhaal. Nu ja, binnenkort zijn er weer verkiezingen en zit er iemand anders op post bij Sociale Zaken. Daar zullen we nog eens aan een mouw gaan trekken. Want zo snel geven we niet op, zeker nu het bewezen is dat OPC’s ontzettend goed zijn voor kinderen. Wij zijn hier om te blijven,’ lacht ze overtuigd.

Dit artikel van Isabelle Vanhoutte verscheen eerder op haar website Kleine Revolutie.