Boeiend 'Het Groene Boek' vergeet rol van de burger
Zondag vond de vierde editie van het Groene Boek plaats. Een veelzijdig event met aandacht voor thema’s die onze samenleving sturen. Hier enkele notities.
De eerste lezing die ik bijwoonde was die van Bo Normander, een van de internationale highlights van het Groene Boek. Deze Deen staat aan het hoofd van de Worldwatch Institute Europe, een onafhankelijk onderzoeksorgaan bekommerd om milieuvraagstukken. Aangezien de Worldwatch Institute op het punt staat haar nieuwste rapport “State of the World 2014” uit te brengen, kon Normander niet anders dan enkele cruciale punten te delen met ons. Zijn lezing bestond uit veel reeds bekende doch alarmerende informatie.
“Sustainababble, everyone is just talking about it, not doing anything about it!”
Het grootste probleem schuilde volgens Normander in de “Sustainababble, everyone is just talking about it, not doing anything about it!”. Wat volgens hem nodig is, is een “cultural change”. Zoals het er nu voor staat, zijn enkel de NGO’s begaan met duurzaamheid, volgens hem, en moet er een culturele ommezwaai komen bij zowel de overheid, de media als de consumenten.
Coöperaties
Dirk Barrez was, na zijn recente publicatie van “Coöperaties”, niet weg te denken uit het programma van het Groene Boek. Barrez pleit dat een sociaal-ecologische ombouw mogelijk is… want spaargeld is er genoeg. Het probleem schuilt volgens hem in de instrumentering. Dat Barrez kaas heeft gegeten van bankzaken valt niet tegen te spreken. Meermaals wijkt hij uit over het (potentieel) succes van NewB.
Klimaat in het onderwijs
Ik kon helaas slechts het einde van het eerste debat rond klimaatpolitiek meepikken. De deelnemers waren de klimaatspecialist Jean-Pascal van Ypersele, Mathias Bienstman van de klimaatcoalitie, waterspecialist Patrick Meire en schrijfster Laïla Koubaa. Dit debat werd afgesloten met een sterk punt rond onderwijs en het tekort aan scholing rond klimaatkwesties. Alle deelnemers gingen akkoord dat er te weinig aan systeemdenken gedaan wordt achter de schoolbanken. Verrijking van de huidige leerstofinhoud is een verreiste zodat kinderen een beter besef krijgen van de klimaatproblematiek.
Het begrip duurzaam achterhaald?
In het volgend debat zaten Peter Tom Jones van KUL, Agoria-voorzitster Christ’l Joris, eerder vermelde Bo Normander en theatermaker Stijn Devillé rond elkaar. Het eerste punt waar onenigheid over rees, was de achterhaaldheid van het begrip duurzaamheid. Deze term ‘uit de 20ste eeuw’ moet plaatsmaken voor veerkrachtigheid vonden zowel Peter Tom Jones als Christ’l Joris.
Normander ging hier niet mee akkoord. “Er is nood aan vernieuwing maar we moeten nog steeds geloven in duurzaamheid, veerkrachtigheid is slechts een supplement”. Vervolgens volgde er kritiek op het beleid en de industrie die beiden tekortschieten in het aanmoedigen van duurzame initiatieven. Joris verdedigde de industrie maar pleitte voor een nieuwe economische bril met ruimte voor jobcreatie en nieuwe herbruikbare materialen. Normander stelde voor om heel het concept van economische groei om te gooien en af stappen van het BNP. De industrie is volgens hem opgedeeld in ‘sunset’ en ‘sunrise’-bedrijven en de overheid moet enkel in de sunrise-bedrijven investeren. De term ‘choice editing’ kwam ook ter sprake wanneer de vraag werd gesteld over de rol van de consumenten. Uiteindelijk werd er besloten dat zowel het egoïsme als het altruïsme van de mens de neuzen in dezelfde richting zal zullen zetten.
Bewustzijn… of niet?
Het topic van het estafettegesprek over de toekomst was “Less is more”. De jonge Nozizwe Dube toonde dat leeftijd niets zegt over het duurzaam bewustzijn. Haar inzichten sloten aan bij die van hoogleraar Lydia De Pauw-Deveen en Lydia Rijnhout van het European Environmental Bureau. Hun visie over de verantwoordelijkheid van de mens botsten met de kortzichtigheid van schrijver Roderik Six, die geloofde dat de mens uiteindelijk enkel om geld geeft en dat hij enkel economisch gemotiveerd kan worden om duurzaam te leven.
Tijd en versnelling
In het laatste debat zat Duits socioloog Hartmut Rosa samen met Dirk Geldof en Riet Ory van Femma. Rosa werkt voornamelijk rond het thema ‘Versnelling’ en de vraag die in dit debat gesteld wordt is de volgende. “Vinden we in onze doorholsamenleving nog de tijd om te werken aan een duurzame transitie?”
“Vinden we in onze doorholsamenleving nog de tijd om te werken aan een duurzame transitie?”
Het antwoord ligt volgens Rosa in het feit dat wij moeten afstappen van trends zodat onthaasting voor iedereen toegankelijk wordt. Het hoofdprobleem is dat tijd en verantwoordelijkheid uit elkaar groeien en het lange-termijn-denken verdwijnt. Ook in de politiek en specifiek in het mechanisme van de democratie. Rosa duidt om het belang van ‘dynamic stabilisations’ in onze maatschappij en hij vraagt om collectief na te denken wat ‘een beter leven’ juist inhoudt. In zijn laatste boek, ‘Snelle samenleving, trage democratie’, geeft hij verbondenheid een belangrijke plaats. Het is net die verbondenheid die we missen en proberen te compenseren door consumptie.
Dirk Geldof merkte op dat zelfs consumptie an sich hieronder lijdt want we kopen niet langer om te consumeren maar enkel om te kopen. Door de steeds groeiende aanbod kunnen wij niet langer alles consumeren wat we kopen. Met koopkracht in het achterhoofd, werd ook het thema basisinkomen aangeraakt. Hierrond ontstond er echter geen vurig debat zoals Rosa gehoopt had.
Van onderuit
Wie tussendoor ook aan kleiner debat wou deelnemen kon aanschuiven aan de lange transitietafels. Thema’s zoals wonen, energie, voedsel, economie, innnerlijke transitie en participatie in de stad werden aangeboden aan de transitietafels door hun voortrekkers. De dag was lang en goedgevuld maar desalniettemin ben ik op mijn honger gebleven wat betreft de rol van de burger. Verandering moet evenzeer van onderuit komen en naast kritiek op huidige instituties miste het Groene Boek een bottom-up insteek.